| De geruchten – geslaagd samenwerkingsexperiment tussen twee straffe makers | 26 Februari 2008 |
Guy Cassiers is voor het tweede seizoen op rij in charge in het Toneelhuis. Op zijn uitnodiging hebben ook zes andere makers sindsdien onderdak gevonden in het Antwerpse stadstheater. En al dat samenhuizen begint zijn vruchten af te werpen. Na Een geschiedenis van de wereld in 10 ½ hoofdstukken vorig seizoen – waar het verenigde Toneelhuis de schouders onder zette – is er nu De geruchten. Het energieke collectief Olympique Dramatique speelt. Guy Cassiers regisseert. Het resultaat doet hopen op meer.
De geruchten is een bewerking van de gelijknamige roman van Hugo Claus. René Catrijsse heeft drie jaar in Afrika gezeten. Al die tijd hoorde zijn familie nauwelijks een woord van hem. Nu is hij weer helemaal terug in zijn geboortedorp Alegem. Hoewel, helemaal? René – die vroeger blijkbaar al quite a reputation had in het gemoedelijke, godvruchtige dorp – doet een beetje raar. Blijkbaar is hij ziek. En houdt hij zich op in het verkeerde gezelschap (een andere man! In een bestelwagen! In een bos!). Als er even later een dodelijke epidemie uitbreekt in het dorp, is René Catrijsse – en bij uitbreiding zijn hele familie – kop van jut. De Alegemnaren vallen als vliegen. Er kan er maar één de schuldige zijn, of niet soms? De geruchten beginnen te rollen.
Acteurs en regisseurs doen het boek van Claus alle eer aan. De meer dan 70 personages uit de roman worden enigszins gereduceerd, maar er blijven er nog genoeg over om de acteurs een avond lang meer dan bezig te houden. Ze switchen vlot van het ene naar het andere. Nu en dan krijg je als publiek het gevoel dat er een paar anekdotes te veel verteld worden: zonder zou het verhaal rijk genoeg zijn geweest. Maar als je dan beseft dat veel vertellen zowel voor Claus als voor Cassiers een tweede natuur is, dan weet je ook dat het voor deze voorstelling niet summierder had gekund. Aan de andere kant is die veelheid aan anekdotes ook net een deel van de charme van De geruchten – versie roman én versie toneelstuk. De 'irrelevantie' van bepaalde scènes tekent het bekrompen Vlaamse dorp anno 1966 extra scherp af.
Tegelijk drukken de makers elk hun eigen stempel op de productie. Cassiers zou Cassiers niet zijn als hij niet de nodige dosis technologie het podium had opgesleept. Zijn hang naar videobeelden heeft hij voor De geruchten behoorlijk ingetoomd. Hij concentreert zich in de voorstelling vooral op het geluid. De scène staat en hangt vol met de meest uiteenlopende soorten microfoons. Olympique Dramatique zou Olympique Dramatique niet zijn als ze niet creatief aan de slag zouden gaan met al die geinige speeltjes. Ze zetten de microfoons in als allerhande gebruiksvoorwerpen, van praktisch over gewelddadig tot seksuele metafoor. Een handvol pedalen die gekke geluidseffecten produceren, maken de boel compleet. Alle elementen samen – het straffe spel van Olympique en de vier gastacteurs, het decor met levensgrote spiegel die het publiek in vogelperspectief een blik gunt op het vrolijke volk van café Den Doofpot, het evenwicht tussen het Oervlaamse dorpsverhaal en de gebruikte technologie en dat tussen ernst en humor – maken van De geruchten een bijzonder geslaagd samenwerkingsexperiment. De voorstelling bewijst dat kruisbestuiving werkt. Voorwaarde is dat alle betrokken makers de creativiteit van de anderen toelaten in hun eigen wereldje. Alleen zo wordt het nieuwe geheel meer dan de som van de delen. Als het samenhuizen in het Toneelhuis zo blijft doorgroeien, belooft dat nog veel moois voor de komende seizoenen.
|
| Dit artikel werd reeds 665 keer gelezen. | auteur(s):Ines Minten |
|