Koken met Elvis Het Gevolg en Lee Hall tonen vervreemding van liefde, gezin en mythe. | 27 Februari 2006 |
Van de Britse auteur Lee Hall is hier weinig bekend. Toch blijkt hij een interessant auteur te zijn die met argusogen het maatschappelijk leven bekijkt en zijn visie op het toneel overbrengt in stukken met meerdere betekenislagen.
Lee Hall werd in 1966 geboren in Newcastle-upon-Tyne in Engeland. Na zijn studies onder meer aan de universiteit van Cambridge, werd hij medewerker aan de BBC. Hij begon met het schrijven van luisterspelen, en typische bezigheid van veel Britse schrijvers. De in 2005 met de Nobelprijs literatuur bekroonde Harold Pinter is ook op die manier begonnen en getuigt dat het schrijven voor de radio wel een zeer goede leerschool is voor theaterauteurs. Lee Hall heeft dan ook, in navolging van een aantal collega’s, zijn luisterspelen voor het theater opnieuw geschreven.
Tot het werk van Lee Hall behoren ook het scenario voor de tv-film Billy Elliot en een bewerking van De knecht van twee meesters van Carlo Goldoni. Hij bewerkte daarenboven Op hoop van zegen, het drama van de scheepvaart in de 19de eeuw van de Nederlandse auteur Herman Heijermans, een stuk waarmee in 2001 het Royal National Theatre in Londen geopend werd.
De doorbraak van Lee Hall kwam met Spoonface Steinberg, dat onder meer in 2000 op het toonaangevende Festival van Edinburgh te zien was. In dit stuk heeft hij het over een negenjarig autistisch meisje dat aan kanker sterft. Het is een monoloog van zeventig minuten waarin Lee Hall de wereld bekijkt door de ogen van een kind. De handicap wordt een scherm waarachter Spoonface (het stuk is als Lepelkop vertaald in het Nederlands) een scherpe opmerkingsgave ontwikkelt. Het meisje slaagt er in het kosmische en het komische, het tragische en het alledaagse te begrijpen en te aanvaarden. De Sunday Times schreef: “Het meisje heeft de dood bijna begrepen en daar slagen de meeste van ons niet in”.
Kenmerkend voor het werk van Lee Hall is, dat hij vertrekt van het alledaagse leven met zijn pijnlijke en geestige kanten, maar onmiddellijk ook weer die alledaagsheid doorprikt. Dat is duidelijk te merken in Cooking with Elvis. Dit stuk werd genomineerd voor de prijs van de beste komedie uit het seizoen 2000-2001 aan het Laurence Olivier Theater in Londen.
Hugo Matthysen maakte in opdracht van Het Gevolg (Turnhout) de vertaling van het stuk dat in een Engels dialect geschreven is. Dat maakte het vertalen niet makkelijk. Maar Matthysen slaagt er in het directe, soms ruwe woordgebruik ook een pittige toon mee te geven.
Lee Hall toont in Koken met Elvis een klein gezin: een vader, een moeder en een tienerdochter.Duidelijk is, dat ook hier het thema van handicap en gebrek een grote rol speelt. De moeder lijdt aan anorexia en is aan de drank. De tienerdochter is verzot op eten en koken en is, volgens haar moeder, te dik. De vader, van beroep landmeter, is na een verkeersongeval zodanig gehandicapt dat hij leeft als een plant. Hij is wel lijfelijk aanwezig, maar geestelijk totaal van de kaart. Dat maakt dat zijn jonge echtgenote en de vroegrijpe dochter sterk onder de indruk komen van de potsierlijke macho Yoeri. In feite is het gedrag van deze mensen een collectieve reactie op de verlamming en dus de afwezigheid van de vader, de echtgenoot, de man. Daar boven op legt Lee Hall sterk de nadruk op hun egocentrisme: één voor één vragen ze veel aandacht. Ook de verlamde Werner, de vader, die in betere dagen een veelgevraagde imitator was van Elvis Presley. Vanuit dit gegeven roept de auteur het verleden terug op en zien we toepasselijke optredens van de vader als the King. Lee Hall heeft trouwens zijn stuk gebaseerd op The Burger and the King, een documentaire over onder meer de extravagante eetgewoonten van Elvis Presley. Deze at overdreven veel hamburgers, dronk liters cola, liet alle soorten voedsel per vliegtuig overkomen. Maar het is ook de mythe rond Elvis, die symbool staat voor een bepaalde Amerikaanse boodschap aan de mensheid waar Lee Hall naar verwijst. Hij laat als in droomscènes de vader uit zijn rolstoel opstaan om telkens weer als Elvis Presley over liefde en geliefd worden te zingen en het volk de prekerige boodschap dat alles wel goed komt te brengen. Daarbij komt nog dat Lee Hall niet nalaat ook het hedendaagse egoïsme te laken, een houding die niet eigen is aan een bepaalde kaste, maar in alle lagen van de bevolking voorkomt. Vandaar ook een decor (van Niek Kortekaas) dat naar geen enkele stijl noch periode verwijst, maar enkel een aantal plateaus aanduidt waar vrouwtje, minnaar en dochter zich kunnen overgeven aan de drift “zichzelf op te vullen of te laten opvullen”.
Een vijfde personage in de parodie, is de schildpad Eddy, een element uit de jungle die Lee Hall invoert om het nog eens extra, al dan niet symbolisch, over eten en gegeten worden te hebben.
Op de duur trekt de dochter de rol van de moeder naar zich toe. Terwijl de moeder, lerares nota bene, zich als een puber gedraagt, komt de dochter stilaan dichter bij de kern van het huiselijke drama en geeft ze blijk van een zekere emotie tegenover de vader. Tenslotte ziet het zogezegde gelukkige gezin zich weer verenigd rondom de echtgenoot en vader, en doet men alsof er niets is gebeurd.
In Koken met Elvis toont Lee Hall een vervreemding van een gezinssituatie. Vervreemding verwijst naar Bertolt Brecht, die dit begrip onder meer in zijn Burgerbruiloft schitterend heeft toegepast. Lee Hall heeft Brecht bestudeerd. Hij heeft bewerkingen gemaakt van Moeder Courage en van Mr Puntilla en zijn knecht Matti. Hall en regisseur Ignace Cornelissen houden het echter licht als mousse au chocolat. Doorheen de lichtheid van het uiterlijk vertoon, dient weliswaar een zwaardere, tragische kern ontdekt. De toeschouwer bepaalt zelf wel waar en wanneer. De spelers vullen elk op een eigen manier die opdracht in, zonder te kort te doen aan het homogene, parodiërende spelplezier.
Soetkin Verwilt, de dochter, blijft de nuchterheid zelve. Flegmatisch en sympathiek is ze de rode draad die de hele handeling aaneen bindt. Eva Schram, de moeder, creëert een excentriek poppig en sluw vrouwtje, geheel in contrast met Yoeri, het luidruchtig personage dat door Steve Aernouts stevig wordt neergezet. Tenslotte is er de verrassende verrijzenis van Elvis Presley, die Mathias Sercu, theatraal en muzikaal sterk en olijk tot op de schoot van het publiek brengt.
Voor regisseur Ignace Cornelissen is Koken met Elvis de zoveelste bevestiging dat amusement een degelijke, relativerende inhoud niet uitsluit. Feit is, dat deze productie voor Het Gevolg tot gevolg heeft dat een herneming wordt onderzocht. Als er nu ook nog voldoende zalen voor opengaan is het helemaal o.k.
Info: www.hetgevolg.be
|
Dit artikel werd reeds 157 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|