| Les in hysterie: Eric De Volder en Ceremonia/Malpertuis zonder woorden | 13 Juli 2008 |
Dat Eric De Volder en zijn Ceremonia een aparte plaats innemen in het theaterlandschap is nu al meer dan twintig jaar bekend. De vraag is echter of een theatermaker en zijn ploeg na zoveel producties vanuit een eigenzinnig vormenpatroon kunnen blijven boeien. Les in hysterie is een antwoord. In die productie wordt geen gebenedijd woord meer gesproken, worden slechts primaire geluidjes gehoord en geven de spelers zich over aan het picturale van een stripverhaal in slow motion.
Met Les in hysterie gaat De Volder duidelijk weg van vorige producties. Nu het "volderiaans" taalgebruik een begrip is geworden in het theater, laat De Volder het vallen. "Ik ben bevrijd van het schrijven", zegt hij in een persnota. Misschien niet voor altijd, maar in Les in hysterie verkiest hij de concentratie van kijken en zien, boven de spanning die spreken teweegbrengt. Hij is er van overtuigd dat het ontbreken van tekst ook voor de spelers een bevrijding is.
Die passie voor het picturale in de aankleding en voor het beeldende in de beweging is er bij De Volder altijd geweest. Die vormgeving wordt versterkt door de inbreng van de spelers zelf. Zoals altijd is ook Les in hysterie ontstaan vanuit improvisaties, vanuit materiaal dat de spelers zelf aanbrengen. Ook nu heeft De Volder weer schetsen gemaakt van de personages, hebben de spelers zichzelf een houding en een gezicht gegeven en zag "de meester" dat het goed was. Ook nu is de intrige versimpeld tot een oproepen van het primaire aantrekken en afstoten tussen man en vrouw met daar tussenin een kind. Een gezinsdrama, overspel, onderdrukking, geweld. In beelden, kleuren, bewegingen, en af en toe muziek (van Ad Cominotto, die nog voor Arno werkte) die een bepaalde toestand of een gevoel aankondigt of beklemtoont.
Een spel vol symbolen. Samen eten betekent niet gezellig samenzijn. Twee mannen en twee vrouwen aan tafel. Onder de tafel nog iemand of iets. Niet een hondje, maar een kind met het gezicht van een grijsaard spartelt onder de deken. Spanning. Iemand wil iets zeggen, tikt tegen het wijnglas maar slaat het in scherven. Er is geen gesprek mogelijk. Wat gaat er om achter de strakke, vreemd geschminkte gezichten? Wie beloert wie en wie neemt wie en waarom? Op stoelen zonder zitting kan je zitten, maar voor de vrouwen zijn ze een valkuil en een dwangbuis.
Gaat het hier over twee koppels of kunnen we de twee mannen en vrouwen zien als afsplitsingen van dé man en dé vrouw? Wat doen we met dat kind dat eigenlijk voortdurend met zichzelf bezig is, zich ontwikkelt in een wereld die nog nauwelijks draait? Het wordt tussen de trage en zich herhalende bewegingen geslingerd. Het maakt geluidjes, het murmelt iets dat naar woordjes zweemt. Het is een sterk uitvergrote baby met een oud gezicht die het leven, de taal en wankelend het stappen ontdekt. Of is het de aftakeling die we zien, het kinds worden? Een teken van hoop kan ook een teken van tegenspraak zijn in die benauwende en dodende sfeer, met personages vaak letterlijk laag bij de grond. Die gevoeligheid voor het aardse, voor klei en modder onder de voeten, komt meer voor in het werk van De Volder, evenals het ruwe ritueel van planten en voortplanten.
De Volder vergelijkt zijn Les in hysterie met het opgraven van een eeuwenoude Griekse vaas waarop een veldslag staat afgebeeld. De vaas is niet intact, er ontbreken scherven en toch kan je het verhaal opnieuw samenstellen. Zo is ook Les in hysterie een puzzel die je als toeschouwer zelf samenstelt met wat je ziet.
Scherven verwijzen naar iets dat geschonden is en daar duidt de hysterie in de titel van het stuk dan op. Volgens Van Dale komt hysterie bij vrouwen voor, vooral uit storingen in het geslachtsleven. Bij De Volder is het veel complexer en is hysterie zowel mannelijk als vrouwelijk en heeft het te maken met een samenloop van omstandigheden. Maar hij houdt er van een lang verhaal en een berg informatie te reduceren tot een essentiële kern, een schijnbaar eenvoudige plot, die in de verbeelding in vele verhalen kan uitbarsten. Het is vanuit deze gedachte dat je ook als toeschouwer naar het werk van De Volder kijkt.
Bijzonder aan Les in hysterie is nog de samenwerking tussen de vaste De Volderacteurs, Ineke Nijssen, Johan Knuts, Hendrik-Hein Van Doorn en Bob De Moor (de baby in het stuk) en Tania Van der Sanden van Malpertuis (Tielt). In de voorstelling is geen verschil in acteren merkbaar. Voor Van der Sanden is het wel de eerste keer dat ze met De Volder samenwerkt. Bob De Moor maakte al in 1988 met hem kennis in Achiel de Baere, het stuk waarmee De Volder doorbrak en dat volgend seizoen in de oorspronkelijke bezetting hernomen wordt. Intussen is al een hele weg afgelegd en heeft De Volder onder meer met Jerzy Grotowski en diens sterk fysiek geconcipieerd theater kennis gemaakt. Hij heeft ook geleerd dat improviseren meer tijd vergt om tot een bevredigende vorm te komen, al maakt het gastacteurs wellicht makkelijker zich in te werken. Bij De Volder is een bevredigende vorm daarom nog niet een vorm die af is. Dat geldt trouwens voor het hele oeuvre van deze kunstenaar. Hij bevindt zich in een permanente staat van ontwikkeling en dat verwacht hij ook bij zijn medewerkers en zijn publiek.
Les in hysterie gaat vanaf september 2008 op reis.
Info: info@thassos.be of www.toneelgroepceremonia.be of www.malpertuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 466 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|