Een wrak van een uitgebrande auto staat midden op de scène. De pianist neemt rechts vooraan plaats. Er komt iemand in kabouterkleding op, hij neemt een doek, bidt tot Allah, kleedt zich om, wast zich. Een andere kabouter verschijnt, herhaalt het ritueel van de ander. Als gewoon geklede Marokkanen kijken ze het publiek aan, vragen een sigaret, beginnen hun verhaal. De een in het Frans, de ander in het Nederlands. Achter de microfoon, als twee Arabische stand-upcomedians, die over zichzelf vertellen, hun afkomst,hun familieleed. Gespeeld dreigend, grappig, maar steeds wranger, rauwer, echter.
Het idee voor de voorstelling We people ontstond bij Zouzou Ben Chikha na het lezen van La Passion selon moi, een roman in fragmenten van de mysterieuze Franse schrijver Paul Smaïl.
In het bijzonder werd Zouzou bewogen door de korte vlijmscherpe passage over een oudere allochtone werkloze man die de schaamte van zijn nieuwe job als animator in een smurfenpretpark niet kan dragen en zelfmoord pleegt: 'Longwy a préféré se pendre que faire Schtroumpf.' Samen met Mourade Zeguendi, Ruud Gielens, David Strosberg breit Zouzou Ben Chikha rond deze anekdote een hele levensgeschiedenis van een man, zijn vrouw, zijn kinderen. Het is het verhaal van een tweede generatie migranten, de opgekropte frustraties, met de nodige relativerende humor, die op bepaalde momenten wel heel erg wrang wordt. En ondertussen klinkt klassieke pianomuziek (Tim Gistelynck), en vormen de hemelse Bach's Goldberg variaties een niet mis te verstane tegenpool van de droevige vertellingen, van de opstand tegen de wantoestanden, van hun oproep tot verzet, tot de jihad. Het komt hard over, ongenuanceerd, drammerig, politiek incorrect, maar wel evident gemeend, en daardoor heel bedreigend, en bevreemdend.
We people is een rauwe productie, die je niet loslaat. Het is geen leuk avondje uit, het zijn geen leuke verhaaltjes in het theater, maar wel een oproep tot verzet. Het publiek wordt steeds rechtstreeks aangesproken: "Jullie zijn de oorlog begonnen. Wij zullen vechten, wij beginnen hier, in dit land, onze Jihad." Ik geef toe, ik voelde me ongemakkelijk. Logisch klinkt hun verhaal, heel begrijpelijk, pamflettair, maar moeten ze nu écht terrorist worden, die twee? Je zit daar maar op je theaterstoeltje, je kijkt naar die twee. Ze rammen de auto nog verder in elkaar. Ze verkleden zich als kabouters, en gaan terug weg, naar hun werk als animator in kabouterland. Té belachelijk om waar te zijn, denk je. Een theatrale relativering van hun concrete bedreiging? Een afleiding? Theaterterrorisme, moslimterrorisme? Fictieve terrorismeoproep? Union Suspecte maakt zijn naam waar: ze maken zich verdacht, en zwengelen daarmee hun bedoeld maatschappelijk debat aan.
Een voorstelling die nog lang nazindert, en waarmee je steeds opnieuw geconfronteerd wordt als je de krant leest, of televisiebeelden ziet van opstandige allochtone jongeren.
Meer info: www.unionsuspecte.be
|