| Guido & Godot | 18 Maart 2002 |
Op geregelde tijden schrijft Guido Lauwaert (°Mechelen, 1945) een toneelstuk en daarvoor laat hij zich wel eens inspireren door bestaande stukken van bekende schrijvers of hij put uit het ideeëngoed dat universeel is en al door meerdere auteurs is verwerkt. Voor een "spelend
mens" zoals Lauwaert is het een uitdaging door te gaan op wat hij als literatuurbewonderaar, performer en filosoferend levenskunstenaar aan den lijve ondervond via allerlei activiteiten en op wat hij uit de lectuur van zovele "meesterwerken" puurde. Het is daarenboven niet zo vreemd
dat Lauwaert zich als "vrije geest" intens betrokken voelt bij een aantal essentiële en existentiële levensvragen zoals de zin van lijden en dood en een mogelijke plaats daarin voor een god die dit toelaat. Tussen zijn eerste stuk uit 1977, de monoloog "Job & Jaweh", die Lauwaert dan
zelf speelde op een authentieke mestvaalt op de Roeselaarse boerenbuiten en het zojuist door de "gelegenheidsgroep" Laden en Lossen gecreëerde stuk "Salut Godot" liggen niet alleen vele jaren van mondiale economische en politieke evoluties en revoluties, maar ook enorme
verschuivingen in het denken over de levensvragen.
Vijftig jaar nadat Samuel Beckett "Wachtend op Godot" schreef (première in Parijs in 1953) als een evocatie van en een ironisch protest tegen het zinloze gevoel van een "Sein zum Tode", dat door een even zinloze oorlog nog was versterkt, schrijft Lauwaert nu een vervolg en maakt hij een balans op. We weten nog altijd niet wie Godot is, maar deze vraag is inmiddels niet meer belangrijk, belangrijker is de vraag waar Godot zich bevindt. De vijf personages (vier volwassenen en een kind) die ook in Becketts stuk de dienst uitmaken komen ook voor in Lauwaerts stuk. Hij laat ze voor de gelegenheid spelen door vijf meisjes, jeugdige actrices uit het vrijetijdscircuit. Meisjes die jonge mannen en/of meisjes spelen. Het geeft een dimensie te meer aan het theatrale gegeven. Maar het centrale thema blijft dat "men", de mensheid, er van overtuigd is dat een god die bestaat niet eeuwig kan verborgen blijven. Hij zal toch ergens dienen te verschijnen en zich kenbaar te maken. Wanneer iemand zegt dat ze Godot heeft gezien, of althans denkt dat hij het was, en ze dus op de verkeerde plek zitten te wachten, dan gaat "men" verder op zoek. Totdat blijkt dat men ook nu steeds weer op dezelfde plek uitkomt vanwaar men vertokken is.
"Salut Godot" is geen bewerking van Becketts stuk. Het is gewoon een verder doordenken van een levensgevoel dat sinds de Tweede Wereldoorlog het denken overheerst en dat sindsdien door ontelbare schrijvers en andere kunstenaars is vertolkt. Wat we ook zeggen of doen, we weten dat we elkaar nodig hebben in het wachten op iets dat we veronderstellen dat het bestaat (God, vrijheid, democratie, liefde, een hiernamaals), maar we zijn nooit meer zeker.
Een typische passage uit "Salut Godot" luidt:
Vladimir (tot Estragon):
We hebben elkaar voor het eerst ontmoet
toen ik door de stress van het wachten in een fles woonde.
Weet je nog? Voor het eerst.
Aan de voet van de toren. 95 meter hoog.
Panoramisch uitzicht. Er zijn gidsen beschikbaar.
(stilte)
Ik wou de lift nemen en jij stapte eruit.
We keken elkaar recht in de ogen en ik zei:
"Op hoop van zege", en jij zei, naar boven wijzend:
"De klucht der vergissingen".
Sinds die memorabele ontmoeting,
hebben we elkaar nauwelijks losgelaten. (blz. 16)
|
Afgezien van de symboliek (die het ontleden waard is), verwijst Lauwaert in deze korte passage twee keer naar werken uit de literatuur: "Op hoop van zege" van Herman Heijermans en naar "De klucht der vergissingen" van William Shakespeare. Hij haalt in de loop van het stuk meerdere keren titels van stukken aan (en naar het einde toe dwingerder) en beklemtoont op die manier zijn betrokkenheid met het theater en de onmacht ervan in die zin dat hij er op wijst hoe naarstig en veelvuldig grote en minder grote schrijvers en geesten al eeuwen op een zelfde nagel aan het kloppen zijn en er maar geen einde komt aan het lijden en het liefdesverdriet van de mensen, maar dat men daarom, als schrijver, de moed niet mag laten zakken, en moet doen zoals hij: al wachtend verder schrijven. Want wachten is niet nutteloos. Hij brengt mensen bij elkaar en men leert elkaar kennen. "Het is
niet veel, maar het is toch iets. Als begin is het niet gemakkelijk", aldus Lauwaert.
De premièrereeks van "Salut Godot" werd georganiseerd op de zolder van het Geuzenhuis in Gent, een symbolische plaats ongetwijfeld, gezien de aard van het stuk en het uitgesproken niet conventionele engagement van de schrijver. Er is al meerdere keren theater bedreven op Gentse zolders en
gewoonlijk was dat uit een zekere armoede en alleszins uit een gebrek aan middelen. Maar daarmee is niets negatiefs bedoeld.
Wellicht had Guido Lauwaert de bedoeling zijn "Salut Godot" door beroepsacteurs en –actrices te laten spelen, maar zoals al meer is gebeurd, is vermoedelijk ook nu de verhoopte sponsoring (op subsidies rekent Lauwaert al lang niet meer) uitgebleven. Dan maar met "liefhebbers" die het "gaarne gedaan" hebben, althans te oordelen naar het enthousiasme dat uit de voorstellingen naar voor kwam. Er is bij G.G. Laden en Lossen duidelijk talent aanwezig, maar zoals het bij dergelijke gezelschappen vaker voorkomt wordt er zeer nadrukkelijk geacteerd. Typeren gaat, maar
nuanceren blijkt moeilijker. Daarenboven is een opdracht als "Salut Godot", zowel door inhoudelijke als door taal- en spreekaspecten voor oudere, in de zin van meer ervaren, spelers weggelegd. Nochtans dient gewezen op de creativiteit die door elkeen aan de dag wordt gelegd. De interpretatie
van Lucky door Mieke Degrande is daarvan een in alle opzichten uitstekend voorbeeld.
Met "Salut Godot" heeft Guido Lauwaert een zoveelste stuk aan de indrukwekkende lijst van zijn toneelstukken toegevoegd, daarmee zijn reputatie van dwarsligger nog maar eens bevestigend. Voor een goede verstaander is dit stuk een "geloofskomedie", een relativerende kijk op geloof en ongeloof, op grote en kleine godjes, op macht en onmacht van de mens als speler. Ooit is hij rondgereisd met "Wie is bang voor G. L.?", naar het bekende toneelstuk van Edward Albee. Nu wil hij reizen met een stuk dat verwijst naar een nog grotere bekendheid: Samuel Beckett, maar er is niets om bang voor te zijn. "Salut Godot" is Lauwaerts eigenste product en de persoonlijke en eerlijke uitdrukking van een creatief mens om stilaan met zichzelf en de wereld in het reine te komen, in zoverre dat al mogelijk is.
De tekst van "Salut Godot" werd keurig uitgegeven door FANTOM, Vrijheidstraat 3, 2000 Antwerpen. NUGI-Code 302.
Info: email: salut-godot@hotmail.com
|
| Dit artikel werd reeds 239 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|