Altijd prijs Uitdagend nieuw stuk van Arne Sierens. | 25 Augustus 2008 |
Met Altijd prijs van Arne Sierens (Cie Cecilia/HetPaleis) startte op 31 juli 2008 op een inslaande manier te Oostende het twaalfde Theater-aan-Zee-festival. De productie werd ook geselecteerd voor het Theaterfestival 08 in augustus in Antwerpen en kreeg er een bijkomende voorstelling. Reisvoorstellingen zijn gepland.
Altijd Prijs is niet gemakkelijk te verteren. Het stuk draait (en draaien is hier in verschillende betekenissen te nemen) rond een ontmoeting tussen twee twintigers die dringend een aantal frustraties kwijt moeten. Ze zijn door allerlei omstandigheden in verwarring gebracht en terug in het leven geschopt. Ze staan voor een aantal verantwoordelijkheden die ze blijkbaar niet onmiddellijk aankunnen. In de confrontatie met elkaar en met zichzelf ondergaan ze in een wild en lichamelijk veeleisend ritueel een therapie die tot een rustpunt leidt, een uiterlijk stilvallen. Het is helemaal niet zeker dat de onrust niet weer zal toeslaan, maar dan zijn we al uit de voorstelling.
Met alleen een podium waarboven een trapeze zweeft, wordt door de rondtollende spelers een arena gesuggereerd. Dit plateau ondergaat op onverwachte ogenblikken een elektroshock als een verwijzing naar de psychiatrie. Maar in hoofdzaak is het plateau wel degelijk een speelplek. In het tegen elkaar op stoefen kunnen de jongelingen hun spierkracht aan de oefenbalk demonstreren terwijl hun acrobatie eigenlijk symbool staat voor overlevingsdrang en -kracht in een ongenadige strijd vol uitdaging, achtervolging, aantrekken en afstoten. Deze extreem geacteerde lichaamstaal krijgt stilaan een eigen choreografie (Koen Augustijnen) en wordt een primaire dans, versterkt door de livemuziek van gitarist Jean-Yves Evrard. Dit lichamelijke wordt nog heviger door het schreeuwen en roepen naar mekaar. Wat de spelers te zeggen hebben blijft echter voor een deel onduidelijk, gezien het in een Gents dialect gebeurt, bij Titus De Voogt (in de rol van Pierre) al beter te begrijpen dan bij Robrecht Vander Thoren (Dino).
Eigenlijk vertrekt Arne Sierens voor Altijd prijs wel van een verhaaltje, een gegeven, een uitgangspunt, een voorgeschiedenis zo men wil. Een zekere Dino heeft een in delirium verkerende jonge man (Pierre) van straat geraapt en naar huis gebracht. Drie maanden later komt Pierre hem bedanken en leren ze elkaar als lotgenoten beter kennen en worden ze in een zekere zin bondgenoten. Het verhaaltje, wat vooraf gebeurd is, doet er weinig toe. Wat op het plateau gebeurt is van meer belang en ook het feit dat Sierens eigenlijk zo weinig waarde blijkt te hechten aan wat de personages zeggen en daarom sterk de manier benadrukt waarop ze de woorden, klanken, gebroken zinnen, kauwen, uitspuwen, braken, pijnigen, tieren of brabbelen. Je hoort vooral fel gekleurde klanken die nog feller gekleurde gevoelens weergeven. De klank van de muziek en de klank van het geschreeuw gaan tegen mekaar op, zoals ook de spelers dat doen. De manieren van bewegen, van evolueren over het speelvlak, van acrobatie die beleefd wordt als een chaotische dans, alles staat in functie van de lichamelijkheid als centrum van gevoel. Niet van gevoeligheid, maar van gemoedsbeweging. De spelers veroorzaken een wervelwind die je als toeschouwer doet duizelen, ook nog een tijdje na de voorstelling. Je hebt zeker één en ander gemist, maar je hebt ook heel wat in de plaats gekregen.
Op 13 september 2008 in de Expozaal van de Brakke Grond, Nes 45, Amsterdam.
Info:
Mail: info@brakkegrond.nl en info@compagnie-cecilia.be Web: www.brakkegrond.nl en info@hetpaleis.be
|
| Dit artikel werd reeds 279 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|