Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Het lot aanvaarden in een bevreemdende gelatenheid.
fABULEUS, Playground  love
22 Februari 2009

Met deze nieuwe productie heeft fABULEUS weer een bijzonder project opgezet. Deze keer met jongeren én met jonge makers.  Met een groep van vijf meisjes en één jongen tussen 17 en 19 jaar gingen de theatermakers Steven Beersmans en Ruth Mellaerts aan de slag. Ze maakten samen een verhaal dat zijn inspiratie vond in een boek en films,  en ze schreven op basis van improvisaties dialogen en het scenario. Existentiële thema’s zoals je lot en je einde aanvaarden, en zin aan het leven geven, worden in een bevreemdend kader aangekaart.  Welke impact heeft de omgeving waarin je verkeert op jou, en hoe vreemd is het eigenlijk niet om je lot te aanvaarden. Moeten we ons fatum  zomaar ondergaan, is zeker een vraag die het (jongeren-)publiek zich nadien zal stellen

Beide theatermakers hadden al aan eerdere fABULEUSproducties meegewerkt, zowel als speler als ook als mede-maker/dramaturg. Deze productie was voor hun de eerste keer om het echt alleen te doen (weliswaar natuurlijk onder de vleugels en met hulp van het vaste fABULEUSteam). Inspiratiebron was het boek ‘Never let me go’ van Kazuo Ishiguro en een aantal films en kortverhalen.
Microfoons hangen boven het speelvlak. Achteraan staan attributen, vier mensenfiguren zitten en staan in de schaduw. Op het speelvlak een jongen en een meisje. Het personage Roos komt naar voor, plaatst zich onder een microfoon, stelt zich voor, heeft het over Tom, neemt afscheid van hem. Hij zal sterven, de andere vier zijn hem al voor gegaan. Roos vertelt haar verhaal, we krijgen flashbacks.
Maar dan wordt het onduidelijk. We krijgen de zes personages te zien in het zgn. Instituut. Roos treedt er ook naar voren als vertelster, die commentaar geeft, herinneringen ophaalt, twijfelt. Heeft ze toen  wel de juiste beslissingen genomen, heeft ze toen haar  gevoelens juist gevolgd?  Er is iets vreemds met deze groep aan de hand, en eigenlijk wordt het – voor mij dan toch – te laat duidelijk dat deze mensen voorbestemd zijn om organen af te staan. Tegen dat ze twintig zijn, zullen ze na al de donatie-operaties sterven. Dat is hun lot, dat weten ze, daarin berusten ze. Die verhaallijn had wat meer in het begin scherper aangezet kunnen worden. Want nu bleef de eerste helft beperkt tot kabbelen in kinderlijke en puberale ruzietjes, wrijvingen en vriendschapsidylle. Overigens wel met leuke en rake aforismen en opmerkingen over de jeugd in het algemeen.  Alles wordt gebracht in een afstandelijke vertelstijl, met af en toe echt gespeelde scènes en ook in een heerlijk overacting-fragment van breedsprakerig adolescenten-intellectualisme.

Vanaf de twee helft wordt de spanning voelbaar, de spanning van het te dragen lot en van de predestinatie, de vervreemding van de gelatenheid waarin deze personages hun lot ondergaan. Ze stellen zich geen vragen over hun bestemming, maar wel of ze lief en aardig voor elkaar geweest zijn. Het zijn kwetsbare en broze jongeren, en dan werkt de afstandelijke aanpak bevreemdend. Een vervreemding die mooi versterkt wordt door de muziek van Gerrit Valckenaers.
Ik vind het altijd moeilijk om jongeren te recenseren: het zijn dan wel jongeren die via audities geselecteerd zijn, en die al aan producties (of film en tv-reeksen) hebben meegewerkt en nog opleidingen volgen, maar het zijn nog geen professionele acteurs en actrices. Toch ging er van de zes een mooie uitstraling uit: Katrijn De Cooman, Julie Dulière, Ninke Gryp, Celine Peeraer, Delfien Vanden Heede, Bert Vam Puymbroeck. Vooral het personage Roos (Ninke Gryp) was erg naturel. Telkens als ik een productie van fABULEUS zie waarin jongeren meedoen, sta ik in bewondering voor wat dit gezelschap uit die jongeren kan halen. Ook nu weer.


Info: www.fabuleus.be

Dit artikel werd reeds 451 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens