Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Myth als artistiek scharnier.

Het Toneelhuis (Sidi Larbi Cherkaoui) en Ensemble Micrologus, Myth

30 Oktober 2007

Het Hebbeltheater in Berlijn. Een warm en lang applaus. Bravogeroep. De dansers en de muzikanten komen regelmatig terug. Ze moeten in een halve cirkel staan, om samen gezien te worden. De heer naast mij is de enige die niet klapt. Tijdens de voorstelling voelde ik al zijn ongenoegen. Waarom? Ik weet het niet. Teveel humor? De man voor mij had daar in ieder geval last van, want hij stootte zijn buurman die hardlachs was, aan om wat minder gul te lachen. Een Duitse mevrouw vertelde mij na de voorstelling dat ze de Belgische producties net zo goed vindt omdat ze én inhoud hebben én humor bevatten. Een andere vrouw was verrukt over het hoge manga-gehalte. Kortom, Myth, de danstheatervoorstelling van Het Toneelhuis werd in Berlijn goed onthaald. Drie avonden uitverkocht, en voor 99% warme enthousiaste reacties. Ondanks de rare spelling op de infofolder : “tonheeluis antwerpen”

 

Het Hebbeltheater was ook wel niet de beste locatie. De bühne was eigenlijk te klein. De lijst beperkte de doorkijk. Het decor liep naar de zijkanten nog uit waardoor toch veel mensen niet echt konden zien wat er rechts of links opzij gebeurde. Maar dat kon het genot niet drukken. Want Sidi Larbi Cherkaoui, vaste artiest bij Het Toneelhuis, heeft met Myth een fantastische voorstelling gemaakt. Een Gesamkunstwerk, niet alleen qua vormsymbiose van verschillende kunstdisciplines, maar ook qua inhoud. Het hele mensenleven komt er aan bod.

 

Een hoge bibliotheekwand, met daarboven de muzikanten, een hoge poort, met daarnaast een trap. Daarvoor een paar mensen die wachten, als in een wachtzaal in het ziekenhuis, of als in een antichambre van een rechter die over dood en leven gaat oordelen. Plots kronkelen gedaanten in het zwart over de vloer. Zij blijken de schaduwen van de personages te zijn. Als alter ego’s vallen ze de personages lastig. Ze dagen hen uit, nemen hen te grazen, laten zich doen.  Marc en An van Theater Stap doen ook mee. Marc probeert An tot trouwen te verleiden, maar mislukt (gedeeltelijk?) in zijn pogingen. Deze twee mentaal gehandicapte acteurs worden volledig geïntegreerd in het spel van bewegingen, muziek, mythische elementen, anekdotiek. De Zweedse danseres Ulrika Kinn Svensson weigert haar alter ego te volgen, probeert met haar opgestoken rode haar en een norse blik de zwarte schaduwen te temmen, als honden te dresseren, maar de honden groeien als het ware uit tot een drielijfige Cerberus die waakt over de grens tussen leven en dood. Er tussendoor dartelt  Darryl Woods als een travestiet, niet om een schimp meer of minder verlegen.  Als in een stripverhaal (de manga) volgen de prenten elkaar: de ene keer een vervolgplaatje van het vorige, dan weer een uitvergroting van een detail, en dan weer het tegenovergestelde.

 

Polyfone gezangen  en middeleeuwse muziek lopen uit in monotone liturgieën, rituele bezweringen worden met speelse kwinkslagen onderbroken, getackeld, virtuoze solobewegingen glijden moeiteloos over in groepschoreografieën met zwaarddansen, showdans, tapdans, hiphop, Balinese dans. De mengeling van allerlei danssoorten is mooi afgewogen, en organisch.

 

Even organisch samengebracht zijn de inhoudelijke thema’s: de tegenstellingen tussen oost en west, tussen leven en dood, man en vrouw, volk en elite, macht en onmacht, aantrekking en afstoting, liefde en haat, wijsheid en geklungel, boekenwijsheid en onhandigheid. Vele levensfacetten kluwen hier samen in dit voorgeborchte. Dan opent de poort zich. De poort naar het leven? naar de  dood? Een open poort, een open einde.

Ik ben voor de voorstelling naar het Bodemuseum geweest, en heb daar de westerse middeleeuwse schilder- en beeldhouwkunst bewonderd. Heiligenbeelden en triptieken in allerlei stijlen, afmetingen, afwisselingen   en reliëfs. Dezelfde religieuze iconen in een bijwijlen aandoenlijke naïeve stijl  zie ik hier op de bühne terug. De dag na de voorstelling ga ik naar Hamburger Bahnhof, met werk van Josef Beuys en Anselm Kiefer en met heel veel (video)installaties en collages van Roman Signer. Hun kunstwerken  refereren voor mij aan de voorstelling Myth.

 

Myth groeit voor mij uit tot de perfecte schakel, tot de pure scharnier tussen middeleeuwen en postmodernisme, tussen fantasieschetsen en  driedimensionale uitvergrotingen. Myth is  danstheater dat de existentiële visualiseringen van de kunstwerken in de musea in zijn beweeglijkheid en theatrale vorm evenaart. Ik had op geen beter moment en in geen betere stad deze voorstelling kunnen zien.

 

Maar ook zonder de stad Berlijn, zonder zijn geschiedenis en zijn artistieke uitstraling, zal men van Myth genieten. Op haar Europese tournee doet ze dit seizoen nog een paar keer Vlaanderen aan.

 

Info: www.toneelhuis.be



Dit artikel werd reeds 151 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens