Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Fysiek theater dat je bij de keel grijpt.
KVS, Rosas, De Munt: Fumiyo Ikeda,Benjamin Verdonck, Alain Platel, met Nine Finger
22 Januari 2007

Gruwelijke oorlogstaferelen kennen we vooral door televisiebeelden. Dan zijn het grote scènes, massamoorden. Of uit films, met veel bloed en groot materieel. Als we kindsoldaten zien zijn het vaak troepen kinderen, anoniem, verstopt in de groep. Wat er in zo’n kind, in een individu, omgaat, weten we niet. We kunnen het ons een beetje voorstellen. Uzodinma Iweala, een Amerikaan van Nigeriaanse origine, schreef een boek vanuit het oogpunt van zo’n kind: Beast of No Nation. Dat boek namen de acteur/theatermaker Benjamin Verdonck en de al 20 jaar bij Rosas dansende Fumiyo Ikeda als uitgangspunt voor hun gezamenlijke productie Nine Finger. Alain Platel kwam er als coach bij. Met weinig middelen, maar met een enorme fysieke uitstraling weten ze de psychische en emotionele gruwelen van een individueel kindsoldaatje te visualiseren. Onvoorstelbaar treffend. Murw ben je als toeschouwer, vol afschuw over de oorlog, vol bewondering over de protagonisten.

Nine Finger. Negen en in enkelvoud. Er ontbreekt iets. Er is een gebrek. Handen kunnen niet alles als er een vinger ontbreekt. Onvolmaakt en gehandicapt ben je. Ook al overleef je een oorlog, je komt er geschonden uit. Zeker als kind. In een kinderlijk Engels - en daardoor klinkt het ook naïef poëtisch - vertellen vooral Benjamin Verdonck en ook Fumiyo Ikeda een aantal taferelen uit het leven van een kindsoldaat. Over zijn geweer, over gedwongen verkrachtingen, over het misbruik van de commandant op hem, over honger, en vooral over het zich zeer slecht voelen, over vernedering en zelfvernedering: “je bent vuilnis, je bent niets” wordt: “ik ben niets, ik ben dood.”
Met een grote kartonnen doos, een plastic zak aan een stok, een microfoon, een matras, met heel weinig middelen wordt de psychische oorlogsgruwel suggestief verbeeld. De doos dient als schuiloord, een thuis, maar is ook een plek om in te verdwijnen. Om de ellende niet te zien, niet te horen, niet mee te maken.

Benjamin Verdonck (in de persmap terecht “een fysieke acteur” genoemd) beweegt als een spastisch iemand, loopt als een angstige schichtige vogel, spartelt als opgejaagd wild dat in vangnetten vastgestrikt zit, kronkelt als een ledenpop, beweegt totaal in zichzelf. Dat is angstig om te zien. Komen daarbovenop nog de flarden tekst in gebroken eenvoudig Engels, uit de mond van een kind. De fysieke en psychische afstomping die door de verhaalde taferelen wordt veroorzaakt, zit in de hoekige tekst en zet zich verder in de hoekige bewegingen, van Verdonck, van Fumiyo Ikeda. Ze zijn mensen met een hoek af, ze zijn beschadigde mensen. Ze zijn personages, die als slachtoffer weliswaar overleefd hebben, maar die niet meer te redden zijn uit hun angsten, uit hun waan, uit hun web van paranoia.
Fumiyo Ikeda (“een dramatische danseres”) visualiseert de opgeroepen emoties niet alleen in de dansbewegingen, maar vooral ook in haar gewoon ‘dasein’. Zoals in de scène waar ze naar het publiek gericht staat, micro in de handen geklemd, vlak voor haar mond, haar haren half voor haar gezicht. Ze stoot onderdrukt de bevelen uit van de commandant aan de jongen om zijn kleren uit te doen.

De gruwel van de oorlog in twee hoopjes mens. Op een quasi lege scène. Af en toe klinken er geluiden of akoestische versies van Imagine (na een moordscène) of I can get no satisfaction (na de verkrachtingsscène), vaak is er het gekraak en gebonk van de micro, die rondgesmeten wordt, die tegen het hoofd geslagen wordt. Dat alles versterkt de angsten, de existentiële leegte. Haarscherp en uitgepuurd.

Nine finger plakt zich vast op je netvlies, zindert dagen na.


Nog in Brussel, Gent, Antwerpen, en ook in Tongeren en Sint-Niklaas, op verschillende plekken in Nederland,en in Frankrijk, Noorwegen, Duitsland en Italië.


Info: www.kvs.be of www.rosas.be of www.benjamin-verdonck.be

Dit artikel werd reeds 408 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens