Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Ifigeneia in Aulis van Toneelgroep Amsterdam
Sterke elementen op grote afstand
11 Februari 2009

De Griekse theaterauteur Euripides schreef Ifigeneia in Aulis vlak voor zijn dood in 406 voor Christus. Met een list – ze mag trouwen met de held Achilles! – lokt legerleider Agamemnon zijn dochter Ifigeneia naar Aulis. Daar wacht het Griekse leger het einde van de winstilte af, zodat het naar Troje kan uitvaren om Helena terug te halen. Een orakel heeft verkondigd dat Agememnon de windstilte alleen zal kunnen verbreken als hij zijn dochter offert. Deze plot maakt van Ifigeneia in Aulis misschien wel de meest tragische van alle Griekse tragedies. Toneelgroep Amsterdam en gastregisseur Robert Woodruff maken er een tamelijk onevenwichtige voorstelling van, die hier en daar raakt, maar er meestal niet in slaagt om de te grote afstand tot het publiek te overbruggen.

Woodruff bouwt de voorstelling op met allerlei schijnbaar lukraak gekozen vondsten. Sommige daarvan werken, andere niet. Vooral passen ze niet allemaal samen. Een geslaagd voorbeeld? Het decor. Meer dan tachtig plastic dummy's met dog tags om de hals staan streng in het gelid. Zij vormen het leger en beelden zo de macht van de massa uit, waar Agamemnon ondanks al zijn twijfel uiteindelijk toch voor zwicht. Tegelijk veruiterlijken ze de windstilte die oorzaak is van deze hele tragedie, door het scènebeeld te bevriezen in een erg statisch decor. Wanneer de wind uiteindelijk toch komt, schepen ze in: gereduceerd tot inwisselbare decorstukken worden ze op karren geladen – klaar voor export. Het decor doet heel duidelijk de machtsverhoudingen tussen legerleiding en troepen (of breder: tussen individuen en massa) uit de doeken: de één heeft nooit volledig controle over de ander, niemand doet of verkrijgt ooit zomaar wat hij zelf verkiest.

Een gewrongen voorbeeld, dan? Het koor. Op zich komt Robert Woodruff met een leuke vondst voor het traditionele koor aanzetten. Een handvol jonge operazangeressen zingt de scènes aan elkaar. In het Grieks. De muziek van componist Gene Carl klinkt bijzonder, de stemmen prima. Toch slaan de intermezzo's van de zangeressen in het geheel van de voorstelling als tangen op varkens. Waarom dragen ze zulke afschuwelijke jeanspakken die zowel de misplaatste ijdelheid van de ene als de mislukte poging tot podiumprésence van de andere potsierlijk benadrukken? En waarom moest het per se in het Grieks? Weliswaar zijn de zanglijnen voorzien van boventiteling, maar die werkt vooral storend. Ofwel kijk je naar wat op het podium aan de hand is en mis je de vertaling; ofwel zit je te lezen, maar mis je de handelingen op de scène. Op een ander moment, in een andere context had deze oplossing zeker gekund. Hier echter niet.

De acteerprestaties zijn stuk voor stuk sterk, dat moet gezegd. De moeilijke emotionele wendingen die Ifigeneia (Karina Smulders), haar moeder Klytaemnestra (Chris Nietvelt), en ook Agamemnon (Roeland Fernhout) maken, komen aan in de zaal. Ook Marwan Kenzari overtuigt ten zeerste in de rol van de verontwaardigde, gekrenkte en strijdvaardige Achilles. Desondanks bleef er een grote afstand tussen de zaal en de voorstelling. Op enkele rake momenten na bleef het stuk te veel steken in het oude Griekenland, en dat terwijl de actualiteit – zeker tijdens de laatste opvoeringen in deSingel eind januari – toch genoeg stof bood tot inleving in de emoties rond kindermoord. Niet dus. Het gebeuren in Aulis bleef veraf. Alles samengenomen heeft deze Ifigeneia in Aulis dus best een stevige basis (het acteerwerk, de scenografie...), maar raakt het geheel te veel uit balans om echt veel bij het publiek teweeg te kunnen brengen.

Info: www.toneelgroepamsterdam.nl

Dit artikel werd reeds 344 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten