Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Minotaurus van Barre Weldaad: drift en vervreemding, mythe en actualiteit. 2 Maart 2008

Met Minotaurus richt Barre Weldaad zich tot een publiek vanaf veertien jaar. Een gedurfd initiatief om zowel jongeren als volwassenen te confronteren met een Griekse mythe en een link te leggen met hedendaagse toestanden. Om meer dan één reden een geslaagde voorstelling.

Regisseur Barbara Vandendriessche liet zich inspireren door Minotaurus, ein Ballade van Friedrich Dürrenmatt (1921-1990), een vrij persoonlijke benadering uit 1985 van deze Zwitserse schijver. Dürrenmatt voelt zich verbonden met de stier die in het labyrint van Minos op Kreta is opgesloten en geen uitweg ziet. Hij geeft het dier een menselijk gezicht met angst in de ogen. Dit beeld van vertwijfeling heeft Dürrenmatt trouwens gebruikt als een metafoor voor alles wat hij schreef. De mens die verloren loopt in de doolhof die de wereld is. Daar gaat Barbara Vandedriessche in haar regie iets dieper op in.

Vooreerst wordt geopteerd voor een dansante voorstelling. Lichaamstaal als basis voor elke vorm van theatraliteit. Dans als een manier om natuurelementen te beheersen. Dans en de onafscheidelijke muziek krijgen het hoofdaandeel terwijl elke beweging van de danser in een installatie als in een spiegelpaleis langs alle kanten weerspiegeld wordt en via projectie in real-time tot in het oneindige wordt herhaald. Natuur wordt door gesofistikeerde cultuur in bedwang gehouden. Het labyrint van Dürrenmatt wordt een klinische isoleercel met bewakingscamera's en associaties aan Big Brother-toestanden. Tekst (Stef Driezen) wordt hier tot een minimum herleid en vooral gezongen. De muziek voor synthesizer en percussie (Ivan Pecnik) en elektrische gitaar (Frank Mercelis), live uitgevoerd, is krachtig voer voor Minotaurus, half stier half mens, door Bodé Owa op een fascinerende manier vertolkt.

Bodé Owa, van Nigeriaanse afkomst, heeft het dansen in zijn hele lijf. Hij belichaamt de dominantie van het instinctieve, de drift en de dreiging. Opmerkelijk is de expressieve manier waarop hij danst en in en met zijn dansen speelt.

De vele spiegelbeelden die hij van zichzelf ziet, misleiden Minotaurus. Hij meent de opperstier te zijn in een kudde. De ontdekking dat hij echter alleen staat en in feite gevangen zit, voedt zijn drift die door mensenoffers niet kan bevredigd worden. Onbekwaam tot menselijke liefde, wordt hij een volkomen vreemd element in een wereld die ook hem totaal vreemd is. Hier komt de problematiek van angst voor het vreemde wel zeer extreem de kop opsteken. De tegenstelling dier – mens, wordt een confrontatie wij en de andere. Bij Barre Weldaad vertegenwoordigen Ariadne (Frauke Mariën) en Theseus (Frank Mercelis) vooral onwetendheid over de andere in de overtuiging van het eigen gelijk. Alle middelen zijn dan goed om de andere uit te schakelen. Door haar list met de rode draad die Theseus meedraagt in het labyrint, wordt Ariadne medeplichtig aan het dodende schot waarmee Theseus de andere doodt. Een anti-climax en een te bruusk einde. Een beetje meer duidelijkheid in een paar daaraan voorafgaande scčnes over Ariadne en Theseus als symbolen voor macht en cynisme, ware goed geweest.

In het geheel van de producties die Barre Weldaad in zijn tienjarig bestaan reeds realiseerde (alleen of noodgedwongen met anderen), verdient Minotaurus een extra vermelding, naast producties als Gruwelpeter en De Elzenkoning. Positief is ook dat het parcours dat Barbara Vandendriessche als jong regisseur bij Barre Weldaad uittekent, boeiender wordt.


Info: www.barreweldaad.be

Dit artikel werd reeds 748 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel