Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

1001 nacht, of hoe twee rivieren één stroom vormen. 18 December 2009


© Randoald Sabbe & Jan W. Hespeel
Het moest er eens van komen. De erotische fabels en andere vrijpostige confidenties aan wiens oor dan ook, van de vertellende acteurs Frank Adam en Rik Teunis én componist Johan De Smet, waren al wat sfeer en toon betreft, schatplichtig aan de oriëntaalse bed- en andere begeerlijke slaapkamerverhalen. Afdalen naar de authentieke “sprookjes” van Duizend-en-één-nacht kon niet langer meer uitblijven.

Het bekende trio wordt voor de gelegenheid geruggesteund door Maboel, een ensemble van vijf zangers-muzikanten geleid door Edwig Abrath en vanzelfsprekend is de tekst van Frank Adam weer een zeer persoonlijke interpretatie van wat de Oosterse prinses Sheherazade in de oorspronkelijke versie allemaal vertelt om aan de dood te ontsnappen.

De makers van deze 1001 nacht richten zich niet alleen tot de volwassenen, maar nadrukkelijk ook tot de moeilijke publieksgroep van tien- à twaalfjarige meisjes en jongens. Ze zijn er zich van bewust dat deze doelgroep zich in een overgangsfase bevindt. Het is de leeftijd van allerlei “ontdekkingen”, van de eerste dubbelzinnige grapjes en sadistische spelletjes en vooral van een aparte houding tegenover het “andere” geslacht. De geheimdoenerij rond en het camoufleren van zogezegde “meisjesgeheimen” door volwassenen leiden er vaak toe dat in de bewerkingen voor kinderen van sprookjes en erotisch gekleurde verhalen, de pikante- of horrorgegevens worden geweerd.

Met 1001 nacht slagen Frank Adam en zijn medewerkers er in op een guitige manier en zonder overdrijven het zogezegde “moeilijke” publiek zeer gedisciplineerd te fascineren. De “verpakking” waarin de voorstelling wordt aangeboden is trouwens naar het bekende recept een mengeling van woord-, klank- en andere expressietechnieken, met een dominerende hilarische ondertoon.

Frank Adam en Rik Teunis vertellen er op los, mimeren vele personages met aangespaste stemmen en gestiek. Christenen, joden en moslims passeren de revue vol milde humor in een verhaal dat opgebouwd is als een labyrint dat tegelijk als een speeltuin fungeert. Een spraakwaterval overvalt je samen met aanzwellende muziek die je eigenlijk al tegemoetklinkt van voor de voorstelling begint. Het is net het gelijktijdige samengaan van de zeer diverse muziek en exotische zang met de verbale en speelse expressie van de vertellers, die de productie zo bijzonder maakt. In vorige producties was er ook een samenwerking van spelers en muzikanten, maar in 1001 nacht is geen sprake meer van een louter muzikale interventie. Nu vormt de muziek een geheel van muziekstijlen en deze vallen wonderwel samen met het ritme van de vele verbale escapades. De cirkel is rond: West meets East. Of , hoe twee rivieren vanuit het eigen stuwen één wonderbare brede stroom vormen.

De meerwaarde die Frank Adam en zijn medewerkers (en het Kunstencentrum De Werf in Brugge) aan het theater geven zit vooral in de veelzijdigheid die wordt ge-exploreerd binnen een welgekozen segment van het podiumgebeuren. Adam is vertrokken vanuit poëzie voor kinderen en verraste daar ook volwassenen mee omdat hij meer dan één laag van het begrips- en gevoelsvermogen aansprak. Voor zijn gedrukte teksten verzorgde illustrator Klaas Verplancke spraakmakende illustraties. Voor de zaalproducties vond hij in Rik Teunis een uitstekende tegenspeler en regisseur, in Johan De Smet de gedroomde componist en arrangeur, die altijd weer de beste uitvoerders kon strikken. Het poëtische, het beeldende en het muzikale zijn altijd in alles mee opgegaan. Op die manier is Frank Adam tot een totaalspektakelcyclus gekomen en neemt hij met zijn ploeg in het Vlaamse theatergebeuren een unieke plaats in. Een dergelijke opgang houdt echter zowel een risico in als een uitdaging. Of hebben sprookjes geen einde?


Info: info@dewerf.be

Dit artikel werd reeds 109 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel