Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De verraderlijke schoonheid van engelengezang
De Rafaëls van De Queeste
2 Mei 2009

Het Limburgse theatergezelschap De Queeste haalt De Rafaëls van auteur Filip Vanluchene van onder het stof. In een decor met een grote glazen bak vol vliegen (symbool voor aantasting en verval) en een fallisch aandoende catwalk (substituut voor de op de scène afwezige, maar in hun levens niettemin alomtegenwoordige invloed van testosteron), worden drie vrouwen gedwongen hun enge wereldbeeld te heroriënteren.

Het is zomer, 1943. De wereld voert oorlog, maar het dorp bereidt zich vooral voor op de viering van 'Maria-ten-Hemel-Opgenomen'. Anna (Chris Thys) repeteert een laatste keer met haar koor. De uitvoering van Panis Angelicus van César Franck moet het hoogtepunt worden waar ze een maandenlang naar heeft toegewerkt. Andrea (Katrien De Ruysscher) zorgt voor de bloemstukken en voor de nieuwe hemden van de twee sterzangers, de grote en de kleine Rafaël. Dan staat Elza Manderick (Tanya Zabarylo) opeens bij Anna in huis, een vreemd meisje waarvan de mensen denken dat ze door de muren kan lopen. Ze doolt soms nachten langs het water en de buurtbewoners vertrouwen haar voor geen haar. Wat is er deze keer mis? Heeft ze iets mispeuterd of is er iets anders gebeurd? De drie vrouwen spinnen samen een verhaal over menselijke relaties, schuld, onschuld en hypocrisie.

Theaterauteur Filip Vanluchene schreef De Rafaëls in 1994 voor het Brugse Theater De Korre. Op het eerste gezicht is deze tekst geen voor de hand liggende keuze voor een Limburgs gezelschap. Het stuk speelt zich duidelijk af in een West-Vlaams dorp. Maar vooral is de geconstrueerde taal van Vanluchene geënt op de West-Vlaamse dialecten. De actrices gebruiken weliswaar gearticuleerde AN-klanken (iets anders zou wellicht compleet belachelijk overkomen), maar de zinsconstructies en woorden verraden hun afkomst continu. Het resultaat is een kunstmatige Vlaamse spreektaal: 'Als ik niet zou weten dat er niets in huis is, ik zou zeggen ge hebt aan de drank gezeten, ge moest beschaamd zijn, het is nog geen acht uur en uw redens slaan al achterstevoor.' Ook het consequent gebruikte 'het', waarmee de twee andere vrouwen Elza benoemen, klinkt in het West-Vlaams bijvoorbeeld geenszins bizar of denigrerend, iets wat het in de standaardtaal wel doet: 'Ge kunt er geen staat op maken, het loopt overal binnen en buiten. Ge ziet het bij manier van spreken op gang ergens aan de grote baan en twee minuten later zit het bij de vaart, steentjes in het water te smijten.' De doorsnee niet-West-Vlaamse toeschouwer heeft enkele scènes nodig om aan dat taalgebruik te wennen. Als dat eenmaal zo is, helpt de taal echter mee aan de constructie en de eigenheid van Vanluchenes micro-universum.

Elza Manderick (overtuigend neergezet door Tanya Zabarylo) veroorzaakt nietsvermoedend enkele onomkeerbare barsten in de cocon waarin de twee andere vrouwen hun leven rond alledaagse beslommeringen en vaste patronen hebben gevormd. Alleen hun werk voor het kerkkoor doorbreekt de sleur en krijgt dan ook grote betekenis. Het is precies die betekenis die Elza ongewild en grotendeels onbewust in vraag stelt. Er is namelijk iets gebeurd, die nacht. Het dorp heeft een knal gehoord. Was het donder? Was het oorlogstuig? Andrea meldt dat er geld is gestolen bij haar. Zit Elza daar voor iets tussen? En waar zijn in godsnaam toch de twee Rafaëls, die met hun engelenstemmen de hoogdag kunnen maken of kraken? Wat is echter de schoonheid van engelengezang nog waard als de engelen gevallen lijken? Die sluimerende vraag dwingt Anna en Andrea positie te kiezen en kleur te bekennen. Je kunt in zulke gevallen immers maar twee dingen doen. De waarheid en haar consequenties onder ogen zien, met als gevolg dat je heel je wereld opnieuw zult moeten duiden, ofwel het gemak kiezen van de blinde hypocrisie.

De Queeste maakt van Vanluchenes tekst een degelijk stuk dat punten en komma's plaatst bij vragen over schuld en onschuld, confrontatie en ontkenning. Tegelijk geeft het gezelschap ook ruimte aan de lichte en grappige lagen ervan, waardoor de voorstelling nergens te zwaar op de hand wordt. Bert Hornikx zorgt live voor fraaie muzikale ondersteuning, die de sfeer van het stuk ten goede komt.


Info: www.dequeeste.be

Dit artikel werd reeds 336 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten