Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Ze schreef over wat ze zelf intens had beleefd.
Mireille Cottenjé en theater.
17 Januari 2006

Maandag 9 januari 2006 is te Brugge Mireille Cottenjé op 72-jarige leeftijd overleden. Zij is vooral bekend als schrijfster en publiceerde romans, jeugdboeken en interviews. Zij mengde zich in het emancipatiedebat dat in de jaren zeventig op gang kwam en schreef over de strijd voor gelijkgerechtigheid tussen man en vrouw vanuit een eigen ervaring. Ze zette zich in voor mensen die tot materiële en/of geestelijke armoede gedwongen werden. Vanuit die motivatie ging ze in de toenmalige Belgische kolonie zieken verzorgen en terug in België trok ze zich zeer sterk het lot van een gevangene aan.

Experimenteren met taal en vorm deed ze niet; ze wilde door zoveel mogelijk mensen onmiddellijk begrepen worden. Dat ze ook een tijdlang actrice was en toneel schreef is minder bekend. Ook daarin primeerde haar engagement boven vormvernieuwing.

Mireille Cottenjé was afkomstig uit Moeskroen, waar ze op 18 november 1933 werd geboren. Ze groeide op in de Sint-Gilliswijk in Brugge. Als kind hield ze dagboeken bij, en ook nadien schreef ze zoveel mogelijk alles op wat ze meemaakte. Veel uit haar werk komt daar uit. In Brugge maakte ze ook als kind de ellende en de spanning mee van de Tweede Wereldoorlog. Haar verhaal Te klein voor de waarheid (1980, 1984), over de angsten van een kind wiens vader in het verzet is, gaat daar over. Het is bovendien een hommage aan haar vader.

In Brugge volgde ze middelbaar onderwijs en toneel. Zij haalde het diploma van psychiatrisch verpleegster in Bergen (Mons) en specialiseerde zich in tropische geneeskunde in Antwerpen. Omdat ze in Belgisch Kongo niet officieel als verpleegster aan de slag kon, kwam ze als vrijwillige helpster terecht bij de arme zwarten in de streek tussen Bukavu en Usumbura, waar ze zonder enige overheidssteun werkte. Enkel de drie Witte Paters, die daar meeleefden met de zwarten, hielpen.

Ze was in 1956 gehuwd en zou vier kinderen krijgen. Terug in België na de overhaaste onafhankelijkheidsstrijd in 1960, was ze een tijdje actrice bij een reizend gezelschap en daarna had ze verschillende baantjes. Na 17 jaar huwelijk is ze gescheiden en vanaf 1979 was ze terug in Brugge.

Over haar ervaringen in Belgisch Kongo en de problemen in haar huwelijk, schrijft ze in haar debuutroman Dagboek van Carla (1968). Haar bekendste boek werd Eeuwige zomer (1969). Ze beschrijft daarin haar emancipatie en vitalisme via een avontuurlijke reis in Lapland, die zij samen met de schrijver Jef Geeraerts maakte. Volgens sommigen is Eeuwige zomer een antwoord op Gangreen 1 van Geeraerts. De schrijfster zelf beschouwde haar boek als een weergave van haar ervaringen met Geeraerts, die in Indian Summer, dat eveneens in 1969 verscheen, zijn versie gaf.

Haar jeugdboek Het grote onrecht (1973) werd meerdere keren bekroond; voor Er zit muziek in de lucht (1977), kreeg ze, niet zonder controverse, de driejaarlijkse Staatsprijs voor jeugdliteratuur.

Lieve Daddy

In een vranke en zeer kritische houding tegenover het gevestigde en huichelend maatschappelijk bestel ventileert Mireille Cottenjé haar opwinding ook in een aantal toneelstukken. Ze werd daarvoor soms geprezen, daar weer genegeerd. Lieve Daddy (1975), haar eerste stuk, gaat in sterke mate over de naweeën van het kolonialisme in een naar België teruggekeerd welstellend en zogezegd “harmonieus” gezin.

Een bejaard echtpaar is laat gehuwd en heeft een zoon. De ex-koloniale vader is nu directeur maar vergaat van heimwee. In Kongo kon hij makkelijk een katje in het donker knijpen. In België gaat dat moeilijker. Hij herinnert zich dat hij ooit bij een zwarte vrouw een dochter heeft verwekt en haalt ze, als ze vijf jaar is, als adoptiekind naar België. Wanneer het stuk begint is deze Anita vijftien. Tien jaar lang is ze de speelbal tussen vader, zoon en moeder geweest, maar nu weet Anita iedereen om haar vinger te winden. Ze drijft de spanning op, versiert en vernedert op haar manier vader en zoon terwijl een machteloze moeder ten einde raad het huis verlaat .

Dit stuk kwam op een ogenblik dat maar weinig vrouwen toneelstukken schreven, dat nog minder vrouwen zich via het toneel over hun persoonlijke ervaringen uitten en dat kritisch schrijven over “het gelukkig gezin” niet in was. Maar Lieve Daddy is nog om een andere reden exemplarisch voor het Vlaamse toneelbestel in de jaren zeventig. Het stuk werd bekroond in een wedstrijd die uitgeschreven was door het MMT (Mechels Miniatuurtheater), met de contractuele belofte van de creatie ervan. Die creatie is er nooit gekomen in Mechelen. Er kwam zelfs een advocaat aan te pas om de prijs (in die tijd 25.000 Bfr.) te kunnen ontvangen. Om maar te zeggen welke praktijk men in de sector zelf durfde te bedrijven. Gelukkig was daar dan het Nieuw Vlaams Toneel (NVT) van Will Beckers, die het op 11 november 1975 liet creëren in het theatercafé ’t Natiepeerd in Antwerpen. In een regie van Rudi Delhem speelden Cary Fontyn (moeder), Rik Bravenboer (vader), Diane Claes (Anita) en Jos Dom (de zoon).

Het stuk kende 20 voorstellingen en trok 845 toeschouwers. Er waren ook negen reisvoorstellingen. Niet het succes dat allicht verwacht werd. Het NVT had in ’t Natiepeerd niet alleen een zeer beperkt aantal plaatsen, er was ook in die dagen nog een algemene terughoudendheid tegenover het kleinschalige en “arme” theater in het algemeen. Culturele centra waren nauwelijks gerealiseerd en in bepaalde parochiezaaltjes werden bepaalde producties niet getoond. Daarbij komt dat Will Beckers er van uitging dat Vlaamse schrijvers hoe dan ook een kans moesten krijgen met het gevolg dat de kwaliteit niet altijd dwingend was. Lieve Daddy heeft zeker voldoende inhoudelijke kwaliteiten, maar is gewoon realistisch en zeer expliciet in de mededeling, zodat er geen ruimte is om dat realisme voldoende te overstijgen.

De tekst van Lieve Daddy werd in 1975 in Antwerpen uitgegeven bij Uitgeverij Walter Soethoudt.

Straks is allang voorbij

Door haar contacten met Gerd De Ley van Paljas Producties (Antwerpen) werd Straks is allang voorbij (1976) 175 keer en op vele plaatsen gespeeld. Mireille Cottenjé was trouwens in 1975 nauw betrokken bij het ontstaan van Theater Paljas en Straks is allang voorbij is geschreven in samenwerking met De Ley, die er ook de mannelijke rol in speelde, eerst met Reinhilde Demedts als tegenspeelster, nadien met Nicole Pellegroms.

‘Straks is allang voorbij’ is een discussiestuk. Het werd geregeld gespeeld voor bepaalde doelgroepen, veelal vrouwengroepen, die dan na afloop over de problemen van de gescheiden vrouw, waar het stuk over gaat, wilden discussiëren.

We maken kennis met een “hij” en een “zij”, een niet nader bij naam genoemd koppel dat definitief gescheiden is en in flash back een aantal scènes uit het spaak gelopen huwelijk nog eens overdoet. “Hij” werkt hard voor vrouw en kinderen, “zij” moet eenzaam moedertje bij de haard spelen en verveelt zich dan ook stierlijk. Er komt onenigheid, verzuring, verwijdering. “Hij” leert en jongere vrouw kennen en laat zijn gezin in de steek. “Zij” zoekt en vindt een baantje, ontwikkelt zich tot schrijfster, voelt zich stilaan zelfstandiger worden en wijst haar man resoluut de deur wanneer deze bij haar terug wil komen. De echtscheiding krijgt haar beloop: “hij” en “zij” bekijken elkaar nu als gelijken en vrienden. Dat is het. De discussie kan beginnen.

Mireille Cottenjé was na de voorstelling aanwezig bij de gesprekken en confrontaties met het publiek. Die nagesprekken waren voor haar mede een motivatie tot het schrijven van twee interviewboeken, één met getuigenissen door gescheiden vrouwen: Met 13 van tafel (Nijgh & Van Ditmar/Soethoudt, 1977) en één waarin gescheiden mannen aan het woord zijn: Dertien mannen van tafel (A. Jonckx, Antwerpen, 1978).

De tekst van Straks is allang voorbij werd in 1976 uitgegeven door Almo, Antwerpen.

De heilige kooi

Dit stuk is een regelrechte ontlasting over het eigen huwelijk, dat ze symbolisch een heilige kooi noemt: heilig voor de buitenstaander, een kooi voor wie er in zit.

De heilige kooi sluit ook volledig aan bij de thematiek van het mislukte huwelijk en de problemen rond echtscheiding die ze in Lieve Daddy en vooral in Straks is allang voorbij aansnijdt. Maar nu gaat de schrijfster ook in de aanval tegen de mannenmaatschappij en tekent ze een toestand waarin een echtgenoot weigert te scheiden. Meteen toont ze ook over welke middelen een vrouw beschikt om hem te overhalen.

Dit stuk werd geschreven in opdracht van het Brussels Kamertoneel, maar is niet opgevoerd. Of er daar een reden voor was, is niet bekend.

De heilige kooi werd uitgegeven door Almo, Antwerpen.

Zeg nu zelf

In 1980 schreef Mireille Cottenjé het korte verhaal Muren doorbreken, over een man die vijftien maanden in de gevangenis zit wegens het verkopen van drugs en die de ik-figuur in het verhaal, tot elke prijs vrij wil krijgen. In 1982 verwerkte ze dit verhaal tot een theatermonoloog speciaal voor Theater Paljas, die het stuk dan speelde en het in 1992 opnieuw monteerde.

Het verhaal Muren doorbreken en de daarop gebaseerde monoloog Zeg nu zelf zijn niet los te zien van een actie die Mireille Cottenjé voerde en waarmee ze een bepaald onrecht tegenover een gevangene aanklaagde. Naar aanleiding van het interviewen van mannen voor haar boek Dertien mannen van tafel, kwam ze in schriftelijk contact met een gevangene, die haar zulke mooie en indrukwekkende brieven schreef, dat ze met deze man in lijfelijk contact wilde komen. Ze wilde hem hebben. Volgens de Belgische wet Lejeune kan een gedetineerde die voor het eerst veroordeeld is, tot één derde vermindering van zijn straf krijgen, mits aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Eén van die voorwaarden is, dat hij kan bewijzen dat hij een job heeft wanneer hij de gevangenis zal verlaten. Daar wringt het schoentje. Iemand die kapitaalkrachtig is of iemand met genoeg aanzien en/of politieke relaties, zal makkelijker aan werk geraken dan een armoezaaier. De gevangene waar Cottenjé mee te doen had was een kleine garnaal, inmiddels iemand zonder middelen van bestaan. Hij kon dus niet vroeger vrijkomen, andere gevangenen, die grotere misdaden hadden begaan, wel. Daartegen kwam Cottenjé in verzet. Ze dreigde zelfs met een hongerstaking. Door haar vele brieven aan allerlei personen en instanties en met medehulp van een paar drukkingsgroepen, heeft ze haar slag thuisgehaald. De man is vrij gekomen. Maar hun relatie is zeer kort daarna dan toch mislukt. De dramatische ontknoping en het vervolg van heel die geschiedenis heeft ze schriftelijk bijgehouden maar ze heeft geweigerd daarover iets te publiceren.

De monoloog Zeg nu zelf is dus een literaire, sterk gereduceerde en meer fictieve versie van een lang en waar gebeurd verhaal. Ook wie de reële feiten niet kent, heeft aan de tekst en de theatervoorstelling genoeg om met de man in zijn gevangenissituatie mee te voelen.

De opgesloten Vic fulmineert tegen zijn opsluiting en de daarbij gepaard gaande vernederingen en pesterijen en geeft vooral af op zijn geldverslindende echtgenote die hem verlinkt heeft, en nu van hem scheidt en een minnaar heeft. Een groot lichtpunt in zijn frustrerend bestaan in de nor, is Mieke, “zijn schoolmeesteresje”, die hem dagelijks brieven schrijft, hem bezoekt en vrij wil krijgen om hem een nieuwe thuis en een toekomst te geven. Mieke is “een dame”, van sjieke afkomst, geen preuts wijf dat op een schooier neerkijkt, integendeel! Iedere brief van haar is als balsem, maar plots is er ook een zinnetje dat hij niet begrijpt: “ik drink niet meer”, schrijft ze. Twijfels bezorgen hem slapeloze nachten. Hij wordt onzeker en wantrouwt steeds meer de liefde die Mieke voor hem laat blijken. Hij herinnert zich plots een aantal van haar uitspraken die zijn onzekerheid nog meer voedsel geven en bovenal begint het besef bij hem door te dringen dat het standenverschil tussen Mieke en hem wel eens een zeer grote hindernis zou kunnen zijn om tot een hechte relatie te komen. Mieke, de intellectuele, de schrijfster, zo blijkt, tegenover de bandiet, de mislukkeling, de uitgestotene. Hij geraakt in een toestand van hoogste opwinding en beseft dat hij hoe en waar ook altijd een gevangene zal zijn.

De monoloog bestrijkt een hele gamma aspecten van de gevoelens van iemand die zich bedrogen voelt door zijn afkomst, zijn omgeving, en door diegenen die pretenderen hem een nieuw bestaan te willen geven. Het is een opeenstapeling van feiten, maar de opwinding van diegene die het allemaal opnieuw beleeft gaat in stijgende lijn en leidt naar een hoogtepunt dat dramatisch sterk geladen is.

Zeg nu zelf is gepubliceerd aan het slot van de tweede, gewijzigde en vermeerderde druk van de verhalenbundel Mist (Manteau, Antwerpen, 1983).

Betekenis.

Voor het toneel schreef Mireille Cottenjé een viertal werken die belangrijk zijn omwille van de thematiek en het tijdskader waarin ze geschreven zijn. Deze sluiten aan bij haar proza en bij de voordrachten en debatten die zij hield en waarin zij eveneens verschillende aspecten van de conservatieve traditionele opvattingen over emancipatie van het individu behandelt en contesteert. J. Gerits wijst er in Kritisch Literatuur Lexicon op, dat zij in interviews herhaaldelijk heeft verklaard voor de emancipatie van de Mens te zijn, de man, de vrouw, het kind. “Ze gelooft in een rechtvaardiger wereld waar mannen en vrouwen samen kunnen leven als gelijkgerechtigde en gelijkwaardige partners. Ze acht dit echter onmogelijk in het traditionele huwelijk”

Dat haar toneelwerk nu niet meer gekend is, kan te wijten zijn aan de overvloed van stukken uit verschillende taalgebieden die een gelijkwaardige thematiek behandelen en er inmiddels ook dieper op ingaan in een vorm die meer spelmogelijkheden biedt en via een dialoog die minder prozaïsch is.

Voor het teksttheater in Vlaanderen is het toneelwerk van Mireille Cottenjé in de jaren zeventig niet zonder belang. Vooral ook omdat zij zelf niet naliet de opvattingen die zij in haar werk legde, in het openbaar te gaan verdedigen. Zij was geen schrijfster die een boek of een toneelstuk bedacht en zich afsloot van het publiek. Ze stelde zich kwetsbaar en strijdbaar op. Zij had wat ze schreef al vooraf beleefd en bracht, niet zonder schroom, naar buiten wat zij in haar binnenste, niet zonder pijn, had verteerd.

Bibliografie

  • Leo Geerts: Mireille Cottenjé, in De Nieuwe, Boekenbijlage van 22.08.1980, interview en recensies, pp. 15-21.
  • J. Gerits: Mireille Cottenjé, in Kritisch literatuur lexicon, november 1985.
  • Roger Arteel: De gescheiden vrouw als toneelpersonage, in Ons Erfdeel, 1978, nr 3, pp. 454-455, over o.a. Straks is allang voorbij.
  • www.paljas.be : Geschiedenis van Paljas Producties.


Dit artikel werd reeds 46 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel