Twintig jaar De Werf in Brugge. Beknopte historiek bij een uitdeinende werking. | 7 September 2006 |
Twintig jaar podiumactiviteit in De Werf in Brugge werd op vrijdag 1 september 2006 gevierd met een ludieke avond en de publicatie van een boek. Tien jaar geleden was het ook zo. Het ludieke wordt vlug vergeten, het boek, wat De Werf betreft, de twee boeken, blijven. Gelukkig maar, want het geheugen van het theater is al zo kort, korter haast dan het spreekwoordelijke konijnenstaartje.
Wie weet er nog dat De Werf gebouwd is op de plek waar voordien Theater 19 actief was? Wie heeft er trouwens nog herinneringen aan T 19, een productiehuis dat het heel moeilijk heeft gehad? Moeilijk hoort als vanzelfsprekend bij theater. Daarom is kunnen vieren zo nuttig: om diegenen die moeilijk doen er aan te herinneren hoe belangrijk podiumkunst wel is. Een boek is daarbij altijd een handig instrument om de non-believers rond de oren te slaan. Maar theater is als de feniks, de vogel die telkens weer uit zijn as herrijst. En theatermaken vergelijken met het vliegen van een vogel is ook niet mis. Het theater is al van oudsher de plaats waar je, als speler én als kijker, tijd en ruimte overstijgt.
Op de eigenste plaats waar T 19 ter ziele ging, is in 1986 De Werf begonnen. Theater 19 (een Brugse filiaal van Arca, Gent) was sinds oktober 1973 gehuisvest aan de Beenhouwersstraat 19 in Brugge (vandaar: T 19) maar omdat de eigenaar van het pand het voor eigen gebruik terug wou, diende uitgekeken naar een nieuwe locatie. Het zoeken verliep niet naar wens. Sinds juni 1975 was T 19 op de dool, ondanks beloftes van hoger hand. Uiteindelijk werd een verlaten weverij aan de Werfstraat gevonden en werd door Wilfried De Sauter en zijn medewerkers letterlijk de hand aan het truweel geslagen om de ruimte speelbaar te maken. Eind oktober 1976 werd het nieuwe T 19 geopend met de Alcazar-revue, een rebels, hilarisch, verrassend liedjesprogramma rond proletariaat en patriottisme, gezongen en gespeeld door Eric De Volder en Jan De Bruyne, begeleid door Het Belgisch Combo van Klee Van Herzeele. Dat T 19 het daarna nog, met weinig of geen geld, bijna tien jaar heeft volgehouden mag een wonder heten. In 1986 nam de pas opgerichte vzw De Werf de lokalen en enig meubilair over en werd de kritische en creatieve geest vaardig over de “Beverpatrouille” (benaming van de Brugse gelegenheidsentertainer Peter Roose voor de ploeg rond Rik Bevernage) met als gevolg dat na een vijftal seizoenen vol bruisende activiteit het pand met de grond diende gelijkgemaakt. In afwachting van het nieuwe gebouw ging de programmering op een theaterboot verder, voor sommigen een gelegenheid om Rik Bevernage Grote Roerganger te noemen. In 1988 was De Werf al erkend als “receptief productiecentrum”, vanaf 1991-1992 was het ook een “productiehuis”. Inmiddels draaide de jazzprogrammering (waarmee De Werf zich op de wereldkaart zet) op kruissnelheid afgewisseld met andere muziekprogramma’s (BramVermeulen bijvoorbeeld) en met theater voor iedereen en vanaf 1990 ook voor kids.
De eerste volwaardige professionele theaterproductie was er echter al op 26 februari 1991 met Zomernacht in een regie van Jan Decleir. Vanaf 1993 waren er ook geregeld de W.E.R.F. cd’s, tot op heden zo’n vijftigtal, waarop de opnamen van de voornaamste jazzconcerten.
Bijzonder aan de werking van De Werf is wel dat men er niet bang is risico’s te nemen. Dakloze theatermakers krijgen er een warm onthaal en een betrouwbare barometer. Vraag het maar aan Peter De Graef , Koen Van Impe, An De Donder, of aan de mensen van De Koe die op 2 november 1991 de spits afbeten in de splinternieuwe Werf met Epiloog van de eenzaamheid en sindsdien vaste gasten zijn. De binding van De Werf met Brugge wordt daarbij niet uit het oog verloren. Brugse theatermakers zoals Rik De Jonghe of Inge Schaillée krijgen er kansen met jongeren uit de stad en regio.
Het nog jonge verhaal van De Werf krijgt stilaan de klank van een lofzang. Maar wat kan je anders zijn dan blij als je (en laten we ons op het ons bekende terrein van het theater houden) Frank Adam en Rik Teunis bezig zag, al dan niet met composities van Johan De Smet. Of Zwijg kleine! met allemaal West-Vlaamse beroepsspelers in een regie van Dirk Tanghe. Of De Zeepcompagnie met Wortels van Klaas Verplancke. Of Het Scharlaken Dak in zijn niet aflatend enthousiasme voor de jeugd. Of Tik! (naar Tsjechov!) door de spelers rond Craig Weston die zich nu Tonic noemen. Of Kurt Defrancq in De Kavijaks (zonder hoofdletters). Of Los Aficionados, waarmee de overgang van Het Net naar De Werf werd gevierd...
Sinds 1 januari 2006 is Het Net (voorheen De Korre) verdwenen en opgegaan in De Werf. Dat betekent meer armslag voor de inmiddels negentienkoppige ploeg, maar ook meer verantwoordelijkheid. Het meersporenbeleid van De Werf gaat almaar verder en gelukkig ook dieper. Het huis wordt steeds meer ingenomen, het aanbod steeds ruimer, het publiek rijper en trouwer. Misschien wordt Brugge wel ooit te smal voor De Werf? Tijd en ruimte overstijgen. Waarom zou men dat willen beletten?
Info: www.dewerf.be
|
| Dit artikel werd reeds 91 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|