Poppen en figuren in en uit de kast. Het Firmament en Kasteel d'Ursel met expositie Bedverhalen in het kasteel | 16 Juni 2008 |
Het kasteel d'Ursel in Hingene is een ideale plek om figurentheater te etaleren. Althans het beeldend aspect, het sculpturale deel van deze vorm van theater. De hal, de zalen, de bibliotheek, de kelders en de vele kamers bieden de nodige sprookjesachtige sfeer waarin poppen, monsters en rare wezens heerlijk kunnen gedijen. Ze hangen, liggen en staan er, tussen de boeken, in hoekjes, op bed, achter een deur, in het midden van de zaal, in muurkasten, in een smalle gang, onder de trap. Objecten uit hout, piepschuim, latex, papier-maché, met of zonder stof worden figuren waarvan je weet dat ze in het spel tot leven komen, of misschien wel 's nachts als er geen bezoekers ronddolen. 's Avonds kon je dat meemaken in theaterverhalen rond de bedden, maar die reeks voorstellingen is voorbij. Kinderen kunnen wel nog komen luisteren in een hemelsgroot hemelbed naar verhalen die voorgelezen worden.
Zoals de expo stelt, is figurentheater hét ideale middel om dromen en fantasieën te visualiseren. Wezens uit nachtmerries (afgeleid van 'mara', dat 'kwelgeest' betekent) krijgen concrete gestalte en vliegen door de lucht, kruipen uit de grond, maken het bed onveilig. Ook mooie dromen kunnen gerealiseerd worden. Peter Pan blijft het kind in de volwassene tot fantasieën aanwakkeren. Poppen spreken kinderen aan, zoals de oudere toeschouwer met een romantisch kindersentiment zal ervaren als hij TV-beelden van Kraakje Pluimstaart van Tante Terry uit de jaren '60 zal zien. Toen was de kijkkast ook een poppenkast. Figurentheater was/is ook het medium dat oude volksverhalen tot leven kan brengen, voor een (volks)publiek. De poesjenelen van vroeger lieten in de kelders de arme mens kennis maken met sprookjes, volksverhalen, met ridders en protagonisten uit de grote epen en sagen , en liet hem mee opgaan in de magische krachten van (volks)helden. Nu is dat allemaal geësthetiseerd en zorgen de Koninklijke Poppentheaters Toone (Brussel) en Van Campen (Antwerpen) voor een nostalgische genoegdoening.
Curator Paul Contryn (scenograaf en speler bij De Maan, en van Het Firmament) heeft een mooie verzameling samengebracht van poppen, maskers, objecten van diverse Vlaamse professionele en amateurgezelschappen, van vroeger en nu. Van gezelschappen die de traditie hoog in het vaandel voer(d)en tot theaters die daarmee volledig willen breken. Zoals de objecten nu opgesteld staan, tonen ze duidelijk dat figurentheater een vorm van beeldende kunst is. Nu deze figuren niet in theater bewegen en/of 'leven', nu deze wezens en gedrochten niet geanimeerd worden, gaat de nadruk automatisch naar de expressieve kracht van de (gebeeldhouwde, uitgesneden en gevormde) koppen, naar de totaallichamen van de wezens, naar de vaak verfijnde en uitgepuurde vormgeving van deze theaterspelers. Nu bewegen ze niet, nu worden ze niet gemanipuleerd door mensen, nu zijn ze puur te zien, zijn ze te bekijken als sculpturen, in alle maten en soorten. Je kunt dat alles nu eens rustig bekijken, en je blik in details laten afglijden.
Naar het einde van de expositie worden de verschillende vormen van figurentheater getoond telkens in afzonderlijke kamers: de staafpop, de stangpop, de handpop, de marionet, enzovoorts en de kijker mag dan met die poppen zelf spelen, om kennis te maken met de verschillende speeltechnieken, en de bewegingsmogelijkheden te exploreren.
Want wat deze gevarieerde en mooi gepresenteerde expositie toont, is één aspect van het figurentheater: namelijk het beeld van de figuur. Hoe daar dan mee theater gemaakt wordt met dramaturgie, manipuleren en acteren is een ander paar mouwen.
Nog tot 29 juni 2008. De catalogus geeft een helder overzicht van de soorten poppen en de verschillende Vlaamse gezelschappen/poppenspelers van vroeger en nu.
Info: www.kasteeldursel.be
|
| Dit artikel werd reeds 450 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|