Een platform van wanhopige liefde. NTGent, Platform | 31 December 2005 |
Eenzelfde plattegrond van de stad Gent uit De Asielzoeker als speelvloer. Geen grote luchtmatras, maar wel dezelfde muurtjes omringen het vlak. Tegen de achtergrond geen rij foto’s van asielzoekers maar wel eentje, weliswaar in twee stukken, maar met dezelfde rode lampjes. Johan Simons verwijst met zijn nieuwe stuk Platform naar zijn eerste productie De Asielzoeker bij het NTGent. En zoals De Asielzoeker een theaterbewerking van een gekende roman van de eigengereide, niet door iedereen geliefde Arnon Grunberg was, zo is Platform een theaterversie van de toch wel omstreden Franse schrijver Michel Houellebecq. En in beide versies stelt Simons de liefde centraal. In De Asielzoeker is het de liefde tussen Beck en zijn vogel, die teloorgaat doordat de vrouw sterft: in Platform is het de liefde tussen Michel en Valérie die het leven nog levenswaardig maakt, maar ook hier sterft de vrouw en blijft de man achter. Ook in Platform is liefde het enige wapen in deze westerse maatschappij, maar is het een vechten tegen de bierkaai, en is het een wanhopige strohalm waaraan je je in deze hectische wereld vol overconsumptie nog kunt vastklampen. Een strohalm die snel zal knappen onder het tsunamigeweld van de genotindustrie. . Liefde is een wanhopige laatste toevluchtsoord, maar maakt ook wanhopig. Maar liefde moet!, zo lijkt Simons in beide stukken uit te schreeuwen.
De theaterversie van Platform begint met het einde van de roman: de terroristische aanslag op het eiland waar Michel en Valérie zich na het opzetten van een hele keten van sekstoerisme willen terugtrekken. Puin valt plotseling uit de lucht, het is even schrikken. Mensen kruipen uit de rommel, zoals Michel en Valérie. Zij is omgekomen, en in gespeelde, levendige flashbacks wordt er teruggeblikt op de tragische evolutie. Andere personages kruipen onder het puin van stukken isomo, opengereten koffers, stukken tuinmeubels vandaan, zoeken kledingsresten en schoenen tussen het afval, en kruipen weer tussen de lege bierkratten en plasticflessen en andere menselijke restafval als hun inbreng er voor eventjes opzit. In eenzelfde soort enscenering als in De Asielzoeker spreken de personages in een mengeling van onderlinge dialogen, voor zichzelf uitgesproken gedachten, commentaren, en vertellen ze handelingen van de andere personages. Die caleidoscopische mix van woord en wederwoord, van verhaalflarden, van mijmeringen en zelfreflecties komt in Platform nog sterker over dan in De Asielzoeker. De echte protagonisten zijn Michel en Valérie die krachtig gespeeld worden door Steven Van Watermeulen en Els Dottermans. Hij is de lethargische persoon die zich laat meedrijven op de genotsgolven van de westerse consumptiemaatschappij, en het maar normaal vindt constant een instantbevrediging van zijn lusten te krijgen. Zij is de vrouw die een hele industrie weet op te zetten om de westerse consument die bevrediging te leveren, en in de toerismebranche iets nieuws, het sekstoerisme, opstart. Hun wegen kruisen elkaar op zo’n georganiseerde vakantie, en begint met een louter bevredigen van seksuele lusten, maar deze ontmoetingen groeien uit tot een liefde, tot een echte alles overstijgende liefde, die dan tragisch eindigt De seksindustrie, die zij opgestart hebben in een andere (=islamitische) cultuur, is de oorzaak van de terroristische aanslag, en doodt hun liefde. Als in een Griekse tragedie komt de held om door zijn eigen handelen, door zijn eigen overmoed.
Houellebecq beschrijft het verval van de westerse mens in het kapitalisme en diens drang naar constante bevrediging, zeker op seksueel vlak, heel expliciet en veelvuldig. Een theaterversie had dat heel smeuïg smerig en decadent op de scène kunnen zetten, maar dat is gelukkig niet gebeurd. De kleren blijven aan (in een zeer komische scène even niet), en de beschrijvingen van de daad worden expliciet verwoord, maar vaak afstandelijk en koel. Porno op afstand, als een droog wederbericht. Of als een slapstick grotesk verbeeld. Van Watermeulen en Dottermans zijn weer op hun best.
Dat alles werkt bevreemdend, waardoor de geest van het boek volledig tot zijn recht komt: het gebrek aan kracht van de westerse mens om iets in zijn directe omgeving te veranderen, laat staan op macro-economisch vlak, het wegzinken in de consumptie zonder mogelijkheid uit die put te kunnen klimmen, het gebrek aan lust om iets te veranderen, het dan maar direct toegeven aan lichamelijke lustbeleving, met de katers achteraf. In deze theaterversie wordt de liefde als tegenkracht expliciet naar voren geschoven, als zingeving, redmiddel tussen het puin en de puinhoop van het menselijk leven. De liefde als een roos op een vuilnisbelt, de romantische dwang om naar een eiland te gaan: alleen met zijn tweeën op een eiland, op een platform, boven de zeeën der onlusten, een ideaal, dat dan letterlijk weer neergeschoten, afgeknald wordt.
Het spel der liefde tussen de protagonisten dwingt bewondering af, de andere minder uitgewerkte en daardoor vlakkere personages verworden tot figuranten, ook in de acteerprestaties. Zo hadden niet alleen dramaturgisch maar ook qua acteerprestatie de woorden van de terrorist achterwege kunnen blijven. Diens overwegingen zijn clichématig, zwak en overbodig. Het Platform als geheel blijft echter overeind, en is ondanks een paar ‘schoonheidfoutjes’ een intrigerende en indrukwekkende productie.
Tot en met 14 januari 2006 in Gent, daarna op reis door Nederland en Vlaanderen, tot en met 19 februari 2006.
Info: www.ntgent.be
|
| Dit artikel werd reeds 100 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|