| Mis-en-plis *(Miss-en-plus) van Larf! | 21 Mei 2006 |
Zelden zat zo’n luidruchtig publiek in de zaal! Terwijl wij tijdens een voorstelling gewoonlijk netjes onze lippen opeen houden, was dat rondom ons allerminst het geval. Integendeel; de keelklanken, het lippengesmak en tonggeklak tijdens Mis-en-plis *(Miss-en-plus) waren niet van de lucht. De voorstelling – het resultaat van een sociaal-artistiek theaterproject met doven – riep duidelijk heftige reacties op bij het grotendeels dove publiek: handen flitsen heen en weer, mensen lachten luidop of stootten ongewone klanken uit. Wij zaten er, een beetje bevreemd, middenin.
Sociaal-artistiek? Zeker, maar gelukkig is regisseur Tine Van Damme van Larf! niet in de clichéval getrapt die wij wel eens het ‘verdomhoekje voor minderheidsgroepen’ noemen. Hoewel de voorstelling door doven is gemaakt en logischerwijze vooral een doof publiek aanspreekt, is dit doof zijn niet uitgespeeld als enige ‘troef’. Mis-en-plis *(Miss-en-plus), gebaseerd op het boek Twee oude vrouwtjes van Toon Tellegen, is in de eerste plaats een volwaardige ‘voorstelling’. Meer dan ‘een voorstelling voor en door doven’ is het een poëtische uitdrukking van wat een groep mensen wou vertellen, een artistiek ei dat zowel door doven als horenden kan gesmaakt worden. En gesmaakt wordt het, omwille van de straffe vormgeving, het poëtische tekstgebruik en de sterke beeldende kracht.
Een ontelbaar aantal witte kopjes, vastgemaakt aan de oren, hangt aan draden naar beneden.
De grond is bezaaid met wit serviesgoed. Een diep, buikvullend gedreun vult de zaal - we hoeven niet te horen om dit te voelen. Oude, kromgebogen mannen en vrouwen schuifelen over het podium en zullen de hele voorstelling lang dit trage tempo aanhouden. Zou alles dan langzamer gaan in een doodstille wereld? – de gedachte flitst even door ons heen.
Er ontstaan fascinerende mini-tafereeltjes. Een koppeltje betast elkaar, een oudere minnaar wordt afgewezen door een jong meisje. Iemand stapelt borden op elkaar, een tweede gaat op vliegenjacht. Alles ademt traagheid, vergankelijkheid en tristesse. ‘‘k Zie je graag’ stamelt de afgewezen minnaar, en later, oneindig droef: ‘Ik nooit geluk’. Drie woorden waarin zich de wreedheid van het leven openbaart. Af en toe worden flarden van dialogen geprojecteerd op de achterwand van de scène. ‘Als ik doodga wil ik een fanfare aan het voeteind van m’n bed’ – het komt komisch over in deze context. Wanneer de vrouw ook werkelijk sterft wordt ze begraven onder porseleinen schoteltjes. Ze krijgt haar persoonlijke fanfare: een kakafonie van trombone, trommel en viool begeleidt haar op haar laatste reis.
Mis-en-plis *(Miss-en-plus) is niet alleen theatraal mooi, maar roept ook vragen op. Hoe beleeft iemand wiens wereld in stilte gehuld is deze voorstelling? Voelt hij het zware gebeier van klokken in zijn buik? Gaat het schelle gillen van een actrice ook voor hem – geluidloos - door merg en been? Is het beeld van een ‘dovenfanfare’ voor hem even absurd als schrijnend? Mis-en-plis *(Miss-en-plus) doet ons beseffen hoe weinig we weten over de wereld waarin doven leven. Wanneer de acteurs na afloop komen groeten wapperen honderd handen in de lucht. Dit is een bijzonder project.
Info: www.larf.be
|
| Dit artikel werd reeds 93 keer gelezen. | auteur(s):Evelyne Coussens |
|