Op zoek naar een nieuw taboe. Over Publikumsbeschimpfung onder leiding van De Koe | 2 Februari 2008 |
Toen Peter Handke zijn Publikumsbeschimpfung in 1966 voor het eerst in de zalen bracht, reageerde een groot deel van het publiek geschokt. Acteurs die weigerden te spelen, met zijn vieren naast elkaar stonden en droog vertelden dat er van een toneelstuk helemaal geen sprake was, en die uiteindelijk ontstaken in een gigantische scheldpartij richting publiek, was ongezien en ongehoord.
Ondertussen, meer dan veertig jaar later, horen Publikumsbeschimpfung en zijn auteur tot de canon van het theater. Het doorsnee theaterpubliek kijkt niet meer op van een scheldwoord hier en daar. Toch vindt de controversiële klassieker van Handke vandaag nog altijd geregeld makers die er hun tanden in willen zetten. In 2006 nam de eindexamenklas van Dora Van der Groen de uitdaging aan om de Beschimpfung opnieuw te laten werken. Onder leiding van Peter Van den Eede (De Koe) zochten ze naar een fris concept. Datzelfde jaar wonnen ze er al de ITs Guest Award mee voor beste buitenlandse voorstelling. Van november 2007 tot januari 2008 is de jonge ploeg (Thomas Ryckewaert, Jonas Van Geel, Oscar Van Rompay, Barbara Vanwelden, Fran Verstegen, Ward Weemhoff), ermee op tournee gegaan door Vlaanderen en Nederland.
Hoe maak je een gedateerd stuk opnieuw actueel en relevant? Dat was de vraag waar de zes makers een antwoord op moesten formuleren. Handke zelf plaatste vier acteurs naast elkaar op de scène en liet ze om de beurt heel droog een stuk tekst declameren: "U zult hier niets horen, wat u al niet gehoord hebt. U zult hier niets zien, wat u al niet gezien hebt. U zult hier niets zien, van wat u hier altijd gezien hebt. U zult hier niets horen, van wat u hier altijd gehoord hebt." In deze productie zitten de acteurs gezellig in een hoekje van het podium te keuvelen. De radio staat aan, ze zitten rond een tafeltje en drinken water. Nu en dan werpt één van hen een snelle blik op het publiek of wijst even naar de projectie waar het de tekst kan aflezen: "U zult geen spel zien. Hier zal niet worden gespeeld." Na een minuut of tien begint het publiek te schuifelen en beginnen de recensenten te veel op hun notablokjes te kribbelen. Her en der wordt gefluisterd en niet al te verdoken gegeeuwd: "Is dit het dan?" Uiteindelijk komt iemand het podium op gewandeld met een aantal stokbroden onder de arm en een aantal zakken vol groenten en fruit. De acteurs schieten in actie. Ze richten zich nu wel rechtstreeks naar het publiek: "Deze planken zijn geen wereld. Ze behoren tot de wereld. Deze planken zijn er om op te staan. Dit is geen andere wereld dan de uwe. U bent geen buitenstaander meer. U bent het onderwerp." Intussen stellen ze tafels op, slepen bakken voedsel aan en beginnen groenten te snijden, te schillen en te mixen. Het lijkt inderdaad geen toneelstuk te worden, maar een barbecue of andere feestmaaltijd.
Vanaf dat punt spelen de acteurs de splinters uit de planken. Ze hebben dolle pret en dat merkt het publiek ook. De aandacht blijft – op een sporadisch dipje na – vrij goed hangen. De spelers hebben ervoor gekozen om de tekst en het spel vooraf niet volledig vast te leggen. Elk tekstblok was gemiddeld door twee tot vier van de acteurs ingestudeerd, zodat ze op de scène makkelijk op elkaar konden inbreken, elkaar aanvullen. Die techniek zorgde voor een voelbare dynamiek en heeft het spelplezier ongetwijfeld nog een stuk opgekrikt. Er komt bovendien een veelal ongevaarlijk lijkende interactie met de toeschouwers op gang: "Hoe laat is het bij u?" De aangesproken toeschouwer antwoordt: "Tien over 9". "Ja? Bij ons ook!" Er worden grapjes gemaakt, meningen gevraagd, een jongedame op de eerste rij springt bijna een meter hoog als Oscar Van Rompay haar laat schrikken. Hilariteit in de zaal. Zijzelf moet nog bekomen en Ward Weemhoff spreekt haar even bezorgd toe. Wat de tekst aangeeft, gebeurt dus ook: de actie wordt voor een stuk in de zaal gelegd, zodat het publiek effectief een zevende speler wordt.
Intussen gaan de acteurs gewoon door met hakken en snijden. Na een tijd ontstaat op de scène een pracht van een buffet en begint het publiek alvast te watertanden: zouden we zodadelijk mogen aanschuiven? Anderzijds zet het voorbereide gedeelte van het publiek zich alvast schrap voor de scheldpartij die nu toch zo'n beetje op til moet zijn. Je merkt dat de verwachtingen nog hoog gespannen zijn en vooralsnog niet helemaal ingelost. Het gaat er te gemoedelijk en prettig aan toe voor een stuk met zo'n titel.
Net zoals veertig jaar geleden zorgt het scheldgedeelte inderdaad voor de climax van de avond. Het is opnieuw in dat stuk dat het publiek verontwaardigd reageert. Alleen zijn het nu niet zozeer de woorden die de toeschouwers naar adem doen happen. "Jullie klootzakken! Trutten! Stelletje sukkels!" De eerste rijen worden er hooguit ongemakkelijk van als ze even persoonlijk door een acteur geviseerd worden. De achterste rijen voelen zich allerminst aangesproken, want de tekst kan de afstand nauwelijks overbruggen. Toch haalt deze Publikumsbeschimpfung het beoogde effect. Aanschuiven aan het buffet was lekker, maar flauw geweest. Het prachtig uitgestalde voedsel zonder blikken of blozen op de grond kieperen, deed een verontwaardigde schok door de zaal gaan: eten verkwisten, dat doe je niet! "Ik vond het beledigend en choquerend!" zegt een vrouw achteraf tegen de regisseur. "Tuurlijk is eten weggooien immoreel", repliceert Van den Eede. "We vinden zoiets stuitend. Ons ging het vooral om de bewustwording. Dit is een fractie van al wat we elke dag met zijn allen verkwisten." Het publiek kwam om beledigd te worden. Precies dat is gebeurd. Schelden is geen taboe meer en net dat maakt dat Publikumsbeschimpfung tegenwoordig als een gedateerd stuk wordt gezien. Door een nieuw taboe in het stuk te verwerken, heeft het gezelschap bereikt wat het wou. In plaats van op de geanticipeerde schranspartij, werd het publiek getrakteerd op een schok. En zo zorgden de zes acteurs voor een up-to-date versie van een van de belangrijkste theaterteksten van de twintigste eeuw. Ondanks de sporadische dipjes, dus toch erg straf gebracht, actueel én relevant.
|
| Dit artikel werd reeds 658 keer gelezen. | auteur(s):Ines Minten |
|