Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Een tarantella in technobeat.
Mimeopleiding Amsterdam en Lotte van den Berg, Spaar ze
25 April 2009

Een meisje komt naar voren, in een blauwpaarse jurk. Ze neemt de microfoon, en kondigt aan dat ze een tekst gaat lezen. In het Duits. Het gaat over jij, ik, wij. We lijken op elkaar, waar houd jij op, waar begin ik? Ze herhaalt de tekst. Een tekst van iemand die op zoek is naar de wereld, naar de anderen, en vooral op zoek naar zichzelf. Wat puberaal en naïef klinkt het, maar oprecht. Uit het hart. Eerlijk. En dat is ook het vervolg van de hele voorstelling.

Ze eindigt met 'wir tanzen', en dan klinken er keiharde bastonen. Een beat die niet te stoppen is. Het meisje beweegt, wat verder een blond meisje in een strak kleedje. Een lang meisje in een losse blauwe jurk beweegt links op het podium. Een klein meisje in een paarse broek, en met een jack en kap over haar hoofd gaat voor  de eerste rij van het publiek bewegen. Er komt een jongen in een rode losse trainingsbroek. Tegen de achterwand beweegt een andere jongen. Als hij zich na een tijd omdraait, zien we dat hij met een grote clownsmond geschminkt is.

Acht mensen die dansen, of eerder constant dezelfde bewegingen maken op het ritme van de dreunen. Een beat die zich voortzet, die opzweept, die de mensen op de scène in een hel licht laat rood oplopen, laat zweten. En wij, wij kijken ernaar. Drie kwartier lang kijken wij naar repetitief bewegende mensen, die als het ware in een roes komen. Wij kijken, en vragen ons af hoe die jongeren dat volhouden.  Hun benendansen is ongeveer hetzelfde, de bewegingen met de armen verschillen van persoon tot persoon. De ene slaat  alleen de rechterarm van boven naar beneden, een ander steekt steeds opnieuw haar beide armen naar boven. In een hoog tempo, zoals de beat aangeeft.

Ze dansen, dansen, tot ze er bij neer vallen. Een tarantella, in een eigentijds technobeat-jasje gestoken. De boze geesten uit je lijf dansen, de demonen eruit zwieren, jezelf ontduivelen. Je lichaam afmatten opdat je geest vrij wordt.

Een persoon gaat even aan de kant, een ander neemt een fles water, soms is er contact: ze botsen, en wat later kussen een jongen en een meisje elkaar. Even maar, even op adem komen, en dan gaan ze er weer tegenaan. Af en toe schreeuwt het meisje nog door de micro: Wir tanzen. Om zichzelf te overtuigen? Om zichzelf wijs te maken dat ze een gemeenschap zijn, een wij vormen? Het geheel straalt  een ritueel uit, een bezwering, met beat-mantra's en minimale herhalingen.  Extatische roes, sublieme religie van gebondenheid.  Dan plots rust, een jongen neemt een gitaar, speelt wat, de andere komen op adem, kijken bewonderend naar hem, als bij een kampvuur van de scouts. Groepsgevoel? Sommigen eten een tomaat, een meisje zegt: ik hou van jullie allemaal. Om daarna in proesten uit te barsten. De groep volgt, ze zingen nog keihard We love you hardcore, om daarna weer in het beatritme rond te springen, om er nog even in op te gaan, om dan uit elkaar te gaan . We hebben onze portie gehad. Het was fijn, goed, 'wir haben getanzt', dat was het dan. Terug naar de leegte van het gewone leven. Of vormde dat dansuur de leegte. Omhulde dat dansuur die leegte ?

Lotte van den Berg (zie archief) heeft deze mensen, deze laatstejaarsstudenten van de mimeopleiding van Amsterdam op hun vraag begeleid. (mime is hier wel heel iets anders dan het oubollige bekken trekken van witte gezichten en gesticulatie van handelingen die je dan moet raden.) Van Lotte van den Berg zijn we 'verstilde' producties gewoon. Producties waarbij in een ruim open veld of op een vloer met duizenden zeepjes zich langzaam dramatische momenten afspelen: indringend traag, drama in stilte. Ook deze voorstelling is ondanks het luide lawaai en het constante dansen, stil. Existentieel stil.  Snoerende stilte.

Info: o.a. via www.stuk.be


Dit artikel werd reeds 280 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens