| NUNC & BAFF, Het geslacht Borgia – deel I | 27 Mei 2008 |
Na de meer intimistische producties van toneelgroep Nunc als Zwerfkei (zie archief) en Raissonnez, was het nieuwsgierig uitkijken naar de "grote" productie Borgia. In de vorige producties was het vooral de kwetsbaarheid van de personages die je door de bijzondere speelmanier en zegging enorm raakte, nu is het het burleske in taal, situatie en spel dat je bijwijlen overdondert. Naar het einde toe krijgt een aantal personages een bovenhuidse broosheid die lichtjes door het groteske spel heen schijnt, waardoor alles nog schrijnender overkomt, maar zeker niet is.
Homo Carnale "oftewel Den Vleeschelijken Mens" is het eerste deel van de trilogie Het geslacht Borgia dat Benjamin Van Tourhout schrijft. Hij was al vanaf zijn vijftiende enorm gefascineerd door deze pausfamilie uit einde 15de, begin 16de eeuw. Hij pleegde heel wat onderzoek, schreef in zijn flamboyante stijl de tekst en oversteeg daarmee het genre docudrama. Hij wilde zeker geen historisch getrouw stuk maken. Een verhaal moet meer en aantrekkelijker zijn dan de geschiedenis. Van Tourhout onderzoekt vooral de mechanismen en schept daarmee een wereldje, dat heerlijk is om naar te kijken. De Borgia's zijn van alle tijden, zijn mensen, niet direct aardige mensen, wier machtsgeilheid gevoed wordt door zelfbehoudsinstincten. Het zijn niet de daden die Van Tourhout bewondert, maar wel het lef en de durf van die mensen.
Het verhaal begint met de gekochte en gemanipuleerde verkiezing van Rodrigo Borgia tot paus, die daarop zijn minnares en kinderen belangrijke postjes geeft. Vrijerijen, "het voyageren van de stokjes naar de schelpen", zijn schering en inslag. Nepotisme, gekonkelfoes, machtsgeilheid leiden tot incest en broedermoord uit wraak en jaloezie. En als dat alles is geschied, resten nog alleen hoopjes mens die versmoord worden in hun verdriet en vooral in hun zelfmeelij.
De manier van spelen zorgt er echter voor dat je als toeschouwer niet meegezogen wordt in de maalstroom van de seksuele en machtsgeile kronkels van de personages. Je blijft op afstand kijken naar deze figuren die hangen tussen concrete personages en abstracte personae. De figuren schuren tegen de grens van typetjes aan. Dé geile vader, dé jaloerse broer, dé janettenzoon, …. En die figuren worden met verve gespeeld door Tom Van Bauwel als de nieuwe paus, door Gert Winckelmans, Bert Dobbelaere, Michaël Pas (als kardinaal en koning), Lien Wildemeersch als vrouw van een van de zonen, en de jonge Gilles De Schrijver die uitgehuwd wordt aan de dochter van de paus maar haar niet mag aanraken. Diepgang zit wel in de personages van de dochter en de minnares, twee rollen die bijzonder gestalte krijgen door de vaste actrices van Nunc: Leen Roels, respectievelijk Leen De Veirman.
Wat het burleske van het stuk ook overstijgt, zijn de orgelklanken die dreiging verklanken, en de twee engelen (Charlotte en Laure Champion) die waken bij de doden en lijkgezangen zingen. Hemelse gezangen die door merg en been gaan. Voor de rest van het stuk zitten of staan ze achter aan de poort, als soldatenengelen, die de aardse menselijke intriges met lede ogen gadeslaan. Mensen die alles pakken wat god gemaakt heeft, en daardoor de boel en zichzelf naar de verdommenis helpen.
De cast van Nunc is dus uitgebreid met andere spelers, spelers die we samen met Benjamin Van Tourhout in de VTM-soap 'Sara' zien: Tom Van Bauwel en Gert Winckelmans. Tom Van Bauwel is ondertussen ook de nieuwe artistieke leider van het Raamtheater geworden Het Raamtheater dat nu als BAFF een nieuwe theaterweg zal inslaan. Blijkbaar hebben ze elkaar op de set van Sara getroffen en hebben ze een samenwerking beklonken. Als deze samenwerking (Nunc en BAFF spreken van een latrelatie) altijd zal leiden tot het resultaat van deze productie, dan is dat mooi meegenomen. Wij kijken vol verwachting uit naar de twee volgende delen van de Borgiatrilogie.
Begin volgend seizoen, vanaf september tot en met november, trekt deel 1 Borgia door Vlaanderen.
Info: www.toneelgroepnunc.be
|
| Dit artikel werd reeds 874 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|