Met het overlijden van Marcel Marceau (22.03.1923-22.09.2007) werden theater- en medialui zich weer bewust dat er ook mime bestaat. De inhoud van dit begrip is met de jaren aangedikt en complex geworden en het is de vraag of er nog een publiek bestaat voor de mime zoals ze volgens de romantische opvattingen uit de 19de eeuw door Jean Gaspard Deburau (1796- 1846) en zijn vele navolgers werd beoefend.
Wellicht is de legendarisch geworden Marceau de laatste die vasthield aan een strikte eenduidige beoefening van deze "kunst van de stilte", die hij wereldwijd uitdroeg vanuit een onbetwistbaar talent en een eerlijke gedrevenheid om de mensheid te ontroeren. Meteen was de creatie van het personage Bip, zijn alter ego in een combinatie van Pierrot en Chaplin, een meesterlijke hommage aan de door hem zeer bewonderde Charles Chaplin (1889-1977).
Na de Tweede Wereldoorlog hebben mimespelers vooral vanuit hun opleiding te Parijs bij Etienne Decroux of Jacques Lecoq de stilte op verschillende manieren doorbroken waardoor de misvattingen over het wezenlijke van die kunst nog toenamen. In zijn boek "De acteur, atleet van het hart" (Amsterdam, Intern. Theatre & Film Books, 2004) wijst de Vlaamse acteur en mimespeler Herman Verbeeck er uitvoerig op dat er een wereld van verschil bestaat tussen gebarenspel en stil spel. Evenzeer moet men het verschil erkennen tussen de "oude" mime à la Marceau, de bedoelingen van de "mime corporel" van Decroux en de bewegingskunst van Lecoq of, bij uitbreiding, de opvatting van het "arme" theater van Jerzy Grotowski. Voor sommigen ontstaat de mime uit de impulsen die vanuit de fysiek van de speler komen, terwijl anderen uitgaan van de impulsen van het woord.
De hedendaagse mime is na jarenlange experimenten en discussies terug een kunst in dienst van het theater geworden, niet zozeer van het teksttheater, wel van het "rijke" theater dat nu meer dan vroeger, over allerhande gesofistikeerde middelen beschikt om via een geluids- en lichtdecor een theatrale sfeer rond de speler te creëren. De stelling van Decroux, dat een kunst rijker is naarmate ze armer is aan toegevoegde middelen blijft desalniettemin overeind naast de opvatting dat theater de synthese is van alle kunsten.
Marcel Marceau, die leerling was van Decroux, verwerkte diens grammatica op een strikt persoonlijke manier. Zijn mime was de mine van één speler, van het unieke gebaar bij het specifieke gevoel en de bezielde beeldende houding in een sterk gebalde vorm. Deze "one-man-pantomime" of "microkunst" , zoals Eric De Kuyper ze noemde (De Nieuwe, 28.01.1966) "is de kunst van de eenzaamheid – en daarom is de solovorm ook de meest natuurlijke – die groeit uit de innerlijkheid, en zich ontplooit in de stilte. Eenzaamheid, stilte en innerlijkheid zijn wel antipoden van wat men gemeenlijk van een schouwspel verwacht".
Het solokarakter van de voorstelling bood wel gelegenheid tot poëzie. Zoals een gedicht of een chanson vaak meer vertelt dan een hele roman, zo kon ook Marceau in zijn "kleinkunst" vervoering brengen. Het probleem was echter, dat men niet eeuwig een publiek kan boeien met zeer korte mimodrama's en zich steeds herhalende themata. Eenmaal Marceau gezien, in zijn meesterlijke vertolking van de o zo kwetsbare Bip, was men voor jaren voorzien. Daarenboven was een volavondoptreden niet zo evident. Op de duur ging men Marceau dan ook als een unicum bekijken en als een historisch monument. Daar zit niets denigrerends in. Het betekent alleen maar dat Marceau stil stond daar waar kunst voortdurend in beweging is.
Daar was de Vlaamse mime Marcel A.J. Hoste (1912-1977), op zijn veertigste leerling van Marceau, zich ook van bewust. "De mime gaat hand in hand met de dans, reikt naar het theater, vrijt met de film en knipoogt naar acrobatie en circus" is een van zijn bekende uitspraken.
Deze Gentenaar, was de zoon van een kunstschilder die echter als fotograaf aan de opera zijn brood verdiende en van een moeder die in de haute couture werkte. Via het foto-atelier van zijn vader en de kostuums die zijn moeder maakte, kreeg Marcel Hoste interesse voor beeldende kunst en was hij aanvankelijk kunstschilder. Maar van kindsbeen af was hij ook al bezig met marionettentheater. Met zelfgemaakte poppen speelde hij Faust van Goethe of Peer Gynt van Ibsen. Het waren experimenten die hem er toe brachten uit de poppenkast te stappen en als zichtbare manipulator op te treden. Dat was voor Hoste ook het uitgangspunt om naar de mime over te gaan.
Na een paar jaar bij Marceau in Parijs, stichtte Hoste al in 1952 , onder het peterschap van Marceau, een eigen theater: het Sabbattini Pantomimetheater, in zijn schildersatelier onder de Sint-Pieterskerk, aan de Tweekerkenstraat in Gent, met z'n 49 plaatsen dan, na Kopenhagen, het kleinste kamertheater in Europa. Weldra werd daar ook een academie aan verbonden en vormden Hoste en zijn medewerkers er heel wat mimespelers die, evenals de meester, de mimekunst tot over de grenzen uitdroegen.
Hoste ontving geregeld buitenlandse gasten in Gent, waaronder Marcel Marceau, Etienne Decroux, Ladislav Fialka (Tsjechoslowakije), Samy Molcho (Israël). Er werden festivals georganiseerd en het Sabbattinitheater werkte ook graag mee aan stoeten, film of theater.
Des te verwonderlijker is het dan ook dat pas in 1970 de eerste subsidie van het Ministerie voor Nederlandse Cultuur werd verkregen.
Aan Marcel Hoste als pionier van de mime in Vlaanderen en aan Marcel Marceau wordt ruime aandacht besteed op het elfde Internationaal MimeSquare Festival in Aarschot. Er is een doorlopende Expo Marcel Hoste en op zondag 14 oktober om 11 u. een gesprek met Thea Deege, die momenteel de leiding heeft van het Sabbattinitheater. Eveneens op 14 oktober wordt een hommage aan Marcel Marceau georganiseerd. Florencia Avila, leerlinge van Marceau, wordt geïnterviewd en brengt om 14 u. een voorstelling voor kinderen. Er wordt ook exclusief beeld- en fotomateriaal getoond over de samenwerking van de Festivalorganisatoren met Marceau.
Het 11de Internationaal MimeSquare Festival 2007 loopt van 11 tot 14 oktober in de Gasthuisstraat 24 te Aarschot. Daar kan men er zich van gewissen hoe rekbaar het begrip mime is geworden in de vormgeving terwijl deze kunst inhoudelijk inspeelt op actuele onderwerpen zoals geloofsovertuigingen, racisme, machtsverhoudingen, geborgenheid. Meteen wordt op een dergelijk festival ook duidelijk hoe moeilijk deze kunstvorm het heeft in een klein land als België.
Info: 016/49.10.32 - www.mime.be - info@mime.be
|