Toneelstof ovder de zeventiger jaren. Het boek en de dvd. | 5 September 2008 |
Roger Arteel somt in zijn artikel over de avond Sympathy for the Seventies? een aantal tekortkomingen op. Het boek en de bijbehorende dvd die over het theater in de jaren '70 verschenen, maakt echter veel goed. In een aantal artikels van verschillende auteurs wordt getracht een beeld te scheppen van die theaterjaren, en dan specifiek in Vlaanderen. De dvd geeft natuurlijk ook bewegende beelden en commentaren van de ouder geworden actoren uit die tijd.
De zeventiger jaren worden in de theatergeschiedenis gezien als de jaren van politiek theater, van vormingstheater, van theater met een duidelijke (politieke) boodschap, van theater met een evident maatschappelijk engagement. Karikaturaal zij het ook de jaren van verplicht nagesprek.
Voor mij zijn de beginjaren '70, toen ik nog student was, de jaren van Mistero Buffo van de Internationale Nieuwe Scène (wel 8 keer gezien, denk ik) en ook van het Werktheater uit Amsterdam. Daarna kwamen er toen ik les gaf, groepen als Proloog, Werk in Uitvoering, GLTwee , Het Trojaanse Paard e.a. bij. Gezelschappen die maatschappelijke tegenstellingen aankloegen, jongerenproblemen aanpakten. Het was de tijd van de vrouwenemancipatie, van de antiautoritaire opvoedingsideeën, van de antipsychiatrie, van geneeskunde voor het volk, van de emancipatorische kracht die van het onderwijs moest uitgaan, van sexuele bevrijding, enzovoorts. De strijdcultuur leefde!Veel is er na '68 in gang gezet. De maatschappij is niet echt fundamenteel veranderd (ik hoorde onlangs een socioloog bij Zomergasten zeggen dat onder de vlag van socialistische revolutie de weg naar het modern kapitalisme geplaveid werd), maar wel verbeteringen in onderwijs, in man-vrouwgelijkheid, enzovoorts. Wat ik wel aanvoel als een verslechtering, is de huidige vermindering van solidariteit. Solidariteit was een belangrijk begrip uit de seventies, en dat was ook de motivatie van theatergezelschappen: ze wilden solidair zijn met de mensen die hun lot, het lot van medemensen over de wereld veranderen wilden.
Van dat alles krijg je in het boek en op de dvd rake voorbeelden. In het boek schetst Johan Thielemans een algemeen beeld van het Vlaamse theater uit die tijd, en verwijst hij duidelijk naar buitenlandse voorbeelden.(The Bread and Puppet Theatre, de Dodenklas van Tadeusz Kantor, ….). Ronald Geerts gaat daarna verder in op het strijdtoneel van toen (met verwijzingen naar Augusto Boal met zijn onzichtbaar theater, The Living Theatre, Théâtre du Soleil) de heropleving van de Commedia dell'arte, het tijdschrift Kultureel Front, en de opkomst van poppen (!) in het theater terwijl Jozef de Vos het beeld rechttrekt dat er toen alleen maar politiek theater was buiten de schouwburgmuren. Ook binnen de schouwburgen en binnen gevestigde gezelschappen gebeurden er dingen op vlak van theatermaken (Julien Schoenaerts!) en zeker op vlak van sociaal engagement (met o.a. Walter Tillemans, Frans Marijnen, Jean-Pierre De Decker). Thomas Crombez analyseert De Werkgroep Vormingstheater van de VUB. Els Van Steenberghe vindt in haar artikel dat het jeugdtheater uit die tijd schizofreen was: qua boodschap de kinderen tot vrijheid en verzet oproepen, maar qua vorm heel cliché en betuttelend. Luk Van den Dries analyseert het fenomeen 'festivals' uit die tijd, en Ruben De Roo en Karel VanHaesebrouck zien een evolutie eind jaren '70 in de "performance van metacommentaar tot anarchistisch totaalspektakel" (met o.a. Radeis). Een interview door Wouter Hillaert met Marianne Van Kerkhoven sluit het boek af, en haar terugblik vind ik een gezond standpunt: "Het is een zeer waardevolle periode geweest, die was wat ze was. En die ook máár was wat ze was. Ik kijk daar niet gefrustreerd of nostalgisch op terug; De jaren zeventig zijn gewoon een stap geweest, en daarna zijn er andere stappen gekomen. (…..) Wat wij toen probeerden – de vinger aan de pols houden, mee zijn met wat er gaande is – dat moet je nu ook doen, denk ik. Dat moet je altijd doen, denk ik."
Wat ik jammer aan het boek en de dvd vind, is dat artikels elkaar overlappen, en dat dvd en boek elkaar niet altijd aanvullen of verduidelijken. Op de dvd wordt bijvoorbeeld gezegd dat het Amsterdams Werktheater (met beeldfragment uit Toestanden) jarenlang voor Vlaanderen een voorbeeld zou blijven, terwijl er in het boek niets van terug te vinden is. In het boek wordt geschreven dat in de jaren '70 de poppen uit de kast gehaald worden en een duidelijke symboolfunctie op het podium krijgen. (abstracte begrippen als macht, kapitaal e.d. zijn met poppen evident te visualiseren, voor volwassenen én voor kinderen) Talrijke figurentheaters rijzen hier ter lande als paddenstoelen uit de grond. Op de dvd krijgen we daar geen Vlaams voorbeeld van. Wel krijgen we drie keer Bread & Puppet Theatre aan het werk te zien.
In die zin vind ik het jammer dat er in deze publicatie te weinig naar samenhang, naar coherentie tussen de teksten onderling en tussen teksten en beeld, gestreefd is. Elke bijdrage in woord of beeld blijft alleen en op zichzelf staan, en de lezer/kijker moet maar combineren. Een typisch postmodernistische variatie op het "discours" van nu, zeker? In de jaren '70 werd er toch naar een zoveel mogelijk omvattende theorie gestreefd. Niet toch?
Toneelstof II is een uitgave van het tijdschrift Documenta (Universiteit Gent) en kost 15 euro (dvd inbegrepen)
Meer info: www.toneelstof.be
|
| Dit artikel werd reeds 365 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|