Winterse dood en lentekriebels. Compagnie Thor, V.-Nightmares | 29 Mei 2007 |
Elk seizoen werkt(e) Thierry Smits met zijn danscompagnie aan een seizoen van Vivaldi. In de winter werd de winter gemaakt, in de lente de lente, en nu volgen de zomer en de herfst nog. Uitgangspunt zijn de Vier Seizoenen van Vivaldi. Je denkt dan al snel aan huppelende danspasjes door dauw of sneeuw, je denkt aan beelden en bewegingen die je laten wegdromen op de klanken van de zon en regen, je denkt aan gracieuze sierlijkheid, aan gepolijste, de ene keer ingetogen, de andere keer uitbundige duetjes en groepsdansen op de melodische klanken van Vivaldi. Thierry Smits gaat er toch anders tegenaan. Dat zit al in de titel, en het werk van compagnie Thor kennende (zie ook archief, over de productie d’orient), zal het wel harder zijn, seksueel geladener, minder romantisch, maar daarom niet minde snakkend naar een greintje liefde.
De delen ‘winter’ en ‘lente’ zijn vorige weken in première gegaan, ‘zomer’ en ‘herfst’ volgen in september, en in november zullen de “four choreographic seasons” tezamen gebracht worden (première in het Kaaitheater), waarna de productie in zijn geheel of ook in losse delen wereldwijd gaat rondtoeren.
Ice begint met de muziek van Vivaldi. Maar al snel stokken deze vioolklanken, en krijgen we mechanische geluiden, industrieel geruis, holle metaalklanken. In een grijsblauw belichte ruimte ligt een lijk(?) op een vriesvak-bed. Een ijsblok wordt opgehangen en smelt langzaam. Een naakte man zit ineengekrompen voor zich uit te staren. De persoon op het bed wordt naar het midden gerold,een vrouw wrijft hem in met een witte smurrie. Als balsem. Hij staat op en mengt zich in het spel van de twee dansers en de danseres, een spel over leven en vooral over dood. Ijs en sneeuw komen er aan te pas, een dodenmasker wordt gemaakt, de spelers pakken elkaar in, rollen elkaar uit. Wit en zwart worden tegen elkaar geplaatst, alles in een beklemmende kille sfeer. Voor het eerst gebruikt Thierry Smits video in zijn werk. Met een handcamera wordt bijvoorbeeld een hoopje smeltende sneeuw opgenomen, en groot geprojecteerd geeft dat een kil desolaat landschap. In zijn strakke vormgeving en even strakke bewegingen, in zijn uitgekiende onderkoeldheid, in zijn gedoseerde ogenschijnlijke soberheid bezorgt Ice je een kille rillerigheid die weer langzaam wegebt op de klanken van Vivaldi.
Lente
Zo sober Ice was, zo overladen is Fluid Mechanics, de choreografie op de lente. Met dezelfde Benjamin Bac, Lucius Romeo-Fromm, Michael Sears en Erica Trivett als krachtige, lenige en esthetische dansers. Langzaam ontwaken zij uit hun winterslaap, wassen hun zwarte armen, trekken hun zwarte T-shirts uit. De andere kledingstukken volgen snel. In deze lentebeelden kruisen ontluikende lentekriebels en het offer voor de lente elkaar, de ene keer naar elkaar knipogend en uitdagend, de andere keer licht dreigend, maar steeds speels. In de winter overheerste de thanatos, in de lente de eros, maar toch met een onlosmakelijke ondertoon van thanatos, zoals ook de winterse dood niet zonder liefde kan. De drie mannen en de ene vrouw lopen, huppelen, bewegen gracieus in het begin veel naakt rond, dagen elkaar uit, showen zich voor het publiek, koketteren vooral met zichzelf, wentelen zich in narcisme. Ze spreken sec en helder zinnen uit de tekst die Peter Verhelst voor deze productie schreef. Over liefde, over de eerste kus, de ontmoetingen in de nacht tussen de man en de vrouw. Dartel, speels, broeierig. Smits liet zich inspireren door de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch, en vaak zie je de dansers zich als Bosch-figuren gebocheld voortbewegen en kronkelen. Tegelijkertijd heeft de voorstelling ook een hoog Matisse-gehalte (de kring dansende vrouwen in het blauw).
Rood, geel, groen zijn even belangrijke kleuren in deze tuin der lusten, waarbij het lichaam van tepel over oksel tot vagina al dan niet uitvergroot op scherm getoond wordt, en waarin pluimpjes dwarrelen en in het schaamhaar gestoken worden. Het spel der knikkers wordt gespeeld, waarna uit de harde knikkers vloeistoffen kunnen stromen. Af en toe gaat de voorstelling heerlijk over de schreef, en is het dolgedraaide camp, een andere keer is ze weer heel sober, zelfs sacraal. (zeker vanop de afstand waarvandaan ik het podiumgebeuren aanschouwde). Vivaldi klinkt nog fragmentarisch, de vioolklanken zijn uit elkaar gespat. Het merendeel van de geluiden zijn de mechanische industriële klanken uit het geluidsdecor van Maxime Bodson. Tegen het einde aan bewegen de dansers zich op de golven van een trage sombere melodie die meermaals herhaald wordt. De melancholische ondertoon wordt scherper en sterker.
Fluid Mechanics draait om seks, met expliciete lentekriebels en vloeistoffen die ervan afdruipen. Het uitspuwen van aardbeien kondigt de zomer aan. Seks, allemaal goed en wel, maar wat dan? Met die existentiële eenzaamheid blijf je wel alleen achter.
Info: www.thor.be
|
| Dit artikel werd reeds 334 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|