Kinderen spelen volwassenen Krokusfestival 2010: Nature or Nurture van Alexandra Broeder | 26 Februari 2010 |
Wat als kinderen volwassenen gaan nadoen? Vier kinderen komen de trap af geslopen, zien dat het feestje van de volwassenen in de zitkamer voorbij is, kleden zich om en ‘zijn’ de volwassenen. Geen kindervoorstelling, maar een voorstelling van kinderen voor volwassenen. Onschuldig kinderspel. Volwassen nachtmerrie.
Bij de aankondiging van dit stuk denken wij natuurlijk direct aan Übung van Victoria/Campo van een aantal jaren geleden, waarbij kinderen op de scène een film met volwassenen naspelen. Je ziet de film over een bijeenkomst van volwassenen en dat ontaardt al snel in geflirt, verleiding en ruzie. In een interview lees ik dat Broeder die voorstelling nooit gezien heeft.
Broeder werkt al een paar jaar met kinderen, en erg succesvol. Haar Candyland was geselecteerd voor het Theaterfestival van afgelopen jaar, maar kon in Brussel wegens locatieproblemen niet gespeeld worden. Met een aantal kinderen uit die speelgroep heeft ze Nature or Nurture opgezet, en waren onder meer Who's afraid of Virginia Woolf en films van Hitchcock het uitgangspunt.
Een kamer in het schemerduister. Omgevallen glazen, resten chips, flessen, rommel. Een kind komt de trap af, zit aan de chips, gaat weer naar boven. Vier kinderen in pyjama's sluipen naar beneden, zien dat de kust veilig is, en dan begint het feest. Ze trekken feestelijke volwassenenkleding aan. Drie meisjes, een jongen. Een meisje verkleedt zich als man. Ze spelen het bezoek van buren bij het koppel des huizes. De dertienjarigen zijn nu de volwassenen. Ze spreken tegen de poppen alsof het kleine kinderen zijn, ze roken (nep)sigaretten, drinken (nep)wijn, gedragen zich als (nep)vrouwen en (nep)mannen, met stoere praatjes, onderhuids venijn, mislukte verleidingen. Clichézinnen, voorspelbare echtelijke woordenwisselingen, betuttelingen tegen kinderen, herkenbare opgefokte buurtfeestjes, en – voor het Vlaamse publiek – ook wel heel Hollands, en dus wat afstandelijker en minder vervreemdend. De kinderen roepen, tieren, slijmen, lachen, huilen, en dat alles wordt uitvergroot. Als ze lachen, dan lachen ze heel schel en lang, als ze roepen, dan is het luid en overdreven. Ze spelen een spel. De ene keer verkleedt zich iemand als grote teddybeer, de andere keer als een femme fatale. Ze kruipen door de bankleuning, ze jagen elkaar op de kast, ze spelen moordenaar en slachtoffer.
De uitvergrote groteske speelstijl heeft een bevrijdend effect. Voor de jonge spelers: ze hoeven niet in de huid te kruipen van een volwassene en kunnen een kinderlijke afstand behouden. Voor de volwassen kijkers: de personages zijn kinderen die volwassenen "spelen". Het blijft spelen. Dat gegeven evolueert dramaturgisch ook zuiver. Af en toe verschijnen er dia's van de kinderen. Er wordt door hen commentaar gegeven, en geleidelijk aan worden de 'volwassenen' weer jong, en balanceren ze weer tussen kind en volwassene, te groot voor de poppen, te klein voor de kerels. Ze zitten op de bank, bekijken het publiek met een 'donder op'-blik. Ze hebben de volwassenen een spiegel voorgezet, op een kostelijk amusante, spitante en snode manier, maar nu is het genoeg. Hun blik is even verwijtend als de hele tirade van de veertien kinderen uit When night follows day (Tim Etchells) van Campo. Ze willen geen applaus. Het publiek druipt af. We hebben het begrepen.
Info: www.viarudolphi.nl
|
| Dit artikel werd reeds 452 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|