We zullen verwend gaan worden, zeer zeker. Moeten we echt uit de kleren gaan? Hoe zit dat met die vier-sterren-verwenmachines? "Wacht maar, de stressmanager zal jullie zo komen afhalen." Met zeven mensen staan we voor een touw te wachten. Onze portefeuilles, mobieltjes, horloges, sigaretten, autosleutels en alles wat er nog los in onze zakken kon zitten, hebben we afgegeven aan de 'turbovestiaire'. Nu zijn we er helemaal klaar voor. En ja hoor, daar komt de stressmanager: in het wit, mooi gebruind, de horloge niet om de pols, maar om de hand, want ja, de tijd zullen we toch in de gaten moeten houden. Hij schudt iedereen de hand, vraagt naar onze stress,en leidt ons door de rozentuin naar een grote tent.
Van op een afstand kijken we ernaar en krijgen we de nodige uitleg. Daar in die tent zijn allerlei verwenmachines. En allemaal milieuvriendelijk. Gemaakt met gerecycleerd materiaal, het water dat gebruikt wordt is opgevangen en gefilterd regenwater, zonnepanelen zorgen voor energie, en allerlei milieuvriendelijke producten worden gebruikt (ik ontdek nadien thuis op internet reclame voor deze productie door sponsor Ecover. Maar dit terzijde). Ook krijgen we al iets over een inwonende ezel te horen. Een grote ezelskop kijkt ons vanuit de nok aan, een handje zwaait, ergens anders in de tent flapt een luikje open, een stralend vrouwengezicht lacht ons tegemoet,en laat een belletje horen: we mogen binnen.
We drentelen naar de ingang van de tent. Weer een hele en even grappige uitleg,en ja hoor, we moeten uit de kleren. We krijgen 4sterren-handdoekjes om ons te bedekken als we dat willen. In enge kleedhokjes spelen we onze kleren uit, knopen het handdoekje, en dan schuifelen we naar de machine van Hot Fat Mama. Een kleine sauna, bloedheet, erg klein,en zeker niet geschikt voor mensen die al wat meer gewicht met zich meedragen en/of last hebben van claustrofobie. Daar zitten we dan te zweten. Uit luidsprekers klinkt een verhaal (van Wim Helsen) over een meisje, naakt verdwaald in de woestijn. Onbeschermd, ontredderd. Ik wil het verhaal wel volgen, maar het op een kluitje zitten in die hitte vaagt geestelijke concentratie uit. Niet inspannen, gewoon kalm blijven. Dit is dus het geafficheerde 'stoomtheater'. Een medebezoekster krijgt het moeilijk. Oef, de mevrouw in het wit komt ons halen. We mogen douchen, krijgen een heuse badjas, en verplaatsen ons in de tent naar de middenruimte. Ondertussen horen we al een tweede groep bezoekers aankomen. We gaan zitten, en zien boven ons een kok met een ezelskop op zijn hoofd aan het werk. Het ruikt lekker. Luikjes gaan open, onder de kok zit de ober. Leuk is te ontdekken hoe de machinerie werkt om de pannenkoekjes van boven naar beneden te krijgen en hoe wij dan zonder dat de ober zijn hand hoeft uit te steken, voorzien worden van eten en drinken. Vooral de gestoofde peertjes zijn heel lekker. De ober vertelt het verhaal van de ezel en het naakte meisje verder, maar ik ben meer gefixeerd op het drinken en het eten. Er zal iets gebeuren tussen de ezel en het meisje. En daarvoor moeten we ons weer verplaatsen, naar de "barroussel". Op hoge barkrukken moeten we plaats nemen, en in die korte badjassen is dat best wel moeilijk om niet bij je vreemde medebezoekers in verlegenheid te vallen. Een hand zet borrelglaasjes op de toog. Een hoofd verschijnt, met een heerlijk verlegen glimlach. Zij is de prinses. Het verhaal van de ezel en het meisje klinkt verder door luidsprekertjes. De glaasjes worden gevuld met frambozen en sap, we moeten onze ogen sluiten, ("maar je mag ze ook eventjes weer open doen"), we horen over de overgave van het meisje aan de ezel, we mogen onze ogen openen, we toosten op de mooie afloop. De prinses met de verlegen glimlach tovert onze kleren, en dan mogen we ons in andere tentcabinetjes weer aankleden.
Wat deze installatie-performance aan bewondering oproept, is vooral de machinerie, de inventieve mechanica, de behendige manipulatie, het bijzondere vernuft en het noeste werk waarmee dit alles is gemaakt, de details in spel, spulletjes, kleding, en verzorging voor de gasten. Niet alleen de glimlach op het einde laat je glimlachen, het geheel is zo heerlijk naïef en eerlijk dat het je alleen maar kan charmeren. Maar verder dan dat kwam deze installatie-productie niet. Het verhaal ging verloren in de uiterlijke vertoning. Ik denk dat het de bedoeling was dat de fysieke ervaring van het onbeschermd zijn zou worden doorgezet in een empathie voor de ontredderde situatie van het meisje. Maar dat inleven in of meegaan met het verhaal, lukt niet omdat de meeste aandacht gaat naar de fysieke entourage. Hopelijk kan er nog aan een beter evenwicht tussen het ervaringstheater en het verhaal gewerkt worden, opdat de toeschouwer-deelnemer naast een fysieke ook een mentale catharsis kan ondergaan.
Nog t/m 26 augustus 2007 op de Zomer van Antwerpen
www.zva.be
www.timecircus.org
|