Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De Krippel - Olympique Dramatique 18 Maart 2002

Een gezelschap dat nog niet bijster veel van zich liet horen, komt dit seizoen in het middelpunt van de belangstelling, althans bij diegenen die houden van theater waarin de makers verder durven gaan dan het tekstboek. Dit heeft Olympique Dramatique gedaan met "De krippel" naar een stuk van de Londense Ier Martin McDonagh. Gezien het succes van deze productie en de interessante materie die de schrijver aanbiedt, wordt overwogen nog een stuk van McDonagh onder handen te nemen.

De Krippel
(c) Patrick De Spiegelaere
De naam van het gezelschap verraadt een zekere ironie en diezelfde zin voor relativeren wordt doorgetrokken in alles wat de spelers doen. Het ontstaan van de groep is ook typerend voor het ontstaan van veel nieuwe kleine gezelschappen in Vlaanderen: studenten aan een theateropleiding leren elkaar kennen en van zodra ze de school verlaten vormen ze met z'n tweetjes of drietjes een nieuw spelersteam en vliegen ze er in, in de hoop zo spoedig mogelijk erkend en gesubsidieerd te worden. Het begint met de aanvraag van een projectsubsidie en in veel gevallen krijgt men minder dan gevraagd of zelfs niets. Het wordt dan hopen dat één of ander kunstencentrum wil patroneren. Want eigen inkomsten zijn nooit voldoende om rond te komen en zeker niet bij een beginnende groep die uiteraard nog niets heeft kunnen bewijzen.

Geert van Rampelberg en Wouter Hendrickx studeerden in 1998 af aan Studio Herman Teirlinck in Antwerpen met "Mooi weer, windstil, wachten", een zelfgeschreven tekst over duivensport. De productie werd ook gespeeld op het Festival Theater aan Zee in Oostende en het kersverse groepje kreeg er de eerste prijs voor.

Limelight nodigde de bekroonde onbekenden uit naar Kortrijk om een nieuwe productie te maken. Het werd "Neen, serieus", een titel die al onmiddellijk verwijst naar de sterke zin voor relativering van de makers.

"Neen, serieus" ging in april 1999 in première tijdens het festival Jong Bloed in Limelight. Uitgangspunt waren twee personages uit "Hamlet" van Shakespeare: Rosencrantz en Guildenstern, twee randfiguren eigenlijk die door Hamlet als samenzweerders bekeken worden en die hij liever kwijt is, een tragikomisch duo bij het embryonale Olympique Dramatique in een vinnige en plezante voorstelling.

Op 5 mei 2000 is het dan zover: te Antwerpen wordt de vzw Olympique Dramatique officieel opgericht op initiatief van de toneelspelers Ben Segers, Stijn Van Opstal, Geert Van rampelberg en Tom Dewispelaere.

Na Limelight was het Bronks, het Brussels huis voor kinder- en jongerentheater, dat Olympique Dramatique onder de arm nam. Voor kinderen vanaf 7 jaar werd "Het aanzoek" gemaakt, een "bewerking" van een tekst van Anton Tsjechov. Daarna kwamen "Drie kleuren wit", naar "Kunst" van Yasmina Reza, en "Baron van Münchhausen", in een bewerking van Paul Pourveur. Eigenzinnige bewerkingen maken van bestaande teksten wordt trouwens stilaan een kenmerk van de manier van werken van het jonge gezelschap. Tot welke kwaliteitsvolle theatrale gevolgen dit kan leiden wordt zeer duidelijk in "De krippel".

"The cripple of Inishmaan" is het eerste stuk uit een trilogie waarvan de handeling gesitueerd is op de Aran eilanden (ten Noord-Westen van Ierland). De andere stukken zijn "The lieutenant of Inishmore" en "The Banshees of Inisheer". Auteur Martin McDonagh (°1971) is van Ierse oorsprong, is opgegroeid in Londen waar hij ook woont, gaat naar Ierland met vakantie en vermaakt er zich met het Ierse taalgebruik en de zogezegde "Ierse droom". Voorts is McDonagh beïnvloed door films van David Lynch, Martin Scorsese en Quentin Tarentino en een zeker cynisme om niet te zeggen wreedheid is hem als schrijver niet vreemd. Wanhoop en geweld zijn vaste ingrediënten in zijn stukken die hij per drie schrijft. Hij werd voor het theater in Vlaanderen in 1998 door Het Toneelhuis (op zijn tweede plateau) in Antwerpen "ontdekt" met "The beauty Queen of Leenane", het eerste stuk uit de "Leenane trilogie", waarvan de andere stukken zijn: "The Lonesome West" en "A skull in Connemara". In mei 2001 realiseerde Het Toneelhuis in coproductie met Het Zuidelijk Toneel/Hollandia "The Leenane trilogie", een ineenstrengelen door regisseur Johan Simons tot één stuk van de drie Leenane-stukken. Een inslaande voorstelling die geselecteerd werd voor het Theaterfestival 2001, maar de prijs niet kreeg.

Waarom een jong en minder ervaren gezelschap als Olympique Dramatique een stuk van McDonagh en dan nog "De Krippel", heeft aangedurfd, heeft wellicht te maken met de hoge graad van uitdaging die de auteur in zijn schriftuur legt. Zoals in al zijn stukken vertrekt McDonagh ook in "De krippel" van een kleine, zeer enge dorpsgemeenschap, waarin niet alleen een eigen mentaliteit wordt gecreëerd en een mythisch verleden doorwerkt, maar ook een eigen taal en een onweerstaanbaar verlangen ontstaan om de brutaliteit van elke dag te ontvluchten door zich zeer sterk op Amerika als op het land van melk en honing te fixeren. Hollywood spreekt dan ook het sterkst tot de verbeelding en wie kans ziet zijn dromen na te jagen, heeft er alles voor over tot het uiterste te gaan.

De Krippel
(c) Patrick De Spiegelaere
Voor Olympique Dramatique kwam het er op aan met "De Krippel" een zoektocht te ondernemen naar een vorm van taal waarin zowel het absurde van de Hollywooddroom duidelijk wordt als de gebrekkige omgang tussen de dorps- en eilandbewoners die allemaal wel iets te verbergen hebben. Taal als een bestendige bron van hilariteit en misverstand. De vertaling – het stuk werd eerst in een Iers dialect geschreven - werd door een collectief van medewerkers gemaakt. De zinnen bestaan uit woorden uit verschillende talen (Engels, Frans, Nederlands) en uit woorden die enigszins "verkreupeld" worden aangewend. Dit maakt het niet alleen de acteurs, maar ook het publiek niet makkelijker. Maar een dermate gelaagde dialoog went wel, en het is niet strikt nodig elk woord dat gezegd wordt te begrijpen, want de visuele gelaagdheid van het stuk loont ruimschoots. Zeer veel aandacht is dan ook besteed aan aankleding, grime en lichaamshouding. Twee hebberige tantes worden in een meesterlijke travestie gespeeld door Koen De Graeve en Tom Dewispelaere. Jan Bijvoet (die nog bij Eric De Volder heeft gespeeld) zet een zeer plastische kreupele op de scène die tegelijk komisch en tragisch werkt en zeer sterk verwant is aan figuren uit het expressionisme. En ook het decor, of liever de decorelementen, zijn zodanig dat ze multifunctioneel en tegelijk zeer duidend zijn. Met kratten wordt een landelijke sfeer geschapen terwijl tegelijk het ruwe en benauwde klimaat wordt opgeroepen van wat binnen in de huisjes en in de mensen leeft.

Voor "De krippel" werd door de Beoordelingscommissie Nederlandstalige Dramatische Kunst een ruime projectsubsidie aan minister Bert Anciaux voorgesteld en de minister volgde de commissie. Deze subsidie bood Olympique Dramatique de mogelijkheid de kleine kern uit te breiden en nieuwe spelers aan te trekken. Gevestigde waarden als Peter Van den Begin (na vier jaar afwezigheid op de scène), Jan Bijvoet en Koen De Graeve reageerden enthousiast evenals beginnende actrice Isabel Van Hecke.

Met "De krippel" werd overtuigend aangetoond dat Olympique Dramatique heel wat in zijn mars heeft. Het is ook voor de makers een eerste etappe geworden naar "nieuw eigenzinnig toneel, naar een nieuwe ontroering" waarmee zal gepoogd worden "een nieuwe dialoog aan te gaan met het publiek".


Info: Thassos, A. Rodenbachstraat 19 b., 2140 Borgerhout. Tel.: 03/235.04.90, thassos@pi.be

Dit artikel werd reeds 347 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel