| OPUS XX: Sofie Decleir op scherp tussen inzicht en overzicht.
| 22 Maart 2010 |
 (c) Raymond Mallentjer | Als er iets is waar je niet aan begint, dan is het toch wel de poging om een overzicht te geven van de twintigste eeuw in een theatermonoloog van een paar uur. En toch doet het theatercollectief Zuidpool (Antwerpen) het, of beter: Sofie Decleir doet het in de monoloog Opus XX. Een titanenwerk waar ze als een karyatide uitkomt. Wat Geert Mak in zijn magistraal boek In Europa. Reizen door de twintigste eeuw in een goeie 1200 bladzijden heeft samengeperst, heeft de Praagse schrijver Patrik Ourednik in minder dan 150 kleine bladzijden klaargespeeld. Met Europeana maakte hij een beklijvende doorlichting en Zuidpool maakt er een zeer toegankelijke productie van, sober over geheel de lijn, recht op het publiek af. Enkel de hoofdpunten zou je denken, maar het blijken algauw vele dieptepunten te zijn van een eeuw waar men met weinig trots naar omkijkt. Het is wellicht ook waar, dat in geen enkele eeuw de beschaving vrij van allerhande smetten is, maar de twintigste eeuw moest in elk geval op het gebied van oorlog en menselijke waanzin niet onderdoen voor de vorige. Er zijn natuurlijk ook de minder dramatische gebeurtenissen en er zijn zelfs banaliteiten die opvrolijken, zoals het in omloopbrengen van geperforeerd toiletpapier. Het is er echter Zuidpool en zijn gelegenheidsambassadrice niet om te doen, een les in geschiedenis te geven. Sofie Decleir raakt voorzichtig en secuur als met de vingertoppen het scherm van de verbeelding aan. Bij elk item, iedere verwijzing, alle namen en plaatsen en feiten die zij onder ogen brengt, weet zij ook een gevoel aan te raken, een meevoelen of een afwijzing. Geen stemverheffingen, geen gebaren, zijn daarbij nodig. Het verloop van de geschiedenis is onomkeerbaar en dat moet gezegd worden, duidelijk en zonder vrees noch wrok. De actrice staat het gehele stuk door in de druilerige regen, in knalgele jekker en regenbroek en met gummilaarzen, naast een dode boomstam (is Beckett in de buurt?) en wat verder een kleine piano. Het wordt geen "singing in the rain", maar de sfeer die regen oproept past uitstekend bij alles wat over de voorbije eeuw wordt gezegd en waarin vooral ontgoocheling klinkt over alles wat niet werd verwezenlijkt, ondanks de vele goede voornemens. Sofie Decleir speelt niet een geschiedenis van de mensheid, maar het verhaal van een mens die stilaan tot een inzicht komt. Ze gaat een gesprek aan met haar publiek, al verwacht ze geen wederwoord. Ze is een volksvrouw die haar weg naar huis even onderbreekt omdat ze echt iets te vertellen heeft. Ze heeft er blijkbaar goed over nagedacht maar uiteindelijk voelt ze zich ook, ondanks haar inzicht, onmachtig omdat ze voelt dat de pas begonnen nieuwe eeuw dezelfde richting uitgaat, of liever op hetzelfde punt blijft staan, wachtend op wie, op wat? Sofie Decleir behoort met Jan Bijvoet, Jorgen Casier en Koen Van Kaam tot de vaste kern van Zuidpool. In vorige producties werd al duidelijk dat dit collectief steeds verder evolueert naar een sterk uitgepuurde manier van spelen. Wat Decleir in Opus XX toont, is weer een stap verder: de tekst is onlosmakelijk haar tekst geworden. Info: Reisvoorstellingen tot 7 mei 2010. info@thassos.be www.zuidpool.be
|
| Dit artikel werd reeds 1056 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|