Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Atropa van Guy Cassiers
De vrede kruipt als een geluidloze adder langs de ruggengraten omhoog.
3 Juni 2008

Atropa, de wraak van de vrede opent met een monoloog van Helena die beseft dat beide legers haar de schuld zullen geven van al wat de oorlog in Troje hun volkeren brengt. "Was ik maar een schimmel op een lijk. Niet die Helena", besluit ze. Als een vlees geworden vrijheidsbeeld staat Ariane van Vliet op een verhoog. Haar meterslange jurk ligt tot beneden gedrapeerd. Met dat openingsbeeld is de toon van Atropa gezet. Zowel auditief als visueel trekt de voorstelling één vloeiende lijn van gepolijste woede en verdriet.

In dit derde deel van Guy Cassiers' Triptiek van de macht gaat de aandacht naar de gevolgen van de oorlog. Die gevolgen zijn eensluidend persoonlijk en dieptragisch voor alle betrokkenen. Vrede is geen weldoend bed vol rozenblaadjes. De echtgenoten en zonen zijn nog altijd dood. De dochters verkracht, als slavin weggevoerd en/of vermoord. De helden liggen onder de zoden, de overlevenden moeten met de flarden die er van hun wereld overblijven hun vrede zien op te bouwen. Dat thema maakt van Atropa een klassieke tragedie die voortdurend de hete adem van de 21ste-eeuwse actualiteit in de nek voelt.

Dankzij de jurken van Tim Van Steenbergen lijken de vrouwen (Ariane Van Vliet, Gilda De Bal, Marlies Heuer, Abke Haring en Katelijne Damen) op wandelende beeldhouwwerken. De lange rokken hinderen en vertragen hun bewegingen. Net zo sculpteren Lanoye en Cassiers hun personages in taal en timbre. De alexandrijnen van de auteur houden het midden tussen de verheven woorden van de klassieken (waar Lanoye voor zijn bewerking heel wat mosterd heeft gehaald) en de sloganeske actuele oorlogsretoriek die je dagelijkse in het journaal kunt horen. George W. diende evenzeer als inspiratiebron als Ayschylos, Euripides, Homeros en Vergilius. De beelden die Cassiers creëert zijn eveneens klassiek en sculpturaal. Zo staat Klytaimnestra als een luguber, versteend welkomstcomité te wachten als haar man van de oorlog terugkeert. Ze is ziedend en kan hem de dood van hun dochter Ifigeneia niet vergeven (een gunstige wind om naar Troje te varen bleef uit en om de goden gunstig te stemmen offerde hij zijn jongste dochter als een geit). In het beeld is het de theatrale pose van Gilda De Bal, de bijl beslist over de schouder gedragen, die de dreiging weergeeft. De taal blijft stil al snijden de woorden als pas geslepen messen.

Haast nergens zit er een barstje in de perfect gepolijste esthetica van het stuk. De personages spreken zacht en blijven dat doen. Zelfs Agamemnon (Vic De Wachter) verheft slechts een enkele keer zijn stem. Na het geweld van de oorlog kruipt de vrede als een geluidloze adder langs de ruggengraten omhoog. De keuze voor zacht, ingetogen en ingehouden verleent de voorstelling zijn esthetica. Geen beeld in Atropa of het is tot het uiterste gestileerd en af. Tegelijk is dat soms jammer. Ik had graag wat meer barstjes gezien, al was dat ten koste van de schoonheid en de eenheid gegaan. Waarom roepen en tieren de personages nooit? Het was hun volste recht. Op veel momenten wint de voorstelling door deze keuze aan kracht, maar op andere lijkt ze een energieboost te missen.

Zelfs op technologisch vlak trekt de voorstelling de sobere kaart. Na Mefisto for ever met de kippenvelopwekkende monoloog van de minister van Propaganda (Stefan Perceval) waar de dreiging er met veel technologische hoogstandjes wordt ingepeperd; en de overvolle scène van Wolfskers, waar het publiek ogen en oren te kort kwam om alle schermen, projecties en andere snufjes in zich op te nemen, is het bijna schrikken als je de haast eenvoudige enscenering van Atropa bekijkt. In elk van de delen kloppen de keuzes echter volledig met de inhoud van het stuk. Elk deel is een voorstelling die meer dan overeind blijft in haar eentje. Al naargelang je meer houdt van barok dan wel van verstilling, zul je wellicht een voorkeur voor één van de drie hebben. Maar écht interessant wordt het pas als je het drieluik openklapt en in zijn geheel bekijkt. Niet alleen de thematische boog geeft stof tot napraten. Ook de links tussen de drie – de subtiele en de meer opvallende – maken van de triptiek een stevig geheel. Alleen al intertekstueel valt er voer voor oplettende geesten te halen. Maar ook cast en crew zorgen voor eenheid in de verscheidenheid. Wie het overzicht een beetje kwijt is geraakt, één van de delen heeft gemist of zich gewoon graag verliest in analyse en vergelijking, kan volgend seizoen zijn hart ophalen. Dan is Cassiers immers van plan om de hele trilogie in reeksen te spelen. Pas dan zal goed opvallen hoezeer de drie stukken ook één kunnen zijn.

Dit artikel werd reeds 488 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten