CIE. MMZ, A la limite Damien Jalet & Christian Fennesz, Three spells | 4 December 2009 |
In het CCHasselt vond voor de eerste keer het Frictiefestival plaats (26 en 27 november 2009). Op vrijdag- en zaterdagavond waren er korte producties van jong talent, momenten uit een werkproces, concerten. Met charmant bewegingstheater, met een nietszeggende dansvoorstelling, met muziektheater. Ook waren er Sorry dat ge ’t zo te weten moet komen maar beter nu dan ooit, een productie die de jonge maaksters Sofie Palmers en Annelies Van Hullebusch onder de vleugels van fABULEUS gecreëerd hebben, en waarover we al eerder ons enthousiasme geuit hebben. Ook het stuk Spaar ze, dat nu We love you hardcore heet, van de mimeopleidig Amsterdam in een eindregie van Lotte van den Berg, kon ons weeral enorm bekoren . (Beide in ons archief te vinden, nvdr).
Nieuw was voor mij Cie MMZ (Mosterdmetzaad) met A la limite. Twee vrouwen staan in lichtcirkels. Ze schrijven met krijt hun geboortedatum. De een is drie jaar jonger dan de ander. En de oudere wil ook laten weten dat zij de baas is. De jongere volgt haar in de bewegingen. Het begint met lopen, rennen ter plaatse, met opwarmingsoefeningen. Intrigerend om te zien is hoe de een de ander wil overtreffen, en andersom. En daarin gaan ze ver. Met krijt tekenen ze hun afmetingen, hun grenzen, en je ziet ze denken dat ze hun grenzen moeten verleggen. Maar kan dat wel? Kun je verder dan je fysieke uitputting? In een concept van Leen Lacroix en Marieke Breyne brengen Jolien Naeyaert en Kim Snauwaert op een pretentieloze manier hun mimisch en dansant spel. De ene keer heerlijk voorspelbaar, dan weer raak verrassend, steeds mooi strak gedoseerd, en charmant overtuigend. Ik hoop van dit gezelschap nog meer te kunnen zien en te genieten. Damien Jalet (danser bij Ultima Vez en sinds 2000 medewerker van Sidi Larbi Cherkaoui) en Alexandra Gilbert (o.a. bij Ballets C de la B) dansten er Three Spells, een drieluik met twee solo’s en één duo. Het begint uitdagend met Venus in Furs. Een niet te definiëren hoop wolgaren ligt op het podium. Het beeld wordt nog versterkt door de grote schaduw op de achterwand. Er komt beweging in, er gaat een poot , een slurf ?) omhoog. Wordt het een kat, een olifant? Dan weer metamorfiseert het in een monster, met twee koppen, of twee staarten. Het opent zich tot een bos schaamhaar met vulva, waaruit de vrouw, de Venus verschijnt. Een object, een grote knuffel, die verandert in een mens. Dat veranderinsproces wordt gestuwd door de klanken die de Oostenrijkse muzikant Christian Fennesz uit zijn laptop en gitaar haalt. Het belooft een leuke combinatie van figurentheater, van een spel met objecten, en van dans te worden. Maar na een tiental minuten moesten we vaststellen dat we al beter werk op dat vlak van kruisbestuivig van verschillende kunstdisciplines hebben gezien. Het einde van dit eerste luik ontsteeg niet het anecdotische cliché van een metamorfose en de daarbij horende clichébeelden van de krollige kat, de vrouw als kat, met zijn snorren en fikse uithalen met klauwen. Het tweede luik is heel erg: er ligt een hertengewei (ook weer met grote schaduw) op het podium, de danser zet het op en maakt bokkensprong, als een hert! Na een paar minuten weet je het wel: het is het machtige hert, dan weer het bronstige hert, dan weer de leider van de kudde. Het valt dood neer bij een flits en een dondergeluid, black out, en dan staat er de man, met stok, de fiere en stoere jager, die in zijn bewegingen ook van het ene cliché in het andere springt. In het derde luik zit de vrouw met lange haren op de grond. Ze worstelt haar handen en voeten door de lange haren, ze toont haar verschrikt gezicht. Dat is nog boeiend om naar te kijken. De inspiratie werd duidelijk gehaald uit de beroemde Heksendans van een van de eerste expressionistische danseressen, de Ausdrucktänzerin Mary Wygmann uit de jaren ’20. Toen zal dat grote indruk gemaakt hebben, en de filmbeelden van toen zijn ook nu nog een schoolvoorbeeld van de uitdrukkingsdans, waarop Pina Bausch en andere Duitse en niet-Duitse choreografen zich geïnspireerd hebben. Maar zij deden er iets mee, en dat kan van Gilbert en Jalet niet gezegd worden. De man komt erbij, en het duet blijft in een clichébeeld hangen van aantrekken en afstoten tussen die twee. De lange haren van de vrouw worden afgeknipt, en zo is het rollenpatroon tussen man en vrouw weer rond. Er klonken mooie rituele orthodoxe gezangen, maar er zat een enorme kraak op de computer. Moest dat? Het stoorde in ieder geval. Jammer dat het niveau van de beginfasen van luik 1 en 3 niet volgehouden konden worden.
Info: www.mosterdmetzaad.be en www.ccha.be
|
| Dit artikel werd reeds 142 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|