Schöpfung und evolution. Theater PACT
Of hoe een voorstelling ook David und Goliath am Festival had kunnen heten. | 3 September 2009 |
Op het theaterfestival 2009 in Brussel opent Bronks zijn deuren voor de meest relevante amateurvoorstelling van het jaar. In tegenstelling tot de professionele selectie gebeurt die van Schöpfung und evolution niet door Geert Opsomer en co maar door de Open Doek jury. Dit wordt duidelijk gecommuniceerd in de programmaboekjes en de voorstelling staat dan ook in het parallelprogramma. En toch blijkt de receptie van deze Schöpfung erg moeilijk. Omdat de voorstelling willens nillens tussen een keur aan professionele voorstellingen staat, is de verleiding erg groot om in de zaal de vergelijking te maken. En dan laat het kwaliteitsverschil zich voelen met twee vernietigende recensies in het festivalblad tot gevolg. Zelf hebben we onze bedenkingen bij oordelen als “[…]dat de ene acteur met het syndroom van Down […] nog het meeste respect verdiende, dat zegt genoeg over het spel van de rest”(1).
Schöpfung und evolution is geen verfijnde voorstelling. Het past het principe zacht-hard met de grove borstel toe, grijpt naar voor de hand liggende beelden of gemakkelijke effecten en heeft moeite zichzelf in te tomen. U kent het wel, less is more of in der Beschränkung zeigt sich der Meister. Maar het wil nu net dat ook veel professionele voorstellingen niet slagen in dat meesterschap. Het kostte Miro liters verf voor hij tevreden was met slechts een lijn op het canvas. Arvo Pärt heeft acht jaar stilte nodig gehad voor hij de stap van experimenteel geschreeuw naar minimaal geluid kon zetten.
De inhoud van Schöpfung und evolution is duidelijk: het leven is een tranendal. Deze boodschap verpakt theater PACT in een afwisseling van monologen en beeldende of muzikale scènes. Door het weinige samenspel tussen de personages ontbreekt de voorstelling wel de samenhang die het door de inhoud zo sterk meekrijgt. Daardoor wordt de voorstelling een soort van patchwork van allemaal kleine variaties op een thema. Variaties met wisselende kwaliteit. De ode aan de heilige Benedictus, die pro life en dus ook vol voor kinderprostitutie is, gaat door merg en been. Het nut van de goocheltrucs heb ik niet begrepen.
De spelers staan met veel lef op het podium. Daardoor spelen ze vaak in overdrive. God en Eva kunnen dit geweld wat temperen maar worden uiteindelijk toch overstemd door Adam, de Duivel en haar trommelbende. De live trommelband, verhoogt het circusgehalte, maar om de voorstelling een circusact te laten lijken is het beeld niet zuiver genoeg. De grote discobal boven het publiek en het jassenrek prominent op het podium doen niet aan het circus denken. Je krijgt eerder het gevoel van een onbestemde ruimte. Een grote Jodenster doet dienst trukendoos en altaar. De achterwand bestaat uit witte losse banden die gebruikt worden als verhakkeld projectiescherm, en die naar het einde toe wat lullig gaan bewegen aangevuurd door enkele blazers achterin. God, het zwijn, is voortdurend aanwezig, eerst nog centraal en hoog toornend boven het altaar, later marginaal en kruipend over de vloer.
De voorstelling wisselt foute humor af met rauwe effecten. Dat irriteert, en dat moet ook irriteren. Schöpfung wil de lelijkheid van het leven tonen en doet dat consequent in zijn kitscherige decors, zijn eclectische muziekkeuze en schreeuwerig stemgebruik. Dat wij het liever anders zien, doet niets af aan de consequente regiekeuzes die er gemaakt zijn.
Concluderend kunnen we zeggen dat Schöpfung und evolution zijn plaats op het theaterfestival verdient, zei het dan in het nevenprogramma, omdat amateurtheater ook theater is en een erg interessante wisselwerking kan aangaan met de professionele voorstellingen van het festival. De recensenten hebben daar in dit geval toe bijgedragen. Schöpfung und evolution staat in het midden van de belangstelling op het festival. De voorstelling op zich is onverfijnd, ongenuanceerd en ronduit lelijk. En dat mag, want het probeert de toeschouwer te raken.
Info: Idee, vorm & coaching: Danny Cobbaut, Rubben Smits. Van: Jef Devaddere, Lore Waignein, Gracienne Van Nieuwenborgh, Bart Vens, Joeri Rimbaut, Danny Cobbaut, Rubben Smits. Techniek: Danny Verhoeven, Haïke D’ Haese
Voetnoot (1): Christoffel Hendrickx in Dagkrant het theaterfestival 09 28/08/2009
|
| Dit artikel werd reeds 94 keer gelezen. | auteur(s):Arnaud Deflem |
|