Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Gemiste en gegrepen kansen
Krokusfestival 2010: Hierna komt het (10+) van Lapzus en Speeltijd (6+) van Nat Gras
26 Februari 2010

Lapzus is een piepjong gezelschapje dat bestaat uit Filip Bilsen en Frauke De Preitere die de voorbije jaren bij fABULEUS aan drie dansproducties meededen, en die nu op eigen benen een productie hebben gecreëerd. Ze kregen voor hun project zelfs subsidies van de danscommissie. Helaas toont Hierna komt het pijnlijk aan dat jeugdig enthousiasme en inzet om het warme water opnieuw uit te vinden geen garantie op kwaliteit bieden.

Het uitgangspunt voor de productie was het zelf uit het leven stappen van de zus van Flip Bilsen, een paar jaar geleden. Hoe schrijnend en ingrijpend deze gebeurtenis ook is, als je het rouw- en verwerkingsproces geloofwaardig op de scène wilt zetten voor andere mensen, dan dien je afstand te nemen, in tijd, in ruimte, en vooral van jezelf. Dat gebeurt hier te weinig. De dood wordt als vrouw gepersonifieerd in een veel te lang uitgerekte proloog. Daarna ontmoet zij de jongen op zijn kamer. Ze praten met elkaar in clichés, ze vertellen elkaar flauwe verhaaltjes en moppen, en ze dansen op – en dat is een pluspunt – muziek van The Doors (Jim Morrison blijft dus nog altijd een icoon). Maar ook hun bewegingsmateriaal valt pover uit. Van het geheel druipt een puberale ongeloofwaardigheid af, die ondanks het thema, de nobele bedoelingen en het soms ontluikende potentieel, niet raakt. Een goede dramaturgische begeleiding en een regisseur die durft te schrappen en nog eens te schrappen waren essentieel geweest voor deze productie waarvan nu de an sich ontwapenende hybris en een paar treffende momenten overspoeld worden door gelal en gedoe.

Heel wat speelser, aangenamer en aandoenlijker is de pure dansproductie Speeltijd van Nat Gras, hoewel deze productie nog niet het niveau van Schaapwel van twee jaar geleden (zie archief) kon evenaren. Speeltijd associeer je natuurlijk met de pauzes op school op de speelplaats, maar het kan ook de vrije tijd zijn, de momenten thuis, in het park, in het zwembad, op straat. Spelen is leuk, maar er kan ook 'vals' gespeeld worden, en soms is het gevaarlijk. Het meisje (Andrea Rodrigues) trekt met krijt strepen op de grote lege blauwe dansvloer. De jongen (Jan Martens, en tevens de schepper van dit stuk) komt op, doet alsof er auto's voorbij zoeven. Het meisje tekent een zebrapad en steekt over. Zoef! Ze valt neer. De jongen tekent de plaats van het slachtoffer af. Zij verschuift echter, want het is maar een spel, de lijnen verschuiven. Ook de omtrek van de jongen wordt gekrijt, en zo ontstaat er een wirwar van krijtlijnen. Die vormen de kronkelende grenzen waarbinnen zich het spel voltrekt. Maar wat is er leuker dan buiten de lijntjes kleurig te spelen? Het krijt geeft ook de arena aan, waarin een speels gevecht plaatsvindt tussen de jongen en het meisje, tussen niet durven en wel durven. De jongen durft niet te duiken in het zwembad, het meisje doet het in een handomdraai en heel laconiek.

De danser en de danseres weten in een coaching van Goele Van Dijck (zie ook Kleefkruid) mooi het kind-zijn en zichzelf in hun handelingen en spel te vermengen. Hun speeltijd biedt de speelruimte om van het rollenpatroon af te wijken, om van elkaar af te wijken. Dat zorgt voor een aangename spanningsboog, maar tegen het einde van de voorstelling verslapt die. Het spel blijft dan steken in een nabootsen van kinderspelen, zoals tikkertje en één twee drie piano.

Deze productie was op de première nog niet af, maar ik heb er goede hoop in dat ze over een paar weken snor zit.


Info: www.lapzus.com en www.natgras.be

Dit artikel werd reeds 624 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens