| De rechter en de beul: een arts op het podium | 26 Februari 2009 |
Marc Cosyns, een arts die al jaren begaan is met thema’s zoals euthanasie en palliatieve zorgen, liet Guy Cassiers van het Toneelhuis de roman De rechter en de beul van Janine de Rop lezen. ‘Of hij niet geïnteresseerd was om het verhaal op de planken te brengen...?’ Cassiers ging op het voorstel in, maar liet Cosyns zélf op het podium staan.
De voorstelling maakte deel uit van Cassiers, Simons & Van Hove – Le Salon des Exilés, het antwoord van kunstencentrum Monty op het festival Antwerpse Kleppers in het Toneelhuis. Als de Bourlaschouwburg zijn deuren open zet voor de Antwerpse kleinezaalgezelschappen, geeft Monty een plaats aan de regisseurs van de grote huizen. Guy Cassiers maakte van de gelegenheid gebruik om De rechter en de beul te realiseren.
Aan het woord in deze monoloog is Martin Herzlinger, een Duitse arts die in de tweede wereldoorlog zonder veel tegenspartelen het euthanasieprogramma van de nazi’s op zijn gehandicapte patiënten heeft toegepast. Na de oorlog neemt hij de identiteit aan van een collega die naar de kampen is gevlogen omdat hij datzelfde programma weigerde uit te voeren. Hij blikt terug: wat is er precies gebeurd? Welke drijfveren had hij? Hoe groot is zijn schuldgevoel en hoe gaat hij ermee om? Herzlinger heeft het ook over Inge, die als kind door polio in een rolstoel is beland en zich heel haar leven maar een halve vrouw heeft gevoeld. Zij heeft zo haar persoonlijke redenen om achter het euthanasieprogramma te staan.
Een arts met interesse voor het hedendaagse euthanasiethema in een stuk over een nazi-arts met een groot aantal doden op zijn geweten. Meer heb je niet nodig om het debat aan alle kanten open te trekken. Maar wat doet een arts in de rol van acteur voor een theatervoorstelling? Marc Cosyns pretendeert niet dat hij een acteur is, met een als acteur getraind geheugen. Guy Cassiers lost het probleem op een elegante manier op. Het decor bestaat voornamelijk uit een aantal schermen, microfoons en videocamera’s. Met die opstelling drukt de regisseur duidelijk zijn stempel op de scenografie én stelt hij zijn arts-speler in staat om – waar hij ook kijkt – zijn tekst van de autocue af te lezen. Doordat er zoveel schermen zijn en vooral doordat de tekst ook in het groot op de achterwand geprojecteerd staat, is hij niet zomaar een alomtegenwoordig geheugensteuntje, maar een integraal deel van het decor. Natuurlijk maakt een tekst nog geen acteur en dat merk je aan de manier waarop Marc Cosyns de monoloog brengt. Hij spreekt heel rustig (een onmiskenbaar pluspunt), maar spijtig genoeg ook erg monotoon, waardoor de tekst minder impact heeft dan de inhoud zou doen vermoeden.
Links vooraan op de scène staat een laatste televisiescherm. Dat is voorbehouden voor videoboodschappen van Inge, die uiteindelijk zelf – en met haar goedkeuring – slachtoffer is geworden van het euthanasieprogramma. Katelijne Damen neemt haar verhaal voor haar rekening en doorbreekt daarmee op deugddoende wijze de monotonie van de rest van de voorstelling.
De rechter en de beul is een mooie, kleine voorstelling geworden, die zeer goed weergeeft waar bepaalde mensen hun radicale ideeën vandaan halen, hoe zoiets groeit en hoe na de feiten wordt omgegaan met schuldgevoel. Met iets meer reliëf had ze nog veel meer kunnen zijn.
Info: www.monty.be of www.toneelhuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 275 keer gelezen. | auteur(s):Ines Minten |
|