Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Gedrevenheid in drie monologen.
Evariste, Datumloze dagen en La voix humaine
23 Mei 2009

Met een eigen tekst of met deze van een ander, je moet iets te zeggen hebben en het ook op een meer dan gewone manier kunnen doen. In drie uiteenlopende monologen en vanuit verschillende gezelschappen hebben Halina Reijn, Benjamin Van Tourhout en Tom Jansen zich overgegeven aan een passievolle gedrevenheid.   

In Evariste heeft Benjamin Van Tourhout het over de jonggestorven Evariste Galois (1811-1832) en zijn  passie voor wiskunde, een revolutie en een vrouw. Actrice Halina Reijn heeft het in La voix humaine van Jean Cocteau over de passie van een vrouw voor een geliefde en de ondraaglijke verlatenheid wanneer die relatie stopt. In Datumloze dagen, naar de roman van Jeroen Brouwers, is Tom Jansen een verbitterde man en vader, uiteindelijk toch in beslag genomen door de zoon die hij nauwelijks kende. Drie solisten die in drie monologen variëren op de confrontatie van een mens met een waarheid, een waarheid die doodt.                     

Een harde waarheid waar de historische Evariste Galois als knaap mee geconfronteerd wordt, is de zelfmoord van zijn vader, burgemeester van een piepklein dorp in Frankrijk, socialist en voortdurend in conflict met de pastoor. Zelfmoord na jarenlange pesterijen. Evariste, die een nauwe band heeft met zijn vader, wordt op slag revolutionair en wil zijn vader wreken. Hij verdringt zijn later als geniaal erkende gave voor wiskunde. Roekeloos vechtend gaat hij de straat op, wordt gevangen genomen. Wil gewoon alles wat met God of koning te maken heeft, weg. In een zoveelste gevangenschap ontbrandt liefde voor een vrouw die al een relatie heeft. Het komt tot een duel. Galois weet dat hij geen kans heeft. Zelfmoord? In de nacht voor het duel schrijft Galois een aantal schriften vol. Zijn wiskundige knobbel neemt hem helemaal in beslag. Na zijn dood wordt uit zijn geschriften de Galoistheorie gedistileerd, hogere algebra, die te maken heeft met het probleem van vijfdegraadsvergelijkingen. Nu is algemeen aanvaard dat hij pal voor zijn dood een eeuwenoud probleem tot een definitief einde heeft gebracht.

In deze monoloog, waarvoor hij ook zelf de historische bronnen onderzocht, schuift Van Tourhout in een mathematisch afgewogen evenwicht fictie en non-fictie in elkaar. Op die manier maakt de gedrevenheid van Galois zich meester van de speler Van Tourhout. De tafelspringer die Galois is als revolutionair, laat zich ter dege kennen op een grote tafel als enig decorstuk tegen een donkere wand. Dit speelvlak is echter voor de wiskundige een geestelijk eiland en tenslotte wordt het ook zijn gevangenis.

Evariste is een creatie. Er is geen voorgaande, geen model, geen mogelijkheid zich op iets te oriënteren. Voor Van Tourhout, die voor zijn eigen groep NUNC al meerdere stukken schreef, regisseerde en er in meespeelde, is Evariste een confrontatie met zichzelf. Hij wil weten waar hij staat als speler. Als schrijver heeft hij al een en ander bewezen. Hij heeft een zwak voor geschiedenis en weet ook hoe uit deze stof theater te maken is, al haalt hij, jammer genoeg, met zijn nieuwste stuk Little boy (voor BAFF & NUNC) niet het niveau van zijn vorige. Dit mag echter geen reden zijn om hem als schrijver en vertolker van eigen werk niet te blijven volgen. Van Evariste komt er ongetwijfeld nog een nieuwe reeks.

Het werk van Jeroen Brouwers is bekend en opvallend is dat zijn proza zich uitstekend leent voor theater. Dirk Roofthooft bewees het met Bezonken Rood, nu doet Tom Jansen het met Datumloze dagen.

De dood speelt een opvallende rol in wat Brouwers schrijft en dat is des te meer het geval in Datumloze dagen. Die tekst werd in 2007 geschreven op aandringen van acteur Roef Ragas, die afstudeerde op een scriptie over Brouwers’ werk en de schrijver om een monoloog vroeg. Een dag nadat Ragas de tekst had ontvangen en gelezen, overleed hij in Amsterdam aan een hartaanval. Er werd besloten de monoloog toch te laten spelen. Léon van der Sanden van theatergroep Het Vervolg in Maastricht maakte een bewerking en regisseerde Tom Jansen, die er in 2008-2009 een grote tournee mee deed in Nederland en België.  

Het ware jammer mochten van Datumloze dagen geen verdere voorstellingen meer gespeeld worden. Tom Jansen is bekend van film en televisie, maar evenzeer van theater, soms samen als “maat”, met Josse De Pauw. In Datumloze dagen is hij een man in de herfst van zijn leven. Hij ziet als in een lange wandeling zijn leven voorbijtrekken. Weinig opwekkende herinneringen, des te meer herinneringen aan de dingen die hij meende te moeten doen tot het achteraf bleek dat het verkeerd liep. Maar is het allemaal zijn schuld? Moeten liefde en geduld niet wederzijds worden opgebracht? Een kind wou hij niet en na zijn echtscheiding heeft hij de zoon, die zijn echtgenote persé had gewild, nooit echt leren kennen. Zoon en vader ontmoeten elkaar tenslotte toch, maar de dood laat niet los.

Tom Jansen speelt vanuit een rijpe bezinning. Van binnen uit. Heel sober maar zeer direct naar de toeschouwer toe. Heel wat situaties zijn herkenbaar en gewoon, maar in de zegging en de présence van Jansen ontdek je ook een nuchtere tragiek, soms droog komisch, dan weer op het cynische af, maar wat je meemaakt blijft altijd menselijk omdat het nooit eenduidig is. Het eigenzinnige, het egoïstische ook van de man en vader, mag dan al sterk aanwezig zijn, even sterk is bij hem ook de moed aanwezig dit ongemakkelijke leven onder ogen te willen zien. Jansen is hierbij de dwingende voorspreker van een schrijver die weet dat schrijven de pijn verzacht.         

Met Halina Reijn zitten we helemaal in de pijn van leven en liefde. Deze actrice van midden de dertig, die onder meer bij De Trust speelde en nu al een tijd bij Toneelgroep Amsterdam actief is, heeft samen met Peter van Kraaij een vertaling gemaakt van La voix humaine, zowat hét koninginnestuk voor een actrice. Jean Cocteau (1889-1963) schreef de monoloog in 1930 en de Belgische actrice Berthe Bovy (1887-1977) creëerde het korte stuk haast onmiddellijk met groot succes in Parijs. Na Bovy hebben in vele talen de beste actrices er zich aan gewaagd, zoals Anna Magnani en Simone Signoret. In hoeverre dit pijnlijk afscheid van een jonge vrouw van haar geliefde, die op het punt staat met een andere te huwen, met Cocteau en Bovy te maken heeft, behoort tot de vele roddels van het toenmalige Parijse kunstenaarsleven. Interessanter is het te vernemen dat deze monoloog nog altijd boeit en tot een artistiek hoogstandje kan leiden.

Halina Reijn speelt in een regie van Ivo Van Hove en dat betekent dan ook dat er zoveel als mogelijk wordt uitgeperst, zonder aan overacting te gaan doen.                 

Het is vooral een afstandelijke voorstelling. Een scènebreed schuifraam (decor en belichting van Jan Versweyveld) scheidt het publiek van de actrice. We zijn gluurders. In een kale appartementskamer worstelt een jonge vrouw met een kluwen van gevoelens. Toch is er maar één gevoel, een onblusbare liefde, zoals er ook maar één telefoondraad en één toestel is, maar in dat ene gevoel zitten ontelbaar vele fijne draadjes geweven.

Jean Cocteau is zo professioneel geweest zijn tekst geen regie-aanwijzingen mee te geven. De afgebroken zinnen, de hapjes tekst, zijn met elkaar verbonden door rijen puntjes. Cocteau schrijft spreektaal die vaak ook een loutere gedachtentaal is die slechts bij beetjes wordt gezegd of gefluisterd of gemurmeld. Soms ook geschreeuwd. Een dergelijk scenario veronderstelt dan ook een component in een voortdurend variërende lichaamstaal. Wat in de jonge dame omgaat, hoe ze tot het uisterste gedreven wordt in haar haast onmogelijke poging haar geliefde terug te winnen, wordt weergegeven door het zeer gevoelig bespelen van de grote gesloten ruimte, waarvan het scheidingsraam tenslotte toch openschuift. Alsof het uitzichtloze van de situatie over het publiek zal worden uitgestort. Zo ver komt het niet. De stad heeft haar eigen geluid, haar eigen pijn. Ieder lijdt voor zich alleen. Volgend seizoen opnieuw mee te maken.


Info:


Dit artikel werd reeds 284 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel