Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Abattoir fermé creëert Tourniquet.

Kwellen en knellen zonder woorden maar niet sprakeloos.

6 Juni 2007

Het Mechels gezelschap Abattoir fermé is voor de tweede keer geselecteerd voor het Theaterfestival (Brussel, 23 augustus-1 september 2007). Verleden jaar met Galapagos, nu met Tinseltown. Ook het recente Tourniquet kan als een festivalproductie bestempeld worden. Iets voor volgend jaar?

Abattoir fermé doet doortastend onderzoek naar niet voor de hand liggende onderwerpen om ze in evenmin hapklare vormen scenisch te verwerken. De theatermaker is daarin een rusteloze analist van het onderbewuste in de reële én fictieve werkelijkheid. De Chaostrilogie, over een paar seizoenen gespreid en met Tinseltown als middenstuk, heeft duidelijk gemaakt wat een onderzoeksparcours kan zijn. De grootstad en de stedeling, de geheimen van de nacht, de verborgenheden des volks en de nog grotere geheimen van de fantasieën daarrond, blijven fascineren en geven een alerte theatermaker de gelegenheid op al eerder doorbroken taboe's (onder meer over sexualiteit) verder door te werken. Die doelstelling van Abattoir fermé is voor een deel ook weer aan de orde in Tourniquet.

In de medische betekenis is een Tourniquet een instrument om bloedingen tegen te gaan. Iets dat knelt, zeg maar, of dichtschroeft. De voorstelling is gesitueerd rond een geïmproviseerde tredmolen waarin een naakte slaaf steeds sneller rent. Het rad van het leven is echter geen rad van fortuin. Het heeft meer te maken met radbraken, met folteren, kwellen en doen afzien, met destructie maar ook met wederopstanding. De ene mens is de andere zijn beul. Dat geldt blijkbaar niet enkel voor vroegere tijden. Exorcisme en de daarmee gepaard gaande excessen bijvoorbeeld, gebeuren ook nu nog en wel meer dan vermoed.

Met occulte, magische of andere extremiteiten in het achterhoofd is Tourniquet gemaakt. De naakte mens als een wezen in zijn kwetsbaarste vorm, een offer en tegelijk een offeraar. Maar vooral een speelbal in het nooit aflatende ritueel van gevecht en omhelzing, van aanwakkeren en uitdoven, van vernietigen en weer opwekken.

In Tourniquet wordt geen verhaal verteld. Verondersteld wordt dat de kijker een eigen verhaal maakt. De spelers spelen toestanden, houdingen, confrontaties. Hun lichamen worden mooi marmer en tegelijk gekneld vlees. Er zijn associaties met totalitarismen en knipogen naar het theater van vuur van Antonin Artaud en het anarchisme van een Fassbinder. Maar zelfs in zijn naakste verschijning handelt een mens nog volgens een ideologie, in de naam van een godheid, van een profeet, een Jezus.

Het donkere geluid van een soundtrack (Kreng) begeleidt de handeling. Kleine beeldschermen schieten tekort. En nooit eens een verlossend woord. Het is theater in zijn zuiverste vorm, onverhuld, zonder de noodzaak aan tekst. Om het met Jean Vilar te zeggen: "il n'y a que des corps et des sons" al rekende Vilar daar toch de stem van de speler bij. Maar ook die is er hier niet.

Toch is dit niet enkel mime, noch zijn de spelers sprakeloos. Ze laten een totaliteit spreken. Zij zeggen in een geraffineerd spel van lichamen wat het theater slechts bij uitzondering nog durft te zeggen, namelijk dat het voor speler en toeschouwer een uitdaging en een ontdekking is. Regisseur Stef Lernous gooit Ragna Aurich, Chiel van Berkel en Joost Vandecasteele meedogenloos in de arena. Een brok natuur, een theatrale realiteit. Maak er maar je eigen cultuur en cultus van.


Info: www.abattoirferme.be

Dit artikel werd reeds 362 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel