| Spoon River: veel, veel, veel | 6 December 2007 |
De doden van het duttende dorp Spoon River spreken u toe. "Welkom!" roepen ze, alsof het om een circusvoorstelling gaat. Nu en dan lijkt het daar wat op. Maar Spoon River van het muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding brengt meer. Zo wat alles, eigenlijk. Een cocktail van vertelling, variété, musical, humor, ernst, uiteenlopende speelstijlen, zestig personages, vijf acteurs, twee zangeressen, vier muzikanten, veel woorden, veel noten, veel doden, veel verhalen… veel veel veel.
De tekst is onttrokken uit Elvis Peeters' nieuwe vertaling van Edgar Lee Masters' Spoon River Anthology uit 1915. Elk gedicht is een grafschrift dat de doden zelf uitspreken. Breng zoiets op een podium en je krijgt een niet te stoppen litanie aan roddels, banaliteiten en echt nieuws. De personages volgen elkaar in razend tempo op. Ze vertellen hoe ze leefden, hoe gelukkig of ongelukkig ze waren, hoe ze stierven en vooral wiens schuld dat allemaal was. Bij het begin lijkt de samenhang zoek. De kerkhofbewoners springen heen en weer en vallen dood dat het een lieve lust is. Pas na een tijd begint er zich een vage rode draad in het geheel af te tekenen, als je merkt hoe bepaalde figuren bij leven en welzijn tegenover elkaar stonden.
Doden verschillen niet erg van levenden, zo blijkt. Achterklap en fait-divers blijkt nog altijd hun favoriete vertelstijl. Alleen kan het ze blijkbaar allemaal wat minder schelen. Ze zien er de grap best van in. Wat voor zin heeft woede ook? Ze liggen toch al allemaal broederlijk naast elkaar onder de grond. Die berusting weerspiegelt zich in de speelstijl van het stuk, die over het algemeen erg vertellend en laconiek-afstandelijk blijft. Een logische keuze misschien, precies vanwege het perspectief, maar soms ook jammer omdat de diversiteit in de cast daardoor wat verloren gaat. Die cast bestaat uit Nand Buyl – de droogste acteur uit de geschiedenis van de mensheid die met zijn droge opmerkingen voor enkele van de sterkste momenten uit de voorstelling zorgt; Chris Lomme – die, afgaand op het opgevangen geroezemoes in de zaal, nog altijd menig hart sneller doet slaan; Kris Cuppens, Sara Vertongen en Dirk Buyse. Met acteurs met zulke uiteenlopende achtergronden en stijlen hadden we misschien graag net iets meer écht spel gezien. Typerend in dat opzicht is het ruzietje dat op een gegeven moment ontstaat tussen twee personages, vertolkt door Nand Buyl en Chris Lomme. Heel even vallen de personages uit hun amuserende variété-format. "Dat heb je al gezegd", zegt de man tegen zijn vrouw. Zij argumenteert waarom herhaling nodig is en ze kibbelen zoals alleen echtelieden na jaren huwelijkstrouw bij de afwas kunnen kibbelen. Dat fragment wordt wél uitgespeeld, niet puur verteld. En het heeft dan ook meteen het publiek mee, omdat de afstand ogenblikkelijk wegvalt.
De muziek van componist Chris Carlier mag niet onvermeld blijven. Muzikanten en zang zijn prominent in de voorstelling aanwezig en nemen soms letterlijk het voortouw. Daardoor stapt de muziek mee in de variétésfeer die de doden samen creëren. Nu eens doet de ene zijn trucje, dan weer de andere. Je moet vooral proberen je voorganger te overtreffen. Soms dreig je tussen de bomen van het stuk het bos te verliezen. Je ziet deze link, maar die ontgaat je. Door het ene verhaal word je geraakt, het volgende had je best kunnen missen. Achteraf blijf je even beduusd zitten en tracht je de losse eindjes van de rode draad aan elkaar te knopen. Tevergeefs. Hij blijft wat rafelen. Je kunt dat betreuren, maar is het niet ook net de essentie van variété? Van alles wat en veel en nog meer en extra, soms erover, soms eronder, maar op het eind verlaat je de zaal met een glimlach?
Info: www.braakland.be
|
| Dit artikel werd reeds 406 keer gelezen. | auteur(s):Ines Minten |
|