| Tot de dood ons scheidt: Alcestis – Goat Song van De Roovers | 28 Januari 2006 |
Ted Hughes maakte aan het einde van zijn leven een bewerking van Euripides’ Alcestis. Het was een manier om in het reine te proberen komen met de zelfmoord van zijn vrouw Sylvia Plath. De Roovers vroegen Bernard Dewulf om er een Nederlandse vertaling van te maken. Het verhaal is eenvoudig. De vorst Admetos, koning van Thessalië, is door de goden uitgekozen om jong te sterven. Dankzij de god Apollo krijgt Admetos echter gratie op één voorwaarde. Hij moet iemand vinden die zijn plaats inneemt. Dat blijkt niet zo gemakkelijk. Zelfs Admetos’ eigen ouders zijn niet bereid zich op te offeren voor hun zoon. Slechts één iemand wil het leven inruilen voor de dood: Admetos’ vrouw Alcestis.
Net als in andere voorstellingen van de Roovers is ook in Alcestis – Goat Song de tekst van doorslaggevend belang. In deze voorstelling wordt er evenwel op een zeer verrassende manier mee omgegaan. Er is met name een grote tegenstelling tussen de koorstukken en het eigenlijke verhaal, zowel door het strakke decor als door de spelstijl als door de kostuums. Het decor is eenvoudig, maar erg bepalend. Aan de wanden hangen grote zwarte doeken, waardoor er in een soort van afgesloten box gespeeld wordt. Centraal daarin staat een lage lichtbak gevuld met glasscherven. Horizontaal erboven hangt een glasplaat. Het koor beweegt zich rond die bak om een reflectie te bieden op wat zich binnen in de bak afspeelt: het tragische verhaal van Admetos en Alcestis. Het verhaal wordt statisch verteld doordat de acteurs weinig bewegingsruimte hebben binnen het minimale speelvlak. Daarenboven zijn hun kostuums gemaakt van iets wat op jute lijkt. Een stijve stof die hen iets statisch geeft en die omsnoert en hun bewegingsvrijheid beperkt. Als de acteurs bewegen, dan doen ze dat op een groteske manier. Grotesk, maar berekend en beredeneerd. Het geeft hun vertelling iets sacraal. Een ritueel karakter. Lijnrecht daartegenover staan de koorstukken. Die worden op een realistische en directe manier gebracht. Het contrast tussen beide zorgt ervoor dat de tragiek van het eigenlijke verhaal vergroot wordt en geeft ook ruimte om als toeschouwer mee na te denken met het koor over de dood en over de schuldvraag die de dood in dit geval met zich meebrengt.
De voorstelling toont ook enkele sterke beelden. Bijvoorbeeld aan het begin van de voorstelling, wanneer een vrouw zich ontkleedt zich en in de aarde gewenteld wordt. Ze blijkt de verpersoonlijking van de dood te zijn die Alcestis komt halen. Zij en de god Apollo staan lijnrecht tegenover elkaar. Ook later in de voorstelling zitten enkele sterke visuele beelden. Wanneer Alcestis sterft, legt ze zich neer op de glasplaat en tekent ze er met witte verf de omtrek van haar lichaam op. De plaat wordt daarna omhoog getrokken tot ze verticaal hangt. Het witte silhouet doet denken aan de manier waarop het parket het lichaam van een dode bij een moord aftekent. De schuldvraag van wie verantwoordelijk is voor de dood van deze jonge vrouw wordt er nogmaals indirect door opgeworpen. Zijn de goden verantwoordelijk? Of Alcestis? Of al diegenen die weigerden te sterven in zijn plaats waardoor zij de keuze maakte voor hem te sterven? Het antwoord blijft open. Temeer omdat in de kostuums de witte silhouetten ook terugkomen. Bij Admetos bijvoorbeeld staat op de rug een contour van een man met gebogen hoofd. Het maakt van hem een even groot slachtoffer als zijn geliefde Alcestis. Wat is zijn leven immers nog waard zonder zijn grote liefde? Hoe kan hij nog leven met een schuld die hem zal achtervolgen tot bij zijn eigen dood?
Een uitzondering in dit alles is Hercules. Hij is een zeer levendige figuur, zowel in handeling als in kostuum. Hij zit niet op dezelfde lijn als de andere personages en doorbreekt de tragiek en de zwaarte die de rest van het verhaal heeft. Het is een breuk die soms vreemd is en de sfeer misschien net iets te hard doorbreekt, maar tegelijk zorgt zijn optreden ook voor een mogelijkheid tot ontlading. Bovendien doet hij het tragische tij keren en leidt hij de voorstelling naar een hoopvol einde. Of zoals het koor het besluit: “Niet is zeker, laat dit de mens hoop geven.”
Alcestis – Goat Song is nog in Vlaanderen en Nederland te zien t.e.m. 11 maart 2006.
Info: www.deroovers.be
|
| Dit artikel werd reeds 87 keer gelezen. | auteur(s):Kerensa Verhoosel |
|