Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Kracht van Needcompany in woord en dans.
Viviane de Muynck & Needcompany, Alles is ijdelheid.
Ellen Grace Barkey & Needcompany, Chuncking
29 Maart 2007

Needcompany toert op dit moment over de wereld weer eens rond met twee topproducties. Puur woord en pure dans: De aangrijpende monoloog van Viviane de Muynck, en de ongrijpbare lichthysterische mengeling van dans, performance en beeldende kunst van Ellen Grace Barkey. Vlak na elkaar zag ik deze twee voorstellingen, en omdat ze beide onder de vlag van Needcompany staan,trek je onwillekeurig parallellen.

Alles is ijdelheid is het gelijknamige verhaal van Claire Goll (verschenen in Privédomein), over de jaren van het dadaïsme, het Parijse surrealisme en alles wat er aan de hand was in het artistieke wereldje van toen. Zij en haar man Yvan Goll waren indertijd toonaangevende dichters en zij was voor menig kunstenaar, van welke discipline dan ook, de muze en vaak ook de minnares. Viviane De Munck brengt Claire’s verhaal, in een monoloog, op wat houten staketsels, tegen een achtergrond van rijen spots in verschillende maten en vormen, die van boven naar beneden schuiven , en langzaam aan en uit faden. De achterliggende wereld, de wereld van toen, en vooral de wereld van dé meest revolutionaire periode uit de kunstgeschiedenis, staat in de schijnwerpers. Af en toe in het volle licht, maar steeds van achteren, met een schaduw naar voor, en vaak in een zweem van wisselende helderheid en lichtsterkte. Viviane staat daar, richt zich rechtstreeks tot de toehoorders, en weet dat publiek anderhalf uur in te palmen. Met het krachtige verhaal van Claire Goll zelf, én met haar manier van vertellen.

In haar memoires geeft Claire Goll een haarscherp beeld van het wereldje van de avant-garde kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw. Alles vernieuwde toen: de stream of consciousness dook op in de roman, de dichters schiepen ongerijmde inhouden en vormen in hun klank-beeldende gedichten, en brachten ze al dan niet simultaan op de scène, de beeldende kunstenaars kraakten radicaal het realisme, en drukten hun eigen gevoelens door op het doek, de dadaïsten braken steeds weer opnieuw met maatschappelijke en artistieke tradities. De performance deed zijn intrede. In woord, in beeld, op de scène, op straat, en vooral in het (artiesten)café. Kunst was niet alleen meer een poging om vat te krijgen op de omringende chaos, maar benadrukte juist de chaos in de wereld. Als er één periode is geweest van complete vernieuwing dan was het toen, in de jaren ’20. En Claire Goll bewoog zich sierlijk en swingend in dat zelfgenoegzaam zootje van artistieke egotrippers en maatschappij-criticasters. Heerlijk hoe ze James Joyce als een etter beschrijft, glimlachend hoor je de zwakke kantjes van de wereldberoemde artiesten als Picasso, Jean Arp, Sophie Tauber en al die anderen aan. Tegelijkertijd licht ze haar positie toe: haar sterke punten, maar ook haar zwakheden, en ook die van haar man. Er is haar geworstel met bijvoorbeeld de vrije seksualiteit (van haar man), en met de niet altijd zuivere artistieke redenen van kunstenaars om iets te doen, er zijn haar regelmatige opwellingen van twijfels over de rol en functie van de kunsten. Ze relativeert veel, zowel haar relaties in het artistiek kringetje, als ook de impact en uitstraling van hun kunsten. Is het niet allemaal pure incrowd? Wat toont men, wat is men? Waar ligt de scheiding tussen presentatie en representatie? Draait het allemaal niet om ijdelheid? Viviane De Muynck weet dat op een schitterende manier te verwoorden en te vertellen. Soms ratelend, dan weer met de nodige ironie en grimlachjes, om plots uit te halen of om plots schokkend zinnen niet af te maken. Aan haar lippen hang je, je leeft mee, anderhalf uur zit je in de ban van het verhaal, van het personage en kun je alleen in volle bewondering voor en in alleraangenaamste verwondering over de artistieke prestaties van Viviane De Muynck nog dagen nagenieten.

Dat nagenot had ik ook na Chuncking, de dansvoorstelling van Ellen Grace Barkey, de wederhelft van Jan Lauwers, de artistieke leider van Needcompany (Lauwers heeft ook Alles is ijdelheid geregisseerd). De pogingen van kunstenaars om wat greep te krijgen op (of te verliezen over) de chaos in de omringende wereld, die we gehoord hebben in het verhaal van Goll, krijgen we nu gevisualiseerd. Wat orde proberen te vinden, vraagt observatie, vereist analyse, vergt geheugenwerk. “Wanneer men informatie betekenisvol wil opslaan in het geheugen, verdeelt men de informatie in stukken, m.a.w. chunks, een proces dat in de psychologie ook wel chuncking genoemd wordt.” (Grace Ellen Barkey).

Dat proces krijgen we op de scène te zien, in dans, in bewegende décorpanelen, in de performance. Want Chuncking is vooral dansante performance waarin het anekdotische en het entertainment dat in onze dagen, en bijna een eeuw na de avant-garde-tijd van Goll, ludiek en speels gebracht worden, zelfs overgeaccentueeerd, en daardoor ook tegelijkertijd ondergraven worden. Vanachter, van opzij, vanonder, vanboven de panelen met streepjes- en bloemmotieven, met behangpatronen in kleuren uit de jaren zestig, verschijnen clowneske en variétéfiguren. Ze noemen zich hondjes, sexen als hondjes, verleiden elkaar, stoten elkaar af, en lachen elkaar vaak uit. Later hullen ze zich in gebreide kostuums. Het zijn dierachtige figuren met een grote knuffelfactor, zoals je in pretparken tegenkomt, of op straat waar ze reclame voor versnaperingen maken. De muziek van Sonic Youth krijgt in deze dansperformance van animale wezens nieuwe kracht. Frivool, onwezenlijk, sensueel, uitdagend, en variété-achtig huppelen en bewegen ze tussen de schuifpanelen door. Het doet me denken aan De Parade, het stuk van Picasso, Cocteau en Satie dat in 1917 voor een heuse opschudding in het Parijse bourgeois-kunstwereldje zorgde. Ook hier voel je onder de entertainmentlaag een existentiële, individuele eenzaamheid, een verkramptheid om toch maar goed te worden bevonden door de anderen. Ijdele frustraties, zonder woorden maar in een totaalkunst van vele kunstdisciplines samen, waarover Goll het in haar teksten had. Met daarbij de onwezenlijke en bizarre leegte waarin de artiesten van toen ondergedompeld raakten. Wat Viviane De Muynck in haar monoloog met woorden en ook licht doet, dat doet Ellen Grace Barkey met beelden, bewegingen, kostuums, panelen, muziek. De stream of consciousness spat naar alle kanten uiteen. Het ongezegde, datgene dat niet onthuld wordt, uit zich in het mystieke, maar ook in het absurde (E.G. Barkey).

En die mystiek en absurditeit, die door de kunsten begin vorige eeuw ontdekt, geëxploreerd en geëxposeerd zijn, en al de existentiële onderlagen, vloeien in Chuncking op een indringende manier samen.


Info: www.needcompany.org

Dit artikel werd reeds 253 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens