Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Vlaams zonder 'ae' en zonder 'sch'.
KVS en Rieks Swarte, Oom Toon. Waar gebeurd.

5 Juli 2007

Voor we de Bol van de KVS ingaan, krijgen we een familiestamboom mee. De Nederlandse theatermaker Rieks Swarte (van prettige legendarische 'speelgoedvoorstellingen', zie bij bespreking Woord in het archief) heeft het verleden van zijn familie nagetrokken. Hij haalt zijn stof uit zijn eigen herinneringen, uit gesprekken met zijn moeder en tantes en uit de briefwisseling die er geweest is tussen zijn grootvader Jos en zijn oom Toon. Die oom Toon is Anton van de Velde: de naam kende ik uit de theatergeschiedenis, maar echt belangstelling had ik niet voor hem. Nogal een flamingantisch iemand, met hoogdravende oubollige Vlaemsche oprispingen in zijn Tijl. Ik kende alleen de titel van zijn stuk, en daar bleef het dan ook bij. Ik had het toen ik het vak theatergeschiedenis kreeg, niet zo hoog op met die katholieke Vlaamse retoriek. Ik was/ben wel een liefhebber van het expressionisme, maar in Vlaanderen was dat de verkeerde kant uit gegaan. Paul Van Ostayen kon nog. (Van de Velde moest van hem niets hebben, zo blijkt) Zo kende ik ook Wies Moens. Niet als dichter, maar als mijn achterbuurman in het Nederlands-Limburgse dorp Neerbeek. Hij wuifde vriendelijk goedendag als ik met de hond voorbijwandelde en als misdienaar zag ik hem vaak in de doordeweekse vroegmissen op de eerste rij zitten. Toen ik tiener was, vernam ik dat hij gedichten met potlood schreef. Hij heeft nog voor het 25-jarig huwelijk van mijn ouders een paar verzen geschreven, maar waar die nu zijn, weet ik niet. Toen ik  het dorp uit was, en in Leuven Germaanse ging doen, heb ik pas meer over Moens en co. vernomen. Toen hij nog leefde, heb ik nooit geweten dat mijn achterbuurman zo'n beroemd en verguisd man is geweest. Thuis werd er nooit iets over die Belgische meneer gezegd . Op de begrafenis van zijn vrouw werd er in ons dorp heel raar gekeken naar die vendelzwaaiers met hun leeuwenvlaggen. Belgische begrafenisfolklore zeker, en iedereen ging naar huis.

 

Sorry voor dit persoonlijk verhaaltje. Dat past niet in een recensie, ik weet het, maar al die herinneringen kwamen bij mij naar boven toen ik Oom Toon zag. Ik kan mij heel goed voorstellen hoe Rieks Swarte zich gevoeld moet hebben toen hij (als Nederlander) de Vlaamse  opvattingen en de toneelstukken van zijn oom en diens familie verder uitspitte. Ik voel goed aan dat zijn voorstel om een stuk te maken over de eigen Vlaamse geschiedenis bij het toenmalige DitoDito op ahoe onthaald werd, ik bewonder zijn verbeten inzet om toch een stuk te maken  en de mensen van DitoDito die nu bij de KVS zijn,  meekreeg. Het is een  familiegeschiedenis geworden  die de geschiedenis van het Vlaams Volks Toneel in zich draagt, en op sprankelende wijze ook een geschiedenis van de Vlaamse Beweging geeft. Zonder de spot of de hoon of de minachting, die men achteraf  altijd kan hebben over vroegere periodes. Het stuk  wordt geen Vlaemsche toestand. Oom Toon en zijn opvattingen en werk in het Vlaamse Volks Toneel worden niet belachelijk gemaakt. Eerlijk en respectvol wordt hij benaderd.  Maar het stuk is ook niet vergoelijkend. En dat maakt Oom Toon tot een intrigerend tijdsdocument.

 

In deel 1 wordt het familieportret wordt gemaakt aan de hand van fotomateriaal en op zijn Rieks Swartes met kartonnen maquettes, videocameraatje , en de nodige kwinkslagen in tekst en spel. Citaten uit de brieven worden door de personages verteld, en de personages duiken ook op als vertellers over Toon die in de Grote Oorlog als telefonist achter de loopgraven werkt,  over Jos die de oorlog ontvlucht en naar Nederland trekt, over hun liefdes, familieleden, over hun werk, over Toons vriendschap met o.a. Wies Moens,  over Toons schrijfambities die hij waar wil maken bij het Volks Toneel. Een persoonlijke schets die heerlijke vormen aanneemt als Anton Van de Velde zijn beklag doet over de expressionistische weg die het Vlaams Volks Toneel inslaat als 'de Hollander' Johan de Meester er de baas is. Die vindt dat theater de speelplek van de verbeelding moet zijn, terwijl oom Toon zweert bij de retoriek van het woord. Dan krijg je een levend stukje theatergeschiedenis te zien. Swarte en zijn ploeg beelden  - trouw aan de avant-garde van toen – simultaan dadaïstische en Bauhaustaferelen uit.  Hugo Ball verschijnt in zijn kubistisch kostuum en declameert een klankvers, de Bauhaus-stenen worden in rood, blauw en geel getoond, de stoel van Rietveld passeert, de acteur als mechanische pop van Meyerhold beweegt zich in een stokkenkluwen voort, de expressionistische hoekigheid en gebaldheid vlammen van de vloer. Schitterend!! En oom Toon (heel ingetogen en integer vertolkt door Willy Thomas) vindt het maar niets.

 

In het tweede deel krijgen we in de Box de opvoering van diens Tijl te zien. Heel expressionistisch in schmink, stem en gesticulatie, en met de vele ironiserende spel- en speelmanieren à la Swarte (spelen dat we spelen, veel kartonnen elementen, de toneelmachinerie op de scène,…). Tientallen pagina's tekst worden weggelaten, maar de gezwollenheid van de tekst, inhoud en enscenering  blijft hangen, als we weer terug naar de Bol gaan voor deel drie.

 

Daar komt  heel sober en tegen een achtergrond van een wit doek  Marja , de vrouw van oom Toon (en prachtig vertolkt door Tania Van Der Sanden)  aan het woord. Met  een relativerend flegma vertelt zij over haar man, die met zijn stuk Homo Novus (een verheerlijking van de Nieuwe Orde?)  de wel opgeschreven, maar niet verstuurde afkeur  van Jos op zijn hals haalt. Pianomuziek klonk al in het hele stuk, eerst opzij, in het laatste deel duidelijk in het midden van de speelplek, daarna nemen de klanken van achter het doek de rol van de woorden over, terwijl we oude opnames van de huis- en werkkamer van oom Toon te zien krijgen. En dan valt het witte doek en staan de acteurs en actrices op een rij.

Ik moet zeggen: de Vlaamse geschiedenis en zeker de theatergeschiedenis zijn  mij weer een stuk helderder geworden. Maar dat niet alleen, het was ook theatraal genieten.

 

Nog tot en met 8 juli 2007 in de KVS Brussel, daarna nog van 21 tot en met 28 september 2007.

 

Info: www.kvs.be



Dit artikel werd reeds 272 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens