Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Thersites 30 December 2002

In 2001 ging de Thersitesprijs naar Dora Van der Groen, maar wie was en is Thersites?

Dit personage voert ons terug naar de Griekse Oudheid, meer bepaald naar de Trojaanse Oorlog, zoals deze beschreven wordt door Homeros in zijn "Ilias". Omtrent de persoon van Homeros, die volgens sommige bronnen blind was, bestaat geen eensgezindheid. Noch de tijd waarin hij leefde (vermoed wordt rond 800 voor onze tijdrekening), noch zijn levensloop, noch zijn geboorteplaats, staan exact vast. Algemeen wordt aangenomen dat Homeros de schrijver is van zowel de "Ilias" (epos over de strijd om Ilion, Troje) als de "Odysseia" (over de zwerftochten van Odysseus).

Volgens Homeros behoort Thersites tot het kamp van Achileus (deze van de "achillespees"), de Griekse veldheer die zich om amoureuze en tactische redenen eerst afzijdig houdt van het strijdgewoel, maar zich tenslotte toch onderscheidt als de dapperste en Hektor verslaat. Uiteindelijk wordt Achileus gedood door de slappeling en broer van Hektor, Paris, om wie de oorlog was begonnen (herinner je de schaking van de mooie Helena uit Sparta).

De rol van Thersites in dit alles is zeer beperkt. Homeros beschrijft hem als een onmatige zwetser en niet alleen als de lelijkste maar ook als de brutaalste onder de soldaten, niet door zijn daden maar door zijn scherpe tong. Thersites bespot Achileus als deze smoor verliefd geraakt op Penthesilea, die hij zojuist dodelijk heeft verwond. Homeros laat Thersites dan ook door Achileus vermoorden.

Dat figuren als Achileus, Helena of Hektor en nog vele andere, in de literatuur zijn blijven voortleven is vanzelfsprekend, maar een versmade man als Thersites komt nauwelijks nog ter sprake en het is dank zij Shakespeare dat hij niet vergeten is. Na zijn zogenaamde Elisabethaanse periode, met allemaal liefdeskomedies en voor hij een aantal tragedies schreef (onder andere "Hamlet", "Othello", "Macbeth"), produceerde Shakespeare drie stukken die de kenners moeilijk kunnen catalogeren en die ze dan ook gemakshalve "problem plays" hebben genoemd: "Troilus and Cressida", "Measure for measure" en "All's well that ends well".

In "Troilus and Cressida", waarvoor Shakespeare zich ongetwijfeld op Homeros en op Engelse vertalingen van middeleeuwse overleveringen baseerde, wordt de Trojaanse Oorlog het symbool van een zinloos tijdverdrijf en is de liefde tussen de jonge, idealistische Trojaanse soldaat Troilus en Cressida die door de oorlog in het Griekse kamp terechtkomt, een verhaal van ontrouw. Tussen een veelvoud van "stemmingen", gaande van heroïsch gedrag al over stompzinnigheid en romantiek, laveert Thersites met zijn cynische commentaar. Maar zoveel is duidelijk, de negatieve criticaster Thersites vertolkt niet de mening van Shakespeare. "Thersites veracht de oorlog en iedereen die er aan meedoet: maar hij kan alleen maar schimpen; wat hij zegt kan best waar zijn, maar dat maakt hem niet minder afschuwwekkend" (T.A. Birrell: "Shakespeare stuk voor stuk", Aula, 1985). Shakespeare duwt Thersites op het einde van het stuk in de rol van vulgaire spion, van jaloerse voyeur, in een escalatie van ontuchtige scènes, er wel op lettend dat hij niet het laatste woord krijgt.

Zoals met alle boeiende personages is Thersites niet met één woord te typeren. Het is een figuur waar je meerdere kanten mee uitkan. Iedere tijd maakt zijn eigen Shakespeare, maar ook zijn eigen Hamlet, Othello, Macbeth en ook een eigen Thersites. Je kan hem zien als soldaat maar tegelijk als anti-militarist. Hij is lelijk maar vertegenwoordigt in een kamp van halfgoden en helden, het gewone volk. Hij is democraat, een fijne opmerker, een moedig man die ronduit voor zijn mening uitkomt, maar ook een profiteur die twee heren tracht te dienen en een kankeraar.

Dat hij nog schrijvers van vandaag aanspreekt blijkt uit de monoloog "Thersites of Het bordeel van
Herman Verbeeck als Thersites
in de monoloog van Willy Spillebeen

Troje" van de Vlaamse auteur Willy Spillebeen (Manteau, 1997). In zijn interpretatie van de feiten en figuren wijkt deze auteur fel af van het bekende legendarische verhaal. Het was zijn bedoeling een "tegendraadse" versie te schrijven en te laten spelen, vandaar ook de samenwerking met theatermensen. De monoloog werd in 1977 een beperkt aantal keren gespeeld door Herman Verbeeck, in een regie van Wim Meeuwissen.

Spillebeen stelt het zo voor, dat 40 jaar na de Grote Oorlog de oude Thersites, zelf oud-strijder en dus bevoorrechte getuige, Trojanen en Grieken rondleidt door de verwoeste gewesten. De toeristen lopen met hem mee tussen het puin en de verkoolde bomen en Thersites maakt dankbaar van de gelegenheid gebruik om de zogenaamde helden die daar gestreden hebben en er gevallen zijn, meedogenloos een tweede keer af te maken. Hij doet een boekje open dat eerder een stinkend graf is dat opengaat, vol mensenhaat, machtswellust en uitspattingen. Uit de troebele nevels van het oorlogsverleden komt stilaan de echte Thersites te voorschijn: een machteloze vechter, een eeuwig slachtoffer, met enkel zijn stem om zich te verdedigen.

Het zal wel niet dit beeld van Thersites zijn, dat de Vlaamse Vereniging ter bevordering van de theaterkritiek voor ogen stond, toen zij in 1991 Thersites als roepnaam koos. Maar dat is een ander verhaal.


Foto: P. De Spiegelaere


Dit artikel werd reeds 226 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel