Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Malpertuis over schijn en zijn. Metamorfosen van Ovidius, Arfeuille en anderen. 18 April 2009

De Romeinse dichter Publius Ovidius Naso (43 voor Christus) was een zoon uit een adellijke familie uit de Abruzzen, mocht studeren in Rome en Athene en was helemaal niet geïnteresseerd in politiek noch in een ander beroep dat de status van de familie zou bevestigen. Na een korte maar felle activiteit als advokaat en door het feit dat Ovidius van huis uit rijk genoeg was, gaf hij zich vrij vlug over aan de schone letteren. Tot ongenoegen van zijn vader, maar gelukkig voor ons.

Ovidius bewaarde en bewerkte in zijn geschriften niet enkel een groot aantal antieke legenden, hij relativeerde ook zeer sterk de gangbare opvattingen van zijn tijd. Hij verkeerde weldra in hoge kringen waar de schijn van het fatsoen werd hooggehouden maar in feite de liederlijkheid werd beoefend. Aldus kwam Ovidius ertoe een galante erotiek in zijn gedichten te beoefenen, de frivole muze te dienen, de lichtzinnigheid als een spel met de taal te eren. Bekend zijn onder meer zijn Ars Amatoria, of de Kunst van het liefhebben en daarbij aansluitend de Remedia Amoris, een remedie tegen de liefde.

Zijn omvangrijkste werk dat daarenboven de laatste jaren door verschillende theatermakers fragmentarisch voor het theater is bewerkt, is De Metamorfosen. Deze “gedaanteveranderingen” is een verzameling van omtrent 250 gedichten in 15 boeken. Het is een scheppingsverhaal, een zogezegde bijbel, waarin het ontstaan van de wereld en de mensheid vanuit de chaos wordt verteld. Het werk bevat zowel historische verhalen als mythen en legenden over allerlei goden. Zo heeft Ovidius een verhaal over het menselijk geluk in een paradijselijke staat van nietsdoen die dan verandert in een levenswijze vol tegenslag en onheil.Om maar te zeggen dat in het werk van Ovidius heel wat voorkomt dat we nu nog herkennen. Dat kan dan ook een reden zijn voor een theatermaker om naar teksten van Ovidius te grijpen en er iets mee te doen.

Wat regisseur Piet Arfeuille er voor Malpertuis (Tielt) mee doet, manifesteert zich vooreerst in de strenge selectie van amper drie boeken: Biblis, Perseus, Phaiton. De voorstelling is echter zo opgebouwd dat zeer geleidelijk van Ovidius naar een eigen inbreng van de spelers wordt overgegaan. De vier spelers die Piet Arfeuille hier samenbrengt vertegenwoordigen niet enkel verschillende generaties spelers, ze werden ook tijdens het repetitieproces elk met hun eigen ervaring en visie met elkaar en met de regisseur geconfronteerd.

De kern van Metamorfosen is duidelijk gebaseerd op de stelling dat niets vergaat, maar alles verandert. Dat mensen niet veranderen maar veranderd worden. Zo is sterven geen einde maar “slechts vormen van verandering in het zijnde”, zoals ook Erik Van Ruysbeeck eens dichtte.

Het leven is voortdurend in verandering, in taal en communicatie, in moraliteit, in bezitsdrift en verval, in het doorgeven van cultuur aan het nageslacht. In het ervaren van klimaatsverandering of het overleven van insecten.

Dat mag allemaal zeer enstig klinken, maar bij Ovidius en Arfeuille en zijn medewerkers wordt daar een aardig potje van gekookt. Letterlijk dan nog wel, want de hele voorstelling door, staat de pot op het vuur. Zo wordt er ook voortdurend, vertrekkend vanuit de zeer klassieke tekst van Ovidius, associatief tewerk gegaan. Het ene woord brengt het andere bij. De ene speler neemt de draad van de vorige over en breit er een vervolg aan, al dan niet uit eigen vinding, maar altijd vanuit een eigen dynamiek. Op die manier krijgen de extravagante verhalen van Ovidius een verlengstuk naar hedendaagse gespreksonderwerpen en vooral naar meer herkenbare menselijke relaties.

Die enkele verhalen van Ovidius zijn in feite niet meer maar ook niet minder dan een aanleiding om tot een voorstelling te komen waarin de inbreng van de spelers van primordiaal belang is. Voor regisseur Piet Arfeuille weer een blijk van artistieke durf, zoals ook zijn vorige regie voor 2019 Droomspel (voor het Productiehuis Brabant/Zuidelijk Toneel, Nederland), niet enkel een experiment maar meteen ook een openlijk statement was omtrent zijn visie op toneelspelen, namelijk als een spel op de grens tussen fictie en werkelijkheid. Met 2019 Droomspel, een spel zonder woorden, waarvan hij een remake belooft, wil hij de toeschouwer tot kijken dwingen, het oog als een caméra vérité aanwenden, het beeld als een provcatie, de theatrale duur van een handeling gelijkstellen aan de werkelijke duur. Met Metamorfosen combineert hij weer oog en oor, beeld en woord, met nadruk op het dwingend luisteren. De verhalen zijn, naar hedendaagse norm, lang en krijgen zelfs nog een verlengstukje waardoor de fictie van Ovidius, naast een theatrale ook een concrete en actuele invulling krijgt. Tot je het door hebt dat het hier gewoon over vier mensen gaat die op de een of andere manier met elkaar in een nauwere, zeg maar intiemere manier tot elkaar willen komen. Het afstandelijke dat tussen de personages hangt in het begin van de voorstelling, zie je stilaan tot een zeer kleine afstand krimpen. Zo zie je ook langs welke grote verhalen, als zovele kronkelwegen, mensen zich bewegen om uiteindelijk kenbaar te maken, soms potsierlijk of dubbelzinnig, hilarisch of veinzend, in bewoordingen die te kort schieten, dat ze elkaar niet kunnen missen.

Het flegma dat Gunter Lesage (ex-De Onderneming, Lazarus) kenmerkt, de directe en meer gelaagde manier van zeggen en doen van Tania Van der Sanden (in alle media thuis), de meer emotionele bewogenheid van Mieke De Groote (sinds 1981 in vele gezelschappen en onlangs op tv in Van Vlees en Bloed) en de jeugdige gedrevenheid van Gilles De Schryver (Zuidpool, NUNC) smelten samen tot een smakelijke, babbelende en kabbelende, beeldende en vervreemdende vertoning.

In september ondergaat ook Malpertuis een gedaanteverandering in die zin, dat Piet Arfeuille er artistiek leider wordt in opvolging van Bob De Moor, die er acht jaar het roer in handen had. De Westvlaming Arfeuille (1961) volgde een opleiding aan de Toneelacademie en de Jekerstudio in Maastricht en heeft zich sindsdien zelf een “Maastrichtnorm” opgelegd: zich niet laten vangen in een bepaalde hoek, zich niet laten determineren. Een goede vijftien jaar geleden begonnen als regisseur én acteur heeft hij inmiddels zijn visie voortdurend breder uitgebouwd en ontdekt hoe theater een voortdurend variërende vormentaal mogelijk maakt. De komst van Arfeuille naar Tielt is dan ook voor hemzelf én voor Malpertuis een uitdaging.           


Metamorfosen is tot 30 april 2009 op reis en op 1 en 2 mei nog te zien in Malpertuis te Tielt.

Info: www.malpertuis.be en info@thassos.be

Dit artikel werd reeds 415 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel