Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Een prachtige en beklijvende Ismène, zus van.
Khroma Company, Ismène
30 Oktober 2009

"De doden, weet je, nemen altijd veel plaats in, hoe klein en onbetekend ze ook zijn. Ze worden plots groter en vullen het hele huis. Je vindt al snel geen hoekje meer voor jezelf." Het is een van de vele treffende zinnen die Ismène zegt in haar monoloog. Het Brusselse, Franstalige muziektheatergezelschap Khroma maakte een bijzonder indrukwekkende en beklijvende monoloog van het gelijknamige gedicht van Yannis Ritsos en met een compositie van Georges Asperghis. De artistiek kern van Khroma bestaat uit Enrico Bagnoli en Marianne Pousseur. Bagnoli is de vaste scenograaf van Guy Cassiers in Het Toneelhuis. Guy Cassiers verzorgde de dramaturgie van deze productie. Marianne Pousseur acteet en zingt. En dat alles leidde tot iets heel bijzonders.

Ismène, daar zit ze voor ons, naakt. Ze wrijft zich in met asaarde. Op een kruk, aan de rand van water, in een schemering. Het wit van de as steekt af tegen de donkerte van de eenzaamheid. Ze richt zich tot het publiek, dat vlak bij haar zit. In het begin voel je je nog voyeur, maar heel snel volg je haar woorden, haar zingen, haar handelingen, de visuele beelden heel intens.

Ismène als oude vrouw, ze kijkt treurig, ze neemt ons direct mee in haar verhaal, in haar jammerklacht, in haar mijmeringen. "Kom nu en dan eens langs. De tijd gaat hier langzaam." Het wordt geen tranerige jeremiade, alles wordt subtiel en suggestief verwoord, en nog sterker gespeeld en verbeeld. Er komt geen volk meer over de vloer, er is slechts het verrottingsproces van de meubels, het trage bederf van alles om haar heen. Ze vertelt over haar zus Antigone, haar dood, haar rol in het drama, over Haimon, de verloofde van haar zus, over vroeger, hoe de meisjes zich als jongens verkleedden en de jongens zich als meisjes, en hoe goed zij zich daarbij voelde, en hoeveel moeite Antigone daarmee had. Ze vertelt over haar vader Oidipoes, over haar gesprek met de tuinman die wel gebleven is na het noodlottig drama, en die ze nu weer terugziet. Zij groeit uit tot de tuinierster van herinneringen. Tot de bewaakster van de herinneringentuin. Het zijn niet de herinneringen van heldhaftige protagonisten als haar zus, of Electra of Medea, neen, het zijn herinneringen van en aan een anoniem koorlid. Maar met naam. Ismène komt uit de schaduw van haar zus, uit de schaduw van haar vader. Met tegenzin, maar ze moet, ze voelt dat ze niet anders kan. Zij is anders dan Antigone, anders dan Electra en Medea uit de Griekse tragedies die handelden en hun lot uitvoerden. Ismène weigert dat, ze voelt zich gevangen door haar tijd, door al het tasbare om haar heen. Zij is nu de protagoniste van een drama dat haar niet aangaat, waar ze buiten staat. Ze voelt zich van deze aarde, ze voelt zich verwant mt de vier elementen: water, aarde, vuur en lucht. Zij voelt zich als deze elementen, onopvallend constant afwezig aanwezig. En al deze elementen komen in de voorstelling aan bod. Het water waarin ze staat, de wind die het water in de geprojecteerde beelden laat golven, het licht van het vuur, de grond, de as waarmee ze zich inwrijft. De oerelementen als essentiële elementen van rituelen, van zuiveringsrituelen. Water, lucht, vuur, aarde, elementen waarmee ze als kind in contact stond. Toen waren haar zus en haar vader nog dicht bij haar, nu resten haar slechts die natuurelementen. Het zijn de poëtische woorden, de metaforen, de krachtige zinnen, die beklijven. Zinnen die zonder haperen gevolgd worden door gezang, Griekse elegieën. Hoe mooi gaan haar gesproken woorden over in melodieuze klanken en gezangen. Ook de projecties en de belichting sluiten daar organisch bij aan. Steeds in zwart-wit en veel grijs rimpelt het water, zijn er de details van struiken en uit de natuur. Uit de schemerte klinken er korte geluidjes, wordt Ismène omringd door het fatum van de natuur zelve. Deze waterspiegelingen zijn de spiegelingen van haar zelf. Zij vormen haar doodsplek, zij bereidt hier haar sterven voor. Zo hartverscheurend, zonder dat het sentimenteel wordt. De kracht van Marianne Pousseur zit in haar ingetogen spel, haar suggestief beklag, in haar technisch perfecte wisselingen tussen tekst en gezang. Wat een metier, wat een uitstraling!


Info: www.khroma.eu

Dit artikel werd reeds 106 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens