Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Een vreemd meisje van dertien.
HetPaleis, Terug naar Brezjnev (+10)
2 Maart 2008

Een meisje van dertien. Jaren zeventig, Tsjecho-Slowakije. De communistische partij regeert met harde hand. De vader van het meisje vlucht naar België, zij komt in een vreemd land. De heimwee is erg groot. Theatermaakster Radomira Dostal heeft haar verhaal verteld aan Hans van den Boom (van Stella Den Haag) en hij nam dat als basis voor dit stuk. Hij voegde elementen toe (zoals een drinkende vader, een vervelende buurvrouw, …) om het stuk dramaturgische en dramatische kracht mee te geven.

Een tien jaar na de Praagse lente. De Russen hebben Tsjecho-Slowakije én de politiek in hun greep. Brezjnev regeert, niet alleen inde USSR, maar in alle Oost-Europese landen. Grote politiek. Hoe kan die grote politiek een klein meisje onderdrukken, angst aanjagen, plezier geven? Het meisje Pavlina. Het podium is verkleind tot een driehoek. Twee grote wanden beperken de ruimte. In de hoek zit een man aan een tafeltje, te drinken. Zij staat er, weerloos, opstandig, schuchter, kwaad, verdrietig, in de war. Ze vertelt haar verhaal. "Meegenomen. Opgepakt en meegenomen." Zo heeft zij de politieke vlucht van haar vader ervaren en ondergaan. Een vlucht naar het land van de Gulzige Kakmadammen, uit het land van de Onzichtbare Mongolen. (want in Tsjecho-Slowakije zag je geen mentaal gehandicapten op straat)

Suzanne Grotenhuis vertolkt de dertienjarige Pavlina meestal op een zeer indringende manier (zeker als je bedenkt dat ze de rol op één week heeft moeten instuderen). Haar monoloog is een aaneenschakeling van flarden heimwee, boosheid, verdriet, anekdotes over het geluk dat ze in Bohemiën heeft gekend. De vader zit in een hoekje, drinkt, af en toe zegt hij iets in het Tsjechisch, bralt, zingt, zit stil. Ze is kwaad op haar vader, maar wil hem zeker niet kwijt aan de Kakmadam die hem probeert te verleiden.

De videocollage van de communistische volksfeesten, de vrolijke gezichten van de jongens en meisjes in de jeugdbeweging, de rode parades, de koppen van Lenin, Brezjnev e.a. illustreren het leven aldaar. Pavlina wankelt tussen heimwee, het verdriet om het verlies van dat vroegere kinderlijke geluk, en de moeilijkheden om zich aan te passen, het kleine geluk. Ze doet dat vooral door haar spel, want qua tekst schort er toch wat. Hans van den Boom heeft te zeer een rechttoe-rechtaan verhaal gemaakt, zonder de diepgang van de twijfel, de existentiële broosheid uit te spitten. Het blijft te zeer een anekdotisch verhaal van zwart-wit -tegenstellingen, ook in de nevenpersonages die ter sprake komen: de drinkende vader, de kakmadam, de jongen waarop ze verliefd is. Het is jammer dat er geen echte gelaagdheid in het verhaal zit, want de vormgeving, de enscenering en zeker het spel stralen een emotionaliteit uit die in de tekst wat ontbreekt.


Nog t/m 29 maart in HetPaleis Antwerpen
Info: www.hetpaleis.be

Dit artikel werd reeds 798 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens