Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Heen in De Werf: mensen onderweg naar mensen. 20 Maart 2008

Het gebeurt wel meer dat acteurs aan het schrijven gaan. Sommigen uit onvrede met het bestaande repertoire, anderen gewoon uit de drang naar creativiteit. Zoals Jobst Schnibbe die nu al aan zijn derde stuk toe is: Heen, waarvoor hij een schrijfsubsidie van de Vlaamse Gemeenschap ontving.

Jobst Schnibbe (° 1958) werd in Duistland geboren. Op zijn 25ste kwam hij in Nederland terecht, volgde de Arnhemse toneelschool en kwam in de jaren negentig in Vlaanderen acteren. Na een periode bij Sam Bogaerts in Het Salon van het toenmalige NTG (Nederlands Toneel Gent) en een paar jaar bij De Tijd (Antwerpen), volgde hij Bogaeerts naar Malpertuis (Tielt) om tenslotte in Theater Zuidpool (Antwerpen) aan te komen waar regisseur Koen De Sutter zijn spelers ook schrijfopdrachten gaf. Inmiddels heeft Zuidpool met een ander team een nieuwe start genomen en is Schnibbe nu free-lance acteur, maar dan een acteur die ook schrijft, zoals hij zichzelf ziet. Al speelt hij graag mee in de eigen geschreven stukken, dit is voor hem geen prioriteit. Hij schrijft ook niet naar een voorafgeplande voorstelling toe, maar hoeft niet lang te wachten op de creatie van zijn werk. In De Werf in Brugge is hij naast auteur-acteur Frank Adam nu ook een vaste waarde geworden.

Zijn eerste stuk, Mimofant, was een monoloog over de Koude Oorlog en de politieke manipulatie van de schaakkampioenen Bobby Fischer en Boris Spasski. Eveneens in een politiek besmet milieu is Los Africionados gesitueerd. In Heen gaat het over zeer herkenbare mensen in familiale relaties, doorkruist door de toevallige confrontatie met een vreemde man, een vluchteling die aan geheugenverlies lijdt.

Waar hij in zijn eerste stukken van een fictieve historische achtergrond vertrekt, is in Heen alles fictie. Ook al voelt Jobst Schnibbe zich geen inwijkeling in het Vlaamse theater, zijn persoonlijke situatie zal bij het schrijven toch ook wel meegespeeld hebben. Maar daar is het hem niet om te doen. Hij wil gewoon mensen laten zien die het op een bepaald ogenblik van hun leven moeilijk hebben met zichzelf. Mensen onderweg naar mensen die eveneens op zoek zijn naar een nieuw houvast, een nieuw begin misschien. Een vrouw verlaat man en kind, wil zich herbronnen. Haar zus komt terug uit een ander continent, zoekt een nieuwe thuis. Ze helpt eventjes de man van haar zus uit de nood, de neurochirurg die een patiënt zonder papieren en zonder geheugen behandelt. Vier hoeken van waaruit gevraagd wordt "wie ben ik?, waar kan ik heen?". Een vierkant waarin vooral per twee wordt aangetreden in scherpe dialogen.

Schnibbe houdt het sober. Nauwelijks een decor. Geen dramatisch noch verbaal spektakel, maar ingehouden onrust. Korte, afgemeten zinnen, niet meer woorden dan nodig. Geen uiterlijk vertoon. En toch een paar keer een uitbarsting, als het instinct onhoudbaar de façade van de beleefdheid doorbreekt. Een kinderfeestje wordt een grotesk vruchtbaarheidsritueel achter dierenmaskers. Bij een andere gelegenheid krijgt het viriele de bovenhand in een soldateske tapdans. Korte intermezzi in een verhaal dat stilaan uitdijnt tot het vierkant cirkel wordt.

De schriftuur van Jobst Schnibbe getuigt van ingetogenheid, van een zekere schroom tegenover het onderwerp dat hij behandelt in een kleine reeks momentopnames. Hij sluit daarbij aan bij een manier van toneelschrijven die almaar meer in trek blijkt en waarbij het publiek uitgenodigd wordt er het eigen verhaal in aan te brengen. Afstandelijkheid is dan ook te merken in de vertolking, waarbij Schnibbe meer als begeleider dan als regisseur optrad. Hijzelf, Mieke De Groote, Sara Vertongen en Mattias De Meulenaere zijn gevoelige pionnen in een spel waarin mensen lotgenoten zoeken.


Info: www.dewerf.be

Dit artikel werd reeds 553 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel