Temperamentjes spelen HetPaleis, Marianne! (een koningsdrama) van Peter De Graef | 27 November 2005 |
Met Marianne! Heeft HetPaleis weer een van haar taken mooi volbracht: een grotezaalproductie brengen voor jongeren, die ook theatraal hoog staat. Als tegengewicht tegen de commerciële evenementenindustrie die zich op kinderen en jongeren vastbijt. HetPaleis en de Stadsschouwburg zijn in Antwerpen directe buren, maar de opzet van HetPaleis was net dingen te maken die in de Stadsschouwburg niet gebeuren.
Op levensfilosofisch vlak begin ik me wel vragen te stellen.
Het is moeilijk om een grotezaalproductie maken die én aanslaat bij een ‘breed publiek’ én artistieke kwaliteit kent. HetPaleis heeft dat sinds het begin van haar bestaan (dus na de opheffing van het KJT) herhaaldelijk geprobeerd, en is er maar een paar keer in geslaagd om een concurrentie te zijn voor de hapklare entertainmentbrokken uit het vrije (musical)circuit of uit de stal van Studio 100. Afgelopen seizoen was Hamlet zo’n artistieke voltreffer, maar dat was al meer voor een (jong)volwassenpubliek. Kinderen bereiken met net iets anders dan de voorgekauwde pret in shows en evenementen is al moeilijker. Met Marianne! is HetPaleis daarin geslaagd voor de +10-jarigen.
Theatermaker Peter De Graef zorgde voor tekst en regie. Een kartonnen kasteel doemt uit de mist op, op band hoor je een stem, maar ik kon tijdens de schoolvoorstelling niet goed verstaan wat er gezegd werd door het schreeuwende schoolpubliek... Je denkt dan dat deze voorstelling de mist in zal gaan, maar dan valt het stoer geschreeuw in het donker weg, en eerlijk gezegd, de volle puberzaal volgt aandachtig, lacht wanneer het moet, zucht wanneer het nodig blijkt, geeft zelfs een open doekje bij een liedje. Alleen stoorde ik mij aan de pavlovreactie bij evenementen van het publiek om me te klappen bij een muziekstukje.
Als in een sprookje zijn er de beul, de nar en secretaresse die de nieuwe koning Egoon ter dienste moeten staan. Maar ze weten niet hoe dat moet, omdat ze het nog nooit gedaan hebben. De drie zijn wat archetypetjes van de streber die desnoods wel een oorlog wil voeren, van de fantast die liever een spelletje badminton wil spelen en van de bureaucrate die alles tot n de puntjes geregeld en vastgelegd wil zien. Er moet nog een poetsvrouw komen. Het duurt even, maar dan is er toch een die als een assepoester de vloer dweilt. Ondertussen is er ook de kersverse koning. En koning zonder ervaring, maar met veel liefde. Hij is onzeker, voelt de liefde van de poetsvrouw niet, weet niet hoe te regeren, en het personeel met op kop de beul neemt het heft in handen, en stuurt hem weg. Natuurlijk is het poetsmeisje het niet eens met het gedrag van de anderen, en natuurlijk pleegt zij stil verzet. Meer nog, zij is zelfs een verstoten prinses. De beul en de nar spelen spelletjes en van hun onoplettendheid profiteert de koning om via een vermomming als bedelaar terug te komen. De machtsstrijd wordt in een pianospeelduel hilarisch uitgevochten, de koning wint, huwt de poetsprinses, en ach natuurlijk, leefden zij nog lang en gelukkig. (denk ik).
Het zijn verhaalclichés, maar herhaaldelijk word je op het verkeerde been gezet. Deze verfrissende dramaturgische aanpak zet zich verder in het spel en de vormgeving. De beul loopt een tijd met een met zak over zijn hoofd, de secretaresse heeft een haarknotje en bril, maar toch weten ze zoals ook de koning, de nar en het poetsmeisje hun typetjes te overstijgen. Hoewel ze wat schmieren (zeker bij dit scholenpubliek) doorbreken ze in hun replieken en spel de clichés. Ze spelen duidelijk dat ze spélen, en dat maakt het verrassend aangenaam. Daarboven op krijgen we nog eens theater met personages in duidelijke kostumering, van beul tot koning, wapperen er lappen decordoeken, regent het papiersnippers, zwelt de muziek steeds harder aan. Allemaal ingrediënten die in showspektakels uitgebuit worden, maar hier worden ze tegelijkertijd gerelativeerd, zelfs doorprikt. Er wordt in een spektakelomkadering gespeeld, én er wordt daarméé gespeeld. Dat is grappig en leuk, en dat zorgt voor spitsvondige en verrassende wendingen. De personages zweven tussen typetjes en karakters, zijn eigenlijk kartonnen figuren, en die uitvergrotingen van temperamenten leveren komische effecten op. Want dat wil Peter De Graef – volgens de perstekst – op de scène zetten: hoe de vier temperamenten in het licht van de antroposofie een mensenziel kunnen bepalen. Gelukkig is die Steinerboodschap niet expliciet in de productie aanwezig (dat was wel het geval in de vorige productie van De Graef bij HetPaleis Da’isss...!) maar ik krijg toch de kriebels als ik in de perstekst lees dat de vier temperamenten ( cholerisch,sanguinisch, flegmatisch en melancholisch) door de verhoudingen tussen het fysieke lichaam, het etherlichaam, het astrale lichaam en het ego bepaald worden. Strebers, fantasten, flegmatische en droefgeestige mensen zijn er over de hele wereld, en dergelijke (arche)typen worden op heel verschillende manieren verklaard: de Grieken en de middeleeuwers lokaliseerden temperamenten in organen als de gal en de lever, weer anderen verklaren ze louter biologisch. Ze worden verklaard door de genen, filosofen spreken zich er heel verscheiden over uit, om nog maar te zwijgen over de verschillende psychologische wetenschappelijke theorieën. Om nu dé Steinervisie als de enige juiste verklaring voor de karakters des mensen te verklaren, gaat me toch wat te ver. (temeer omdat ik simpele ziel altijd gedacht heb dat artiesten zoekende mensen zijn die wat grip op de wereld willen krijgen. Gelukkig drukt De Graef zijn allesomvattende verklaring niet door, en blijft het – mede door de aanpak in spel en theatrale enscenering - lekker genieten.
Nog tot en met 23 december. Info: www.hetpaleis.be
|
| Dit artikel werd reeds 75 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|