Kleine Sofie zoekt een evenwicht tussen gruwel en plezier FroeFroe, Laika en HETPALEIS, Kleine Sofie | 22 April 2010 |
 (c) Phile Deprez | Afgelopen paasvakantie bundelden FroeFroe, Laika en HETPALEIS voor het eerst hun krachten voor het spektakelstuk Kleine Sofie. Regisseurs Marc Maillard en Jo Roets baseren hun productie op het boek van Els Pelgrom en Thé Tjong-King. Kleine Sofie en de Lange Wapper werd in 1984 geschreven en heeft zich ondertussen bij het lijstje klassiekers onder de jeugdromans geplaatst. Het hoofdpersonage, Sofie, is een jong meisje dat op sterven ligt. Een slepende ziekte houdt haar al lange tijd in bed en de enige manier om nog wat van de wereld te zien, is in haar fantasie. In één van haar koortsdromen komen haar poppen tot leven en stappen ze samen met Sofie in een verhaal waarvan niemand goed weet waar het gaat eindigen.
De makers hebben het verhaal op een bonte, kleurrijke en knotsgekke manier naar het podium vertaald. De insteek draagt een sterke FroeFroestempel en je voelt er de spierballen van HETPALEIS doorheen. Het lijkt wel alsof FroeFroe eindelijk het budget kreeg om eens alle spektakel van de vorige voorstellingen te bundelen in één verhaal. Van heel kleine poppetjes die met video vergroot worden tot een gigantische koning die over het grote podium stapt, niets is onmogelijk in de droomwereld van Sofie. Het doet je denken aan Alice in Wonderland waarin personages naar hartenlust groeien en krimpen. Ook hier vloeien de kleine poppetjes naadloos over in acteurs en weer terug. Je gelooft het allemaal, maar begrijpen doe je het niet altijd.
Kleine Sofie heeft moeite om de verhaallijn helder te houden. Het lijkt wel alsof de makers te veel thema’s willen behandelen en daarvoor dan te weinig tijd nemen. De grappen nemen vaak de overhand op de toch al heel erg bondige dialogen, waardoor je als kijker ook de rode draad lijkt te verliezen en het een aaneenschakeling van bevreemdende, maar spectaculaire scènes wordt. De circusshow waarin Sofie leert dat de wereld in balans moet blijven en dat er dus voor al het goeds ook wat slechts moet gebeuren, is raak. Ze krijgt een gruwelijke, spannende ondertoon en op een heel organische wijze zie je daar plots weer een ziek meisje dat haar haar verliest doorheen. Dat ze daarna in een school voor mislukte kinderen belandt, waarin het ene hilarische typetje naast het andere staat te springen, toont aan dat de makers echt wel blijven zoeken naar de balans tussen lach en traan en daar ook in slagen. Maar omdat er evenveel aandacht aan beide scènes wordt gegeven, verlies je als kijker de draad: de balans tussen hoofdlijn en zijsprongetjes is een beetje zoek.
Hoewel de grappen een fratsen vaak heel leuk zijn en de thema´s boeiend, verlies je als kijker soms de drive en het overzicht in het grote avontuur. Je valt als het ware samen met Sofie van de ene verbazing in de andere. En omdat je niet goed meekrijgt wat er allemaal gebeurt, verliest de voorstelling ook aan tempo en kracht. Dat Lange Wapper bijvoorbeeld liever op pad gaat met Sofie dan bij zijn smekende kinderen te blijven, is een heftige boodschap, maar er wordt maar heel eventjes op ingegaan en daarna hoor je er niets meer van.
Het hoofdthema, een kind dat sterft, ligt goed verborgen onder het avontuur en komt er pas uit in de mooiste scènes. Zo is er naast het moment dat Sofie haar haar verliest, ook de scène waarin ze, moegestreden, de dood accepteert. Mailard en Roets hebben dat tragische einde in een prachtig beeld weten te vangen. Sofie zit tussen haar vrienden van bovenop het topje van een roetsjbaan, net voor de grote duik in het onbekende begint.
De balans tussen pop, acteur en video is mooi en erg organisch. Wanneer de figuren meer naar de voorgrond van de scène bewegen, worden ze groter en dat geloof je als kijker meteen. Op gepaste momenten zoomt een camera in op een gezicht of een klein figuurtje, waardoor je in het beeld een prachtige gelaagdheid krijgt die de verschillende personages mooi tegen elkaar doet kleuren (zie foto). Het spel van Frank Dierens en Nele Goosens kon ons erg bekoren. De poppen (gespeeld door Gert Jochems, Tania Kloek en Filip Peeters) worden vaak magistraal gemanipuleerd.
Het lijkt soms wel alsof FroeFroe met Kleine Sofie een overzicht wil geven van alle spitsvondige technieken die het gezelschap de laatste 20 jaar ontwikkelde. Zo zien we reïncarnaties van het kaboutermannetje uit Het bangedierenbos (1997), de circuskaravaan van Freaks (2002), de latex klonen uit Kloon (2004) en de kikker uit Kwak (2010). Het spel van de kleine Sofie zelf (Tanya Zabarylo) en haar twee vrienden Terror (Kaspar Schellingerhout) en Lange Wapper (Gert Jochems) blijft wat grijs. Het is ons niet duidelijk wat hun positie precies is in deze bonte wereld van gruwel en plezier.
De balans tussen tekst in beeld is naar onze mening niet helemaal geslaagd. Het beeld is zo krachtig en speels dat de teksten vaak in het niets verzinken. Daar had wat meer tijd en poëzie redding kunnen brengen. Nu zijn er enkel wat dubbele lagen in kleine woordgrapjes (ik hou van naakte poesjes). De teksten blijven vaak steken waar het beeldende een vrolijke duik op de roetsjbaan neemt.
Met Kleine Sofie hebben FroeFroe en co een boeiende voorstelling over een gevoelig onderwerp gemaakt, die zeker de moeite waard is. Ze barst namelijk van de fantasie en het enthousiasme. Maar door de soms slordige opbouw en de overdaad aan thematiek blijven we toch nog wat op onze honger zitten. De momenten waarop we met de kleine meid kunnen meeleven zijn op één hand te tellen.
Info: www.hetpaleis.be of www.froefroe.be of www.laika.be
|
| Dit artikel werd reeds 466 keer gelezen. | auteur(s):Arnaud Deflem |
|