Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Guy Cassiers blaast warm noch koud met Onegin 10 Juni 2006

Huidig hoofdman ‘ad interim’ Josse De Pauw gunde zijn opvolger Guy Cassiers met de gastregie van Onegin een open doekje in de schouwburg van Het Toneelhuis. Naar goede gewoonte nam Cassiers daarvoor een bestaande joekel ter hand: de roman-in-verzen Jewgeni Onegin balanceert op de scheidslijn tussen romantiek en realisme en staat bekend als het ‘pièce de resistance’ van Aleksandr Poesjkin. ‘De grootste onder de Russische dichters’ knutselde acht jaar aan zijn verhaal dat uit evenveel delen bestaat, vooraleer het in 1833 als één boek uitgegeven werd.

Een schalkse verteller die herinnert aan de praatvaar uit Byrons Don Juan doet het verhaal van de mislukte liefde tussen Jewgeni (Tom Dewispelaere) en Tatjana (Ariane van Vliet). Cassiers weet die stem op gepaste wijze te ontdubbelen en laat Gilda De Bal en Vic De Wachter elkaar aanvullen. De zachte stemkleur van het tegen elkaar uitgespeelde duo en de duistere belichting trekken je meteen de microkosmos van het verhaal in. Het hoeft niet te verwonderen dat Cassiers, daarin bijgestaan door de vormgeving van Peter Missotten, alweer multimediaal theater uit de grond stampt. Denk aan de Proustcyclus of aan zijn bewerking van Brouwers’ Bezonken Rood. Daarbij staan de acteurs niet zelden zelf in voor de bediening van de camera’s die de op het scherm geprojecteerde beelden registreren. Die ingreep leidt soms tot leuke vondsten (het schaakspel tussen Jewgeni en Wladimir, een rol van Kevin Janssens), maar doet aanvankelijk gekunsteld aan. De Nederlandse vertaling van Poesjkins verzen klinkt bovendien nogal gezocht en daartussen loopt de livemuziek van componist Dominique Pauwels die zelden echt weet te verrassen. Het organische samenspel tussen het veelvoud aan indrukken wordt niet onmiddellijk gevonden en daarnaast vreesden we even dat Onegin, zoals SKaGeNs La Merde, zou verzanden in een voorstelling die vooral leeft bij gratie van de gimmick. Maar ‘the plot thickens’ wanneer de liefdeshistorie op de voorgrond komt. Cassiers kunde weet voor het eerst te verbluffen als van Vliet ons de inhoud van Tatjana’s doorleefde liefdesbrief toevertrouwt. Licht, beeld, spel, muziek en tekst vallen voor het eerst overtuigend samen en bieden meer dan de som van de delen. Ook de inblik in Tatjana’s beklemmende nachtmerrie en de duelscène stellen al je zintuigen op scherp. Toch lijkt Cassiers zich wat mispakt te hebben aan zijn keuze voor deze oude Russische kraker. Wanneer De Bal haar collega-verteller aanmaant tot bondigheid, kunnen we daar helemaal inkomen: Poesjkins verzenzee blijft maar voortdeinen en zet zich soms vast in een modderbank die best wat steviger uitgebaggerd had mogen worden. Wie Cassiers’ multimediale laag wegkrast, houdt bovendien een verrassend mager verhaaltje over: jongeman wijst meisje af, wordt later toch verliefd op haar, maar zij verkiest de huwelijkstrouw. Sommige van deze romantische motieven resulteren in clichématige scènes die over de spankracht van een stationsroman beschikken. Het is dus zeer de vraag of Onegin ons vandaag nog iets kan vertellen.

Kortom, Poesjkins verhaal doet de doordachte ingrepen van Cassiers en het spel van zijn acteurs onrecht aan. Dat mondt uit in een wisselvallige voorstelling die slechts sporadisch naar de keel grijpt.


Info: www.toneelhuis.be

Dit artikel werd reeds 103 keer gelezen.auteur(s):Thijs De Smet