| Het gezin Van Paemel | 22 Februari 2003 |
In een beschouwing over de klassieke letterkunde van Vlaanderen schrijft Kester Freriks in de boekenbijlage van NRC Handelsblad op 24 januari j.l. dat de Vlaamse klassieken een ongekende herwaardering beleven. Terecht, aldus K. Freriks, “want het schrijven in Vlaanderen is zowel belijdenis als initiatie” En even verder in zijn tekst luidt het: “de verslavende kracht van passie speelt een beslissende rol in de Vlaamse plattelandsverhalen”. Ook Cyriel Buysse (1859-1932) is een Vlaamse klassieker en Het gezin Van Paemel, over het vergeefse gevecht van een arme boer met de plattelandsbaronie, heeft een hoge symbolische waarde gekregen.
In de versie die Herwig De Weerdt heeft gemaakt voor het Publiekstheater Gent wordt het stuk niet geactualiseerd. De situatie van rond 1900 wordt niet naar 2003 overgeplaatst. Het hedendaagse zit hem in de manier van acteren, in het opentrekken van het gegeven naar een universele context toe, door middel van een parade van gestileerde en gemaskerde personages, in een beklemtonen van de moederfiguur (Tania Van der Sanden) als tragische maar menselijke bemiddelaarster. Vier muzikanten in de orkestbak helpen de sfeer bepalen.
Het sobere en functionele gebruik van de zetstukken in de scenografie (Johan De Wilde) contrasteert met de volkse muziek van Rudi Genbrugge. Geen kwaad idee, dat echter niet belet dat de problematiek overkomt als iets van lang geleden. Herwig De Weerdt vindt Het gezin Van Paemel “wonderbaarlijk actueel”. Dat blijkt slechts ten dele uit de voorstelling.
De koppigheid in alles wat de boer denkt en doet wordt zeer sterk door Bert André tot uiting gebracht en de botsingen met zijn zonen en dochters leveren telkens doorvoelde scènes op. Maar het is de rechtlijnigheid in de problematiek die Cyriel Buysse schetst, die dwars zit om van dit stuk iets te maken dat in de hedendaagse economisch-politieke situatie herkenbaar en universeel is. De vormen van uitbuiting en de verhoudingen tussen baas en onderdaan zijn nu van een heel andere orde en in elk geval veel complexer dan rond 1900. Wij zijn nu al een paar industriële revoluties verder en de koppigheid die Buysse in zijn stuk in de verf zet om ze de dramatische geladenheid van een klassieke tragedie te geven en ze tegelijk ook af te keuren, wordt vandaag eerder als conservatisme en als een louter historisch gegeven ervaren. In de voorstelling door het Publiekstheater Gent wordt die historische gebondenheid trouwens beklemtoont in de scène waarin de baron en zijn familie de arme pachter en zijn gezin komt uitdagen. Het realisme van Buysse in die scène, wordt karikaturaal aangedikt. Daardoor verliest ze niet alleen aan kracht omdat ze door de spelers geforceerd wordt ingevuld, maar valt ze stilistisch in het zoeken naar de actualiteitswaarde van het gegeven, uit de toon.
Weinig theaterstukken van Vlaamse auteurs hebben een voorstellingsgeschiedenis. Het gezin van Paemel heeft er een op minstens twee vlakken. Er is vooreerst de inhoudelijke betekenis van het stuk op sociaal vlak als een vorm van strijdtheater tegen het onrecht van de uitbuiting. Politiek-geëngageerde theatermakers, professionelen én amateurs, maken er nog gebruik van en als een middel tegen het vergeten is het een uniek artistiek getuigenis. Die artistieke waarde wordt bepaald door bepaalde personages, waaronder vooral de rol van boer Van Paemel, die een ware uitdaging is voor een acteur. Een merkwaardige vertolker van die rol was in 1963 Robert Maes (1903-1971) in de KVS (Brussel) in een regie van Jo Dua. Die productie was ook buiten Brussel te zien in het kader van het Nationaal Toneel en ze werd door de toenmalige BRT-tv uitgezonden.
In 1991 zette regisseur Dirk Tanghe in het Tolhuiscomplex in Gent, waar het toenmalige NTG dan een tijdelijk onderkomen had, een opmerkelijke realisatie neer op een speelvlak van 40 bij 40 meter waarop een immens korenveld van één miljoen korenhalmen. De baronnen fietsten er uitgelaten rond, in schril contrast met de beklemmende sfeer die rond het huisje van Van Paemel hing. Met Jef Demedts als de boer en Lieve Moorthamer als de moeder. Een gedurfde voorstelling die echter deze van de KVS, ondanks de inzet van meer middelen, niet overtrof.
Het is goed dat het Publiekstheater Gent het stuk terug op het programma heeft genomen en niet alleen om er de 100ste verjaardag van te vieren, maar ook om een kans te geven aan een regisseur als Herwig De Weerdt die in het verleden o.m. met zijn Don Quichot bewezen heeft, een oude en bekende thematiek nieuw leven te kunnen inblazen. Dat hij met Het gezin Van Paemel niet helemaal bereikt wat hij vooropstelde ligt voor een deel aan de samenstelling van de cast en aan zijn koppig vasthouden aan de idee, dat dit stevig klassiek opgebouwde stuk ook wel in zijn, trouwens interessante visie op theatermaken, in te passen is.
Speelde tot en met 22 februari 2003.
Info: www.publiekstheater.be
|
| Dit artikel werd reeds 235 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|