| Staalkaart: kunst exclusief verpakt. | 4 September 2009 |
Het cultureel tijdschrift Staalkaart is meer dan de opvolger van Muziek & Woord, dat Klara (VRT) verleden jaar bij gebrek aan middelen diende te stoppen. Vooral de luisteraars van klassieke muziek waren dan ontgriefd. Al deden de medewerkers van Klara pogingen om ook de woordkunst (in ruime zin) een plaats te gunnen, een bevredigend kunstentijdschrift was Muziek & Woord niet.
Lieven de Laet en zijn medewerkers die met uitgever DECOM in Mechelen al betrokken waren bij het verspreiden van Muziek & Woord, hopen met Staalkaart beter tegemoet te kunnen komen aan de toenemende vraag vanuit de kunstensector én van uit het publiek, naar duidende informatie en kwaliteitskritiek. De dagbladpers heeft er oog noch plaats voor en volgens de actiegroep Press for more bezondigen de media zich daarenboven aan een flagrante eenzijdigheid inzake berichtgeving.
Kan het dat Staalkaart, dat slechts om de twee maand verschijnt, toch een steun wordt voor wie artistiek bezig is, de “kunstenaars”, of hoe ze zich ook willen noemen, en voor diegenen die er over schrijven? Ook als het aantal afnemers van een dergelijk magazine in Vlaanderen, ongetwijfeld nog altijd aan de magere kant is? Bij deze frisse, op glazend papier gedrukte salonfähige verschijning van Staalkaart rijst meteen ook de vraag of er niet eerder nood is aan een bijdehands, op krantenpapier gedrukt en op zijn inhoudelijke kwaliteit getaxeerd weekblad over het kunstgebeuren en de weerslag daarvan op het maatschappelijke leven.
Daarmee wordt niets afgedaan van de exclusieve verpakking waarin Staalkaart verschijnt en zeker niets van de inhoud van het magazine, die door gerenommeerde recensenten stijlvol wordt verzorgd. Het gaat er om dat, hoe regelmatiger met verstand van zaken over creativiteit wordt gepubliceerd en gelezen, er ook een kans bestaat dat het aantal kijkers, lezers of luisteraars dat er eveneens mee begaan is, uitgebreider, meer onderlegd en kritischer wordt. Meteen kunnen dan ook bepaalde instanties, die nu liever meer investeren in drempelverlagende activiteiten er op gewezen worden dat er nog altijd iets bestaat dat ingaat tegen commercialiseren en versimpelen. Nu meer dan ooit heeft een mens behoefte aan overlevingsstrategieën. Of, om het met Jan Lauwers (Needcompany) te zeggen: “kunst maakt het leven leefbaar” (Nieuwsbrief van september 2009).
Het is de vraag of de redactie van Staalkaart de bedoeling heeft met dit tijdschrift verder te gaan dan het breedvoerig en essayistisch begeleiden van wat op een bepaald ogenblik het meest in het oog springt op het gebied van muziek, woord, dans, beeldende kunsten en hun vertakkingen. Op zich is een dergelijke degelijke aanpak toe te juichen. Voor- en nabeschouwingen over wat zich in een steeds kleiner en benauwend-wordende wereld afspeelt en de houding van de “artiesten” en hun fans daartegenover, zouden echter ook niet misstaan in een magazine van een zeker gewicht. Een kritische afstand durven nemen tot makers van kunst, tot overheden en organisatoren is even essentieel als het verspreiden van informatie. Door het hele gamma van de artistieke creativiteit te willen bespelen, blijft voor Staalkaart evenwel niet veel ruimte over om op bepaalde themata of twistpunten dieper in te gaan.
Wat podiumkunst betreft wordt in het eerste nummer van Staalkaart gefocust op het twintig jarig bestaan van STAN (Geert Sels), de middelmatigheid van het voorbije Theater aan Zee (Evelyne Coussens), de bewerking van Malcolm Lowry’s roman Onder de vulkaan, van Josse De Pauw en Guy Cassiers voor het Toneelhuis (Wouter Hillaert), de opera Wozzeck van Alban Berg, Martin Brabbins en Guy Joosten in de Vlaamse Opera (Lucrèce Maeckelberg), Airport Kids en Breaking News van het Berlijnse collectief Rimini Protocoll in deSingel en STUK (Geert Sels), Spoken World 1989-2009 in het Kaaitheaterfestival (Marianne Vankerkhoven), de dansvoorstellingen The song van Rosas en nieuwZwart van Wim Vandekeybus (Pieter T’Jonck).
In Vlaanderen krijgen podiumkunsten aandacht in gespecialiseerde periodieken zoals etcetera, Documenta, recto-verso, Courant (Vlaams Theater Insituut), in Klara (VRT) en in enkele internetmagazines. Vanzelfsprekend nu ook in Staalkaart en de hierboven genoemde medewerkers voor theater (hun namen staan tussen haakjes) zijn geroutineerde recensenten en critici uit diverse media. Bekende pennen, herkenbare visies, gevoelens en gevoeligheden. “Er is ook plaats voor jong talent”, belooft Lieven de Laet in zijn openingswoord. Ook voor beginnende recensenten? Jonge losse medewerkers die zich geroepen voelen maar noodgedwongen eendagsvliegen zijn? Theaterrecensenten die er een dagtaak en een vast salaris aan hebben, zijn er wellicht niet meer in Vlaanderen sinds Wim Van Gansbeke is overleden en Pol Arias op rust is gegaan. Freelancen zou geen negatieve gevolgen mogen hebben. Het als zodanig (fysiek en financiëel) kunnen uithouden en door een bestendige allertheid een bekwaam gezag verwerven, dat zijn echter de knelpunten. Een uitdaging? Ook voor Staalkaart?
Staalkaart verschijnt vijf keer per cultureel jaar, en niet in de zomer. Een abonnement kost nu 48 euro en loopt tot eind 2010 (6 nummers).
Web: www.staalkaart.be Email: staalkaart@gmail.com
|
| Dit artikel werd reeds 106 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|