Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Malpertuis’ Edelfinger is even mooi als mistig. 24 April 2006

De stukken die het Gentse Nieuwpoorttheater dit seizoen programmeert, getuigen doorgaans van een krachtige eenvoud. Zo grepen zowel Prothese (Abattoir Fermé) als de herneming Armarium Mortis (Ceremonia) terug naar de essentie van het theater. De eerste voorstelling deed dat door twee quasi-demagogen vrij spel te geven, daarbij slechts geschraagd door een spreekgestoelte, terwijl die laatste de speelvreugde en sfeerschepping van het middeleeuwse wagenspel wist op te roepen. Ook Ceremonia-acteur Johan Knuts heeft weinig poespas nodig om het door hem geschreven en geregisseerde Edelfinger, dat geproduceerd werd door Theater Malpertuis, tot een intrigerend stuk te maken. Te intrigerend misschien.

De donkere scène licht langzaam op. Een kleine figuur van onbestemd geslacht, gestoken in een veel te groot maatpak, ontsteekt in een drammerige monoloog waarbij spreekwoorden en algemene wijsheden verhaspeld worden tot alleen een kinderlijk gekakel overblijft. Gelegen op het tapijt van kleren dat het speelvlak vormt, aanhoort een soortgelijke figuur het geraaskal, totdat het ook hem of haar te veel wordt. Dit zijn Michel en Maurice. Op de een of andere manier zijn ze met elkaar verbonden en daardoor gedwongen om op elkaars lip te leven. Onwillekeurig denk je terug aan Estragon en Vladimir, de twee vrienden uit Becketts absurde Wachten op Godot. Ook hier drijft het stuk op de tegenstelling tussen twee verschillende karakters: Maurice is de naïeve, getormenteerde babbelkous, Michel de beredeneerde denker die met de stem van de rede spreekt en de kromme formuleringen van zijn tegenhanger rechttrekt. De twee zijn enkel en alleen aangewezen op elkaar en de besloten ruimte die consequent afgebakend wordt door de hoop kleren, werkt al even verstikkend als bij Beckett. Terwijl ze zich wagen aan algemene beschouwingen, die alweer het existentialisme in herinnering brengen (‘Wie zijn we eigenlijk, wat doen we en waarom?’), moet het spel van Mariken Bijnen (Maurice) en Els Van Peborgh (Michel) een tijd zoeken naar de juiste dynamiek. Wanneer ‘hij’ ter sprake komt, wordt hun samenspel, samen met de verhaallijn, langzaam maar zeker strakker om af en toe te beklijven. De mysterieuze mannenfiguur waar de twee het over hebben, is de grote afwezige die desondanks het toneel domineert. Als een donderwolk hangt zijn schaduw boven de scène. Zo levert ze constant stof tot discussie voor Maurice en Michel, die worstelen met een onverwerkt verleden. Dat gaat grotendeels terug op hun gezamenlijke verblijf in een gesticht. Ook de mannenfiguur waarvan sprake, Edefinger (zonder l), had een bepalende invloed op de twee, zo leren we. Het is typerend dat we zijn naam pas tegen het einde van de vertoning te weten komen. Het stuk en het verleden van de protagonisten zijn gedompeld in een mysterieus waas die slechts langzaam en met schijnbare tegenzin optrekt, om nooit helemaal te verdwijnen. Hierin liggen zowel de kracht als het euvel van de voorstelling vervat. Edelfinger leidt kabbelend en met subtiel geduld naar een fascinerende climax. Daarbij is het spel met de namen van de twee bepalend. Want klinkt Maurice niet als Alice en is er eigenlijk wel verschil tussen Michel en Michelle? Meer weggeven zou zonde zijn. Alleen is die apotheose te dubbelzinnig en te suggestief om echt indruk te kunnen maken. De frustraties van Maurice en Michel blijven onderhuids sluimeren, terwijl een krachtiger zegging meer diepgang had kunnen brengen. De opgebouwde spanning suddert slechts latent, als een abces dat niet barsten wil en de pijn van de twee voelt te vrijblijvend.

Edelfinger is een ingetogen voorstelling die op voorbeeldige wijze ballonnetjes oplaat, maar een beklemmender en krachtiger sluitstuk had de toeschouwer minder op zijn honger gelaten.


Info: www.malpertuis.be, tel: 051/40.62.90

Dit artikel werd reeds 62 keer gelezen.auteur(s):Thijs De Smet